Einde inhoudsopgave
Verdrag van de Raad van Europa inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de confiscatie van opbrengsten van misdrijven en de financiering van terrorisme
Artikel 25 Geconfisqueerde voorwerpen
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2008
- Bronpublicatie:
16-05-2005, Trb. 2006, 104 (uitgifte: 12-05-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-09-2008, Trb. 2008, 182 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
1.
De aangezochte Partij beschikt over de krachtens artikelen 23 en 24 van dit Verdrag geconfisqueerde voorwerpen in overeenstemming met haar nationale recht en administratieve procedures.
2.
Indien handelend naar aanleiding van het verzoek van een andere Partij, overeenkomstig de artikelen 23 en 24 van dit Verdrag, nemen de Partijen, voorzover dit is toegestaan door hun nationale recht en indien daarom is verzocht, met voorrang de teruggave van de geconfisqueerde voorwerpen aan de verzoekende Partij in overweging, opdat deze de slachtoffers van het misdrijf schadeloos kan stellen of deze voorwerpen kan teruggeven aan hun rechtmatige eigenaren.
3.
Indien handelend naar aanleiding van het verzoek van een andere Partij in overeenkomstig de artikelen 23 en 24 van dit Verdrag, kan een Partij bijzondere aandacht schenken aan het sluiten van overeenkomsten of regelingen inzake het op structurele basis, danwel van geval tot geval, met andere Partijen delen van voorwerpen in overeenstemming met haar nationale recht of administratieve procedures.