Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/900
Niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het cassatieberoep wegens het niet tijdig door een raadsman indienen van een schriftuur houdende middelen van cassatie.
HR 07-07-2015, ECLI:NL:HR:2015:1788
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 juli 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
13/05871
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1788, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑07‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1007, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑05‑2015
Essentie
Niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het cassatieberoep wegens het niet tijdig door een raadsman indienen van een schriftuur houdende middelen van cassatie.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 14 november 2013, nummer 22/003123-11, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv. mr. H. Faouzi te Zoetermeer.
Conclusie
Conclusie A-G mr. P.C. Vegter:
1.
Het Gerechtshof te Den Haag, heeft bij arrest van 14 november 2013 de verdachte wegens “Een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden, door een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.