NJ 1962/10
Bedrijfsschade door onteigening van melkslijter, die zijn bedrijf uitoefent krachtens daartoe vereiste vergunning, welke eerst na ter visielegging is aangevraagd en verkregen.
HR 18-10-1961, ECLI:NL:HR:1961:87
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 oktober 1961
- Magistraten
Mrs. Boltjes, van Rijn van Alkemade, van der Loos, Dubbink en Tekenbroek
- Zaaknummer
[181961/NJ_1962-10]
- Conclusie
Mr. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS139039:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1961:87, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑10‑1961
- Wetingang
(OW art. 91.)
Essentie
Bedrijfsschade door onteigening van melkslijter, die zijn bedrijf uitoefent krachtens daartoe vereiste vergunning, welke eerst na ter visielegging is aangevraagd en verkregen.
Samenvatting
Op het beginsel, dat voor de schadeloosstelling bij onteigening beslissend is de toestand op het tijdstip, waarop de rechter de onteigening uitspreekt, maakt art. 91 Ow. een uitzondering in zoverre het den rechter verbiedt te letten op verandering, tot stand gebracht na de nederlegging ter inzage van de in art. 80, tweede en derde lid, bedoelde bescheiden. Onder veranderingen in den zin van art. 91 zijn echter niet te begrijpen die, welke in niets anders ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.