Einde inhoudsopgave
Besluit (GBVB) 2021/509 tot oprichting van een Europese Vredesfaciliteit, en tot intrekking van Besluit (GBVB) 2015/528
Artikel 51 Gemeenschappelijke kosten tijdens de actieve fase van een operatie
Geldend
Geldend vanaf 22-03-2021
- Bronpublicatie:
22-03-2021, PbEU 2021, L 102 (uitgifte: 24-03-2021, regelingnummer: 2021/509)
- Inwerkingtreding
22-03-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-03-2021, PbEU 2021, L 102 (uitgifte: 24-03-2021, regelingnummer: 2021/509)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Financiering
1.
De operationeel commandant oefent de functie uit van ordonnateur van de uitgaven ter dekking van de gemeenschappelijke kosten die zijn gemaakt tijdens de actieve fase van de operatie waarover hij het bevel voert.
2.
In afwijking van artikel 17, lid 6, geeft de vaststelling door de Raad van een referentiebedrag de beheerder voor operaties en de operationeel commandant het recht om, ieder op zijn bevoegdheidsgebied, voor de betrokken operatie uitgaven vast te leggen en te betalen tot maximaal 30 % van dit referentiebedrag, tenzij de Raad besluit een ander percentage vast te stellen.
3.
Het comité kan op voorstel van de beheerder voor operaties of van de operationeel commandant, en rekening houdend met de operationele noodzaak en urgentie, bepalen dat er extra uitgaven kunnen worden vastgelegd en, in voorkomend geval, betaald. Deze uitzondering is niet meer van toepassing na de vaststelling van de begroting voor de betrokken operatie.
4.
Tijdens de periode voorafgaand aan de vaststelling van de begroting voor een operatie melden de beheerder voor operaties en de operationeel commandant of zijn vertegenwoordiger, ieder met betrekking tot de hem betreffende aangelegenheden, maandelijks aan het comité de uitgaven die in aanmerking komen als gemeenschappelijke kosten voor de operatie. Het comité kan, op voorstel van de beheerder voor operaties, de operationeel commandant of een lidstaat, richtsnoeren uitvaardigen voor het verrichten van uitgaven tijdens die periode.
5.
Gedurende drie maanden na het opstarten van de operatie kan de operationeel commandant, indien hij dit voor het goede verloop ervan noodzakelijk acht, kredieten overschrijven tussen artikelen en tussen hoofdstukken in de aan de operatie gewijde titel. Hij stelt de beheerder voor operaties en het comité in kennis van deze maatregelen.
6.
In afwijking van artikel 17, lid 6, kan de operationeel commandant, in geval van dreigend gevaar voor het leven van personeelsleden die aan de betrokken operatie van de Unie deelnemen, boven de in de begroting opgenomen kredieten de uitgaven verrichten die nodig zijn om het leven van deze personeelsleden veilig te stellen. Hij stelt de beheerder voor operaties en het comité daarvan zo spoedig mogelijk in kennis. In dergelijk geval stelt de beheerder voor operaties, in samenspraak met de operationeel commandant, de overschrijvingen voor die nodig zijn voor deze onvoorziene uitgaven. Indien het onmogelijk is om door middel van een overschrijving te voorzien in voldoende financiering voor deze uitgaven, stelt de beheerder voor operaties een gewijzigde begroting voor.