NJ 2018/469
Procesrecht. Hoor en wederhoor (art. 19 Rv); vermeerdering van eis in appel van, aanvankelijk in verband met competentiegrens kantonrechter beperkte, hoofdsom; belang wederpartij; voor het eerst in appel ingenomen stellingen. Kosten in cassatie; alsnog referte in schriftelijke toelichting.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
30 november 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/04931
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS167834:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2216, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 30‑11‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1054, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑09‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑10‑2017
- Wetingang
Essentie
Procesrecht. Hoor en wederhoor (art. 19 Rv); vermeerdering van eis in appel van, aanvankelijk in verband met competentiegrens kantonrechter beperkte, hoofdsom; belang wederpartij; voor het eerst in appel ingenomen stellingen. Kosten in cassatie; alsnog referte in schriftelijke toelichting.
Het beginsel van hoor en wederhoor brengt mee dat het hof de wederpartij in de gelegenheid had moeten stellen om zich uit te laten over de, door het hof toegestane, vermeerderde eis. Dat de eisvermeerdering uitsluitend een verhoging van het aanvankelijk tot € 25.000 beperkte bedrag inhield, laat onverlet dat de wederpartij een gerechtvaardigd belang erbij kon hebben om ...