V-N 2023/48.14.2
Geen recht op immateriële schadevergoeding nu de hoofdzaak reeds tijdig en definitief is beslist
HR 06-10-2023, ECLI:NL:HR:2023:1398
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 oktober 2023
- Zaaknummer
23/01344
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1398, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑10‑2023
- Wetingang
art. 4:13 lid 1, art. 4:17 lid 1, art. 8:55d en 8:75 Awb
Essentie
Hof Amsterdam oordeelt dat nu in de bezwaarfase de aanmaningskosten reeds tijdig tot nihil zijn teruggebracht er geen recht bestaat op een immateriële schadevergoeding vanwege een te late beslissing met betrekking tot de dwangsombeschikking. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Samenvatting
Aan X zijn aanmaningskosten in rekening gebracht op de VPB-aanslag 2012. Na een ingebrekestelling schrapt de ontvanger deze kosten in de bezwaarfase. X stelt de ontvanger naderhand in gebreke vanwege het uitblijven van een uitspraak op zijn bezwaar tegen de afwijzing van zijn verzoek om een dwangsom. Rechtbank Noord-Holland kent geen dwangsom toe, maar wel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.