Hof Amsterdam, 16-07-2015, nr. 23-004970-14
ECLI:NL:GHAMS:2015:3356
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
16-07-2015
- Zaaknummer
23-004970-14
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHAMS:2015:3356, Uitspraak, Hof Amsterdam, 16‑07‑2015; (Hoger beroep, Proces-verbaal)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:666
Uitspraak 16‑07‑2015
Inhoudsindicatie
Diefstal. Gevangenisstraf 4 weken, met aftrek van voorarrest.
proces-verbaal terechtzitting
GERECHTSHOF AMSTERDAM
datum arrest 16 juli 2015
parketnummer 23-004970-14
datum vonnis eerste aanleg 16 december 2014
parketnummer 13-703044-14
Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van dit gerechtshof, enkelvoudige kamer, op 16 juli 2015.
Tegenwoordig:
mr. N.A. Schimmel voorzitter, raadsheer,
en S. König griffier.
Het openbaar ministerie wordt vertegenwoordigd door B.W. Hopperus Buma, advocaat-generaal.
De voorzitter doet de zaak tegen na te noemen verdachte uitroepen.
Aangezien de verdachte de Nederlandse taal niet (voldoende) beheerst, vindt het onderzoek plaats met bijstand van [tolk], zijnde een in het register als bedoeld in artikel 2 van de Wet beëdigde tolken en vertalers ingeschreven tolk in de Poolse taal. Hetgeen ter terechtzitting is gesproken of voorgelezen is door de tolk vertaald.
De verdachte, ter terechtzitting aanwezig, antwoordt op vragen van de voorzitter te zijn:
[verdachte],
geboren [geboortedatum] te [geboorteplaats],
thans zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande ,
uit andere hoofde thans gedetineerd te P.I. Amsterdam, HvB Het Schouw te Amsterdam.
Als raadsvrouw van de verdachte is ter terechtzitting aanwezig [advocaat], advocaat te Amsterdam.
De voorzitter vermaant de verdachte oplettend te zijn op hetgeen hij zal horen en deelt hem mede dat hij niet tot antwoorden verplicht is.
De advocaat-generaal draagt de zaak voor.
De verdachte, die hoger beroep heeft ingesteld, wordt onmiddellijk na de voordracht van de advocaat-generaal in de gelegenheid gesteld mondeling zijn bezwaren tegen het vonnis op te geven. Hij zegt dat hij ten onrechte is veroordeeld. De verbalisanten moeten een straf krijgen.
De voorzitter deelt mondeling mede de korte inhoud van de stukken van het dossier in deze strafzaak, waaronder:
1. Een de verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 2 juli 2015.
2. De processen-verbaal, waarvan in het proces-verbaal van de terechtzitting in eerste aanleg van 16 december 2014 en de bijbehorende aantekening mondeling vonnis onder de nummers 2 t/m 5 melding is gemaakt.
De verdachte, door de voorzitter met inachtneming van het bepaalde in de desbetreffende artikelen van het Wetboek van Strafvordering ondervraagd, verklaart – zakelijk weergegeven –:
Gaat u nu alles voorhouden om mij voor schuldig te houden? Ik had geen werk. Vroeger heb ik schepen opgeknapt. Ik steel soms, alleen als het noodzakelijk is. Ik geef toe als ik steel en ik geef niet toe als ik niet gestolen heb. Ik wil niet praten over familie.
De advocaat-generaal voert het woord, leest vordering voor en legt die aan het hof over.
De advocaat-generaal deelt, zakelijk weergegeven, het volgende mee:
Ik acht het feit wettig en overtuigend bewezen. Er is bestaat geen twijfel of de verdachte juist is aangehouden of niet. Er is aanvullend verklaard hoe het zat met de tweede verdachte die ook is betrapt. Hieruit trek ik de conclusie dat er geen persoonsverwisseling is. Wat mij betreft kan het vonnis bevestigd worden. Ik vorder een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 weken.
De raadsvrouw van de verdachte voert het woord tot verdediging. Zij voert daarbij, zakelijk weergegeven, het volgende aan:
Ik verzoek u cliënt vrij te spreken van het tenlastegelegde. Ik denk dat de aanhouding niet goed is gegaan. Er zijn twee verschillende aangiftes. De aangifte die is ondertekend door [slachtoffer 1] zou de verbeterde versie zijn. [slachtoffer 2] doet als eerste aangifte en geeft aan dat hij cliënt heeft aangehouden. [slachtoffer 2] verteld hierbij niets over alarmpoortjes. Daarna doet [slachtoffer 1] aangifte . Er zou een alarm zijn afgegaan en de verdachte wordt daarna aangehouden. De één geeft aan dat cliënt naar het kantoor is gebracht, terwijl de ander zegt dat er gewacht moest worden op de politie. Bovendien wordt er verschillend verklaard over waar de fles Smirnoff wordt aangetroffen bij cliënt. Cliënt heeft voorts verklaard dat er een ander persoon een fles alcohol heeft gestolen, althans dat heeft cliënt later gehoord. Er zijn zoveel onduidelijkheden in het dossier, dat niet met 100% duidelijk is dat cliënt is aangehouden met een fles alcohol. Zeker nu er een tweede persoon is aangehouden met een fles alcohol. Voorts wil ik nog het volgende toevoegen. Omdat cliënt een strafblad heeft met veroordelingen voor diefstal wil dat niet zegge dat hij het tenlastegelegde ook gepleegd zou hebben. Client heeft voorheen altijd toegegeven als hij iets gestolen heeft, maar dit keer heeft hij het niet gedaan.
Aan de verdachte wordt het recht gelaten het laatst te spreken. Hij voert daarbij, zakelijk weergegeven, het volgende aan:
De persoon die naar de winkel is gelopen geeft mij geld om drank te kopen, wodka of whisky. Ik en nog een paar kennissen wachten op die persoon. Ik ken die persoon niet zo goed, want ik heb hem een uur daarvoor ontmoet in Amsterdam. Ik heb 15 minuten gewacht en ben toen naar binnen gegaan bij de Albert Heijn om te kijken waar hij bleef. Bij binnenkomst bleek dat de kennis niet meer in de Albert Heijn was. Hij was misschien naar de Gall & Gall gegaan, dus ik ben ook naar de Gall & Gall gegaan. Ik had op dat moment geen jas en tas bij me. De kennis bleek ook niet in de Gall & Gall, dus toen ben ik weer naar buiten gegaan. Buiten hield de verdediging me aan en ik vroeg: “Heb ik iets gedaan? Ga je me doorzoeken?”. De beveiliger zag dat ik iets bij me had. Maar als ik niks bij me heb is het geen diefstal.” (De verdachte schreeuwt naar de voorzitter) Niemand gaat me zwart maken van diefstal!
De voorzitter houdt de verdachte voor dat zijn standpunt duidelijk is en dat hij moet ophouden met schreeuwen, omdat hij anders een proces-verbaal zal laten opmaken van zijn dreigend gedrag.
De voorzitter verklaart het onderzoek gesloten en deelt mee terstond mondeling arrest te zullen wijzen.
De voorzitter spreekt het arrest uit ter openbare terechtzitting.
[...]