Einde inhoudsopgave
Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds
Artikel 402 Handel en biologische diversiteit
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2021
- Bronpublicatie:
30-12-2020, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-04-2021, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Douane (V)
1.
De Partijen erkennen het belang van de instandhouding en het duurzame gebruik van de biologische diversiteit, alsmede de rol die handel speelt bij het nastreven van die doelstellingen, onder meer door duurzame handel te bevorderen of de handel in bedreigde soorten te controleren of te beperken, in overeenstemming met de relevante multilaterale milieuovereenkomsten waarbij zij partij zijn en de op grond daarvan vastgestelde besluiten, en met name het Verdrag inzake biologische diversiteit en de protocollen daarbij, en de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten, gedaan te Washington D.C. op 3 maart 1973 (‘Cites’).
2.
Gelet op lid 1:
- a)
past elke Partij doeltreffende maatregelen toe ter bestrijding van de illegale handel in wilde dieren en planten, in voorkomend geval ook ten aanzien van derde landen;
- b)
bevordert elke Partij de toepassing van de Cites als instrument voor de instandhouding en het duurzame beheer van de biodiversiteit, onder meer door de opneming in de aanhangsels van de Cites van dier- en plantensoorten waarvan de staat van instandhouding bedreigd wordt geacht als gevolg van de internationale handel;
- c)
moedigt elke Partij de handel aan in producten die afkomstig zijn van een duurzaam gebruik van de biologische rijkdommen en die bijdragen tot de instandhouding van de biodiversiteit; en
- d)
blijft elke Partij maatregelen nemen om de biologische diversiteit in stand te houden wanneer die onder druk staat als gevolg van handel en investeringen, met name maatregelen om de verspreiding van invasieve uitheemse soorten te voorkomen.
3.
De Partijen werken samen bij handelsgerelateerde aangelegenheden die voor dit artikel van belang zijn, in voorkomend geval ook in het kader van multilaterale fora, zoals de Cites en het Verdrag inzake biologische diversiteit. Die samenwerking kan onder meer betrekking hebben op: de handel in in het wild levende dieren en planten en op natuurlijke hulpbronnen gebaseerde producten, de waardering en de beoordeling van ecosystemen en de bijbehorende diensten, en de toegang tot genetische rijkdommen alsmede de eerlijke en billijke verdeling van voordelen die voortvloeien uit het gebruik ervan, in overeenstemming met het Protocol van Nagoya inzake toegang tot genetische rijkdommen en de eerlijke en billijke verdeling van voordelen voortvloeiende uit hun gebruik bij het Verdrag inzake biologische diversiteit, gedaan te Nagoya op 29 oktober 2010.