Einde inhoudsopgave
Burgerlijk ambtenarenreglement defensie
Artikel 20 Individuele opleidingsaanspraak
Geldend
Geldend vanaf 12-02-2021. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2020
- Redactionele toelichting
Dit artikel is opnieuw ingevoegd. Art. 20 (oud) vervallen.
- Bronpublicatie:
30-11-2020, Stb. 2021, 60 (uitgifte: 11-02-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
12-02-2021, terugwerkend tot: 01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-2020, Stb. 2021, 60 (uitgifte: 11-02-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De ambtenaar wordt op zijn aanvraag door Onze Minister aangewezen voor een opleiding indien de ambtenaar de beschikking heeft over een individuele opleidingsaanspraak. Over de periode van het volgen van de opleiding worden vooraf afspraken gemaakt tussen de ambtenaar, de commandant en de employabilitybegeleider.
2.
De kosten verbonden aan de opleiding worden vergoed tot bij ministeriele regeling vast te stellen maximum bedragen. De kosten kunnen tot vijf jaar voor de pensioengerechtigde leeftijd worden vergoed met inachtneming van de hiervoor bedoelde maximumbedragen.
3.
Indien bij een andere te vervullen functie blijkt dat de gevolgde opleiding onderdeel uitmaakt van de functie-eisen, wordt het bedrag van de daarvoor vergoede opleidingskosten weer toegevoegd aan de bedragen, bedoeld in het tweede lid.
4.
Wanneer de opleiding dan wel de noodzakelijke voorbereiding daarop plaatsvindt tijdens de werktijd van de ambtenaar, wordt hij door Onze Minister hiervoor vrijgesteld van arbeid. Indien zwaarwegende redenen van dienstbelang dit noodzakelijk maken, kan de vrijstelling van arbeid door Onze Minister tijdelijk worden opgeheven.
5.
Indien de opleiding niet kan worden afgerond voordat ontslag plaats vindt op grond van artikel 113, vijfde lid, kan de opleiding na het ontslag worden afgerond met vergoeding van de daarmee samenhangende opleidingskosten met inachtneming van de in het tweede lid bedoelde maximum bedragen.
6.
Bij ministeriele regeling worden nadere regels gesteld ten aanzien van dit artikel.