Einde inhoudsopgave
Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied
Artikel 2.107
Geldend
Geldend vanaf 16-02-2013
- Bronpublicatie:
28-01-2013, Stb. 2013, 44 (uitgifte: 15-02-2013, kamerstukken: 32768)
- Inwerkingtreding
16-02-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-02-2013, Stb. 2013, 45 (uitgifte: 15-02-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Aanbestedingsrecht / Speciale sectoren
Aanbestedingsrecht / Algemeen
1.
Indien een inschrijving voor een opdracht wordt gedaan die in verhouding tot de te verrichten werken, leveringen of diensten abnormaal laag lijkt, verzoekt de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf, voordat hij deze inschrijving afwijst, schriftelijk om de door hem noodzakelijk geachte verduidelijkingen over de samenstelling van de desbetreffende inschrijving.
2.
De verduidelijkingen, bedoeld in het eerste lid, kunnen onder meer verband houden met:
- a.
de doelmatigheid van het bouwproces, van het productieproces van de producten of van de dienstverlening;
- b.
de gekozen technische oplossingen of uitzonderlijk gunstige omstandigheden waarvan de inschrijver bij de uitvoering van de werken, de levering van de producten of het verlenen van de diensten kan profiteren;
- c.
de originaliteit van het ontwerp van de inschrijver;
- d.
de naleving van de bepalingen inzake arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden die gelden op de plaats waar de opdracht wordt uitgevoerd;
- e.
de ontvangst van staatssteun door de inschrijver.
3.
De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf onderzoekt in overleg met de inschrijver de samenstelling van de desbetreffende inschrijving aan de hand van de ontvangen toelichting.
4.
Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf die constateert dat een inschrijving abnormaal laag is omdat de inschrijver staatssteun heeft gekregen, kan de inschrijving uitsluitend op enkel die grond afwijzen, indien de inschrijver desgevraagd niet binnen een door de aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf bepaalde voldoende lange termijn kan aantonen dat de betrokken steun niet in strijd met de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is toegekend.
5.
Indien de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf in een geval als bedoeld in het vierde lid een inschrijving afwijst, stelt hij de Europese Commissie daarvan in kennis.