RvdW 2018/415
Voorzienbare en beoogde gedragingen van derden kunnen betrokken worden bij de beoordeling of sprake is van belaging.
HR 20-03-2018, ECLI:NL:HR:2018:392
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 maart 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
16/01192 J
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:392, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑03‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:65, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑01‑2018
ECLI:NL:HR:2017:2956, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑11‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1268, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑10‑2017
- Wetingang
Art. 285b Sr
Essentie
Voorzienbare en beoogde gedragingen van derden kunnen betrokken worden bij de beoordeling of sprake is van een belaging.
Door verdachte is op naam van aangeefster en met vermelding van nadere contactgegevens een advertentie voor een gratis af te halen iPad op marktplaats.nl alsmede een erotische contactadvertentie op speurders.nl geplaatst, met als voor verdachte voorzienbaar en beoogd gevolg dat aangeefster gedurende meerdere dagen achtereen en veelvuldig door derden is benaderd, deels ook met seksuele intenties. Het stond het hof vrij om bij zijn oordeel dat stelselmatig inbreuk is gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van aangeefster te betrekken dat gedragingen van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.