VR 2014/4
Bewijs van roekeloosheid in de zin van art. 6 jo 175 WVW 1994.
HR 15-10-2013, ECLI:NL:HR:2013:964
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 oktober 2013
- Magistraten
mrs. Van Dorst, De Hullu, Groos, Buruma, Van den Brink
- Zaaknummer
12/01937
- Conclusie
A-G Vellinga
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Verkeersrecht / Handhaving verkeersvoorschriften
Verkeersrecht / Inrichting wegverkeer
Verkeersrecht / Kentekens en kentekenbewijzen
Verkeersrecht / Rijbevoegdheid
Verkeersrecht / Verkeerstekens en verkeersmaatregelen
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Verkeersrecht (V)
Verkeersrecht / Aansprakelijkheid
Verkeersrecht / Algemeen
Verkeersrecht / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:964, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑10‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:502, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑04‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑01‑2013
- Wetingang
Samenvatting
De door het hof in aanmerking genomen omstandigheden dat de verdachte de ter plaatse geldende maximumsnelheid in ernstige mate heeft overschreden en met (nagenoeg) onverminderde snelheid een kruising — met voor hem groen licht uitstralende verkeerslichten — is opgereden, terwijl het alcoholgehalte in zijn bloed 1,26 milligram alcohol per milliliter bloed bedroeg, zouden toereikend kunnen zijn voor het oordeel dat de verdachte, zoals eveneens is tenlastegelegd, ‘in hoge, althans aanzienlijke mate onvoorzichtig en/of onachtzaam’ heeft gereden, maar zij zijn niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.