Uit de parlementaire behandeling blijkt dat een gevolg van de introductie van artikel 22bis van de Invorderigswet 1990 is dat het belangrijk wordt voor kredietverschaffers te weten of hun klanten al dan niet belastingschulden hebben. De verklaring omtrent het betalingsgedrag, die wordt gebruikt in het kader van de inleners- en ketenaansprakelijkheid, biedt hier uitkomst, aldus de regering. Met deze verklaring kan de belastingschuldige ook zijn kredietverleners informatie verschaffen over de op een bepaald moment openstaande belastingaanslagen. Zie het onderdeel Parlementaire behandeling.
Parlementaire behandeling
“Gevolg van de aanpassingen van het bodem(voor)recht is dat het voor kredietverleners belangrijker wordt om zicht te hebben op de belastingschulden van hun cliënten. Zodra er sprake is van een openstaande loon- of omzetbelastingschuld zullen zij immers de ontvanger vóór zich moeten dulden. Kredietverleners hebben straks belang bij een veel actiever onderzoek naar openstaande belastingschulden dan thans het geval is. Tegelijk rust op ondernemers de plicht tot tijdige informatieverschaffing richting hun kredietverleners. Een instrument dat in dit verband een belangrijke rol bij kredietverschaffing kan gaan spelen, is de verklaring omtrent het betalingsgedrag die de ontvanger op verzoek van de ondernemer/belastingschuldige afgeeft. Deze verklaring wordt thans al gebruikt in de sfeer van de inleners- en ketenaansprakelijkheid en krijgt er in de sfeer van het bodemrecht een functie bij. Met de verklaring kan de belastingschuldige zijn crediteuren informatie verschaffen over de op een bepaald moment openstaande belastingschulden.”
“Op de vraag aan wie de Belastingdienst verklaringen omtrent betalingsgedrag zal gaan verstrekken, wordt geantwoord dat dit uitsluitend aan de belastingschuldige zelf gebeurt. Die zal op zijn beurt de kredietverschaffer hiermee van informatie voorzien over zijn fiscale betalingspositie.”
Vakstudie Invorderingswet, art. 22bis Invorderingswet 1990, aant. 2.3.3
Aant. 2.3.3 Informatievoorziening door Belastingdienst
Actueel t/m 15-11-2024
15-11-2024, het commentaar is bijgewerkt t/m BNB 2024/123, VN 2024/50.46
01-01-2013 tot: -
Vakstudie Invorderingswet, art. 22bis Invorderingswet 1990, aant. 2.3.3
Invordering / Dwanginvordering
Invordering / Verhaalsrecht
Invordering (V)
beslag
Invorderingswet 1990 artikel 22bis
Beschouwing
Uit de parlementaire behandeling blijkt dat een gevolg van de introductie van artikel 22bis van de Invorderigswet 1990 is dat het belangrijk wordt voor kredietverschaffers te weten of hun klanten al dan niet belastingschulden hebben. De verklaring omtrent het betalingsgedrag, die wordt gebruikt in het kader van de inleners- en ketenaansprakelijkheid, biedt hier uitkomst, aldus de regering. Met deze verklaring kan de belastingschuldige ook zijn kredietverleners informatie verschaffen over de op een bepaald moment openstaande belastingaanslagen. Zie het onderdeel Parlementaire behandeling.
“Gevolg van de aanpassingen van het bodem(voor)recht is dat het voor kredietverleners belangrijker wordt om zicht te hebben op de belastingschulden van hun cliënten. Zodra er sprake is van een openstaande loon- of omzetbelastingschuld zullen zij immers de ontvanger vóór zich moeten dulden. Kredietverleners hebben straks belang bij een veel actiever onderzoek naar openstaande belastingschulden dan thans het geval is. Tegelijk rust op ondernemers de plicht tot tijdige informatieverschaffing richting hun kredietverleners. Een instrument dat in dit verband een belangrijke rol bij kredietverschaffing kan gaan spelen, is de verklaring omtrent het betalingsgedrag die de ontvanger op verzoek van de ondernemer/belastingschuldige afgeeft. Deze verklaring wordt thans al gebruikt in de sfeer van de inleners- en ketenaansprakelijkheid en krijgt er in de sfeer van het bodemrecht een functie bij. Met de verklaring kan de belastingschuldige zijn crediteuren informatie verschaffen over de op een bepaald moment openstaande belastingschulden.”
MvT, Kamerstukken II 2012/13, 33 402, nr. 3, p. 19.
“Op de vraag aan wie de Belastingdienst verklaringen omtrent betalingsgedrag zal gaan verstrekken, wordt geantwoord dat dit uitsluitend aan de belastingschuldige zelf gebeurt. Die zal op zijn beurt de kredietverschaffer hiermee van informatie voorzien over zijn fiscale betalingspositie.”
NNV, Kamerstukken II 2012/13, 33 402, nr. 14, p. 38.