JWB 2005/27
Ontvankelijkheid; hoger beroep; tussenvonnis
HR 21-01-2005, ECLI:NL:HR:2005:AR5386
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 januari 2005
- Zaaknummer
C04/039HR
- LJN
AR5386
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AR5386, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑01‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AR5386, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑01‑2005
- Wetingang
Essentie
Ontvankelijkheid; hoger beroep; tussenvonnis
Samenvatting
Casus
Partijen zijn deelgenoten in de nalatenschappen van hun ouders. Verweerders in cassatie zijn door de Rechtbank Assen veroordeeld om met eiseres tot cassatie, over te gaan tot scheiding en deling van deze nalatenschappen. Op 3 juli 1990 is door de boedelnotaris een proces-verbaal van zwarigheden gedeponeerd ter griffie van de rechtbank Assen. Eiseres heeft de onderhavige zwarighedenprocedure geëntameerd. Zij heeft gevorderd een verklaring voor recht dat de staat van baten en schulden in de akte van boedelscheiding zal worden opgemaakt met inachtneming van het overeenkomstig de inhoud van de dagvaarding door de rechtbank ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.