Rb. Haarlem, 17-04-2012, nr. 15/800051-12
ECLI:NL:RBHAA:2012:BW9284
- Instantie
Rechtbank Haarlem
- Datum
17-04-2012
- Zaaknummer
15/800051-12
- LJN
BW9284
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBHAA:2012:BW9284, Uitspraak, Rechtbank Haarlem, 17‑04‑2012; (Eerste aanleg - meervoudig)
Uitspraak 17‑04‑2012
Inhoudsindicatie
32 dagen gevangenisstraf en 120 uren taakstraf voor witwassen (van twee diamanten met een geschatte waarde van 24.525 euro) en het bezit van een reisdocument waarvan verdachte weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het vals is.
Partij(en)
RECHTBANK HAARLEM
Sector Strafrecht
Locatie Schiphol
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/800051-12
Uitspraakdatum: 17 april 2012
Tegenspraak
Strafvonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 23 maart 2012 en 3 april 2012 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Verenigde Staten),
wonende te [adres en woonplaats].
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is, na toegestane wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:
Feit 1
hij op of omstreeks 14 januari 2012, te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, althans in Nederland, een (of meer) voorwerp(en), te weten twee diamanten, althans twee op geslepen diamanten gelijkende stenen (met een geschatte totale waarde van 24.525 euro) en/of een horloge (van het merk Patek Phillipe) en/of een horloge (van het merk Vacherin Constantin) heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp,
te weten voornoemd(e) voorwerp(en), gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat bovenomschreven voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
Feit 2
hij op of omstreeks 14 januari 2012 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, in het bezit was van een reisdocument, te weten een nationale identiteitskaart van Nederland (voorzien van het nummer [nummer]) (op naam gesteld van [naam] geboren op 12 november 1972), waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het reisdocument vals of vervalst was.
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten en gevorderd dat verdachte ter zake zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier (4) maanden, met aftrek van de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat de op de beslaglijst vermelde horloges en diamanten zullen worden verbeurd verklaard en de identiteitskaart zal worden onttrokken aan het verkeer.
4. Bewijs
4.1
Partiële vrijspraak ten aanzien van feit 1
Op 14 januari 2012 zijn bij verdachte onder andere twee horloges aangetroffen. Verdachte vervoerde de horloges, die niet nieuw maar gebruikt zijn, openlijk. Het is een feit van algemene bekendheid dat de luchthaven Schiphol niet zelden wordt gebruikt voor de in-, uit- of doorvoer van voorwerpen die onmiddellijk of middellijk afkomstig zijn uit een misdrijf. Ook is het een feit van algemene bekendheid dat Aruba een doorvoerland is van verdovende middelen. Deze feiten en omstandigheden zijn naar het oordeel van de rechtbank echter niet van dien aard dat ten aanzien van de horloges zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen. Bovendien heeft verdachte ten aanzien van de horloges een verklaring afgelegd die mede gelet op het in de bagage van verdachte aangetroffen doosje dat bij één van de horloges hoorde, naar het oordeel van de rechtbank niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk is.
Nu niet met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat de horloges een legale herkomst hebben en een criminele herkomst niet als enige aanvaardbare verklaring van de feiten en omstandigheden kan gelden, is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte is ten laste gelegd ten aanzien van de bij hem aangetroffen horloges, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
4.2
Bewijsverweer
De stelling van de raadsman dat uit het rapport van Gassan Diamonds B.V. niet zou blijken dat de taxatie ziet op de diamanten die bij verdachte zijn aangetroffen, vindt haar weerlegging in de hieronder opgenomen redengevende feiten en omstandigheden.
4.3
Redengevende feiten en omstandigheden ten aanzien van de feiten 1 en 2
Op zaterdag 14 januari 2012 omstreeks 11:00 uur werden op gate E-19 op de luchthaven Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, passagiers van de vlucht KL 767 vanuit Aruba in het kader van een zogenaamde 100% drugscontrole aan een douanecontrole onderworpen. Op deze vlucht was verdachte door het Passenger Operations Centre (POC) van de Douane voor controle geselecteerd. Tijdens een lijfsvisitatie werd een Nederlands rijbewijs, op naam gesteld van [naam verdachte], aangetroffen en een Nederlandse identiteitskaart, op naam gesteld van [naam houder nationale identiteitskaart] met daarop een goedgelijkende foto van verdachte. Verdachte haalde uit zijn broekzak een gripzakje met daarin twee op geslepen diamanten gelijkende stenen.
[naam], medewerker van de Douane en tevens FGA goudsmid, taxeerde de diamanten op respectievelijk € 5.089,- en € 4.228,-. Hij heeft deze prijzen gebaseerd op groothandelprijzen, de consumentenprijs ligt twee tot drie keer hoger. De bij verdachte aangetroffen reisdocumenten en goederen zijn overgedragen aan medewerkers van de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst (FIOD). Verbalisanten van de FIOD zijn met de diamanten die verdachte in zijn bezit had, naar Gassan Diamonds B.V. te Amsterdam gegaan. [naam], medewerker van Gassan Diamonds B.V. te Amsterdam, heeft de diamanten op respectievelijk € 15.275,- en € 9.250,- bij winkelverkoop getaxeerd.
Uit het paspoort van verdachte blijkt dat verdachte in de periode van 6 januari 2009 tot 13 januari 2012 in ieder geval vijf reizen naar de Nederlandse Antillen heeft gemaakt en één reis naar Marokko. In Fibase, het geautomatiseerde systeem van de Belastingdienst waarin de jaarlijkse looninkomsten van belastingplichtigen in Nederland zijn vermeld, is onderzoek naar de inkomsten van verdachte over de afgelopen drie jaar gedaan. Vermeld zijn de volgende bruto jaarinkomsten: 2009: € 10.448,-; 2010: € 9.367,- en 2011: € 8.441,-.
Door het Expertisecentrum Identiteitsfraude en Documenten van de Koninklijke Marechaussee is vastgesteld dat de identiteitskaart vals is.
Gevraagd naar de herkomst en de bestemming van de aangetroffen goederen heeft verdachte bij de Douane verklaard dat hij de diamanten in zijn broekzak heeft gevonden. In zijn latere verhoren bij de Koninklijke Marechaussee, bij de rechter-commissaris en ter terechtzitting heeft verdachte zich steeds beroepen op zijn zwijgrecht.
4.4
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt voorop dat in de onderhavige zaak geen direct bewijs is verkregen van het van enig misdrijf afkomstig zijn van de bij verdachte aangetroffen diamanten. Naar inmiddels bestendige jurisprudentie kan witwassen bewezen worden geacht, indien het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat de goederen uit enig misdrijf afkomstig zijn.
De rechtbank stelt vast dat verdachte heeft getracht twee diamanten met een aanzienlijke waarde op een ongebruikelijke wijze, namelijk in zijn broekzak, via Schiphol het land in te voeren. Het is een feit van algemene bekendheid dat de luchthaven Schiphol niet zelden wordt gebruikt voor de in-, uit- of doorvoer van voorwerpen die onmiddellijk of middellijk afkomstig zijn uit een misdrijf. Daarnaast was verdachte in het bezit van een valse identiteitskaart. Verder staan het reisgedrag van verdachte over de afgelopen drie jaren en het bezit van de twee diamanten met een aanzienlijke waarde niet in verhouding tot de inkomsten van verdachte. Genoemde feiten en omstandigheden zijn naar het oordeel van de rechtbank van dien aard dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen.
Van verdachte mag in een dergelijke situatie dan ook worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van de goederen die concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk is. De enige verklaring die verdachte ten aanzien van de diamanten heeft gegeven, is dat hij deze in zijn broekzak heeft gevonden. Aan deze verklaring hecht de rechtbank geen geloof.
Als gevolg daarvan blijft het vermoeden van witwassen bestaan.
Gelet op alle voornoemde feiten en omstandigheden kan de rechtbank niet anders dan concluderen dat de diamanten van misdrijf afkomstig zijn en dat de verdachte daarvan op de hoogte was.
4.5
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan, in dier voege dat:
Feit 1
hij op 14 januari 2012 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, voorwerpen, te weten twee diamanten met een geschatte totale waarde van 24.525 euro voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
Feit 2
hij op 14 januari 2012 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, in het bezit was van een reisdocument, te weten een nationale identiteitskaart van Nederland voorzien van het nummer [nummer] en op naam gesteld van [naam houder nationale identiteitskaart], geboren op 12 november 1972, waarvan hij wist dat het reisdocument vals was.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. Verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
5. Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
witwassen;
Ten aanzien van feit 2:
in het bezit zijn van een reisdocument waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, dat het vals is.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.
6. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.
7. Motivering van de sancties
Bij de beslissing over de sancties die aan verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon en de draagkracht van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het witwassen van twee diamanten met een aanzienlijke handelswaarde. Die handeling is gericht op het veiligstellen van uit misdrijf afkomstige opbrengsten. Door aldus te handelen heeft verdachte opbrengsten van misdrijven aan het zicht van justitie onttrokken, hetgeen een ernstige aantasting van de integriteit van het financieel en economisch bestel betekent. Daarnaast was verdachte in het bezit van een vals identiteitsbewijs. Een dergelijk document kan ertoe dienen de met de grensbewaking belaste autoriteiten te misleiden. Aldus heeft hij een ernstige inbreuk gemaakt op de belangen die met een deugdelijke grensbewaking worden gediend. In het maatschappelijk verkeer behoort men erop te kunnen vertrouwen, dat ter identificatie gebruikte ambtelijke stukken, zoals legitimatiebewijzen en reisdocumenten, een juiste weergave van de daarin vermelde gegevens bevatten. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan.
Hoofdstraffen
Op grond van de aard en de ernst van de feiten is de rechtbank van oordeel dat – uit een oogpunt van normhandhaving en preventie – een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op haar plaats is. De eis van de officier van justitie is in overeenstemming met de straf die ten aanzien van dit soort misdrijven in vergelijkbare gevallen pleegt te worden opgelegd, waarbij de rechtbank uitgaat van de landelijke oriëntatiepunten (LOVS). De rechtbank zal echter de op te leggen straf enigszins matigen gelet op de beperktere bewezenverklaring van het eerste feit dan door de officier van justitie voorgestaan. Daarnaast ziet de rechtbank aanleiding, mede in de door en namens verdachte naar voren gebrachte persoonlijke omstandigheden, verdachte een deel van de door de officier gevorderde straf in de vorm van een werkstraf op te leggen.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur alsmede een taakstraf in de vorm van een werkstraf van het na te noemen aantal uren moeten worden opgelegd.
Verbeurdverklaring
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten de op de beslaglijst vermelde diamanten, dienen te worden verbeurd verklaard.
Uit het onderzoek op de terechtzitting is gebleken dat het onder 1 bewezen verklaarde feit met betrekking tot die voorwerpen is begaan.
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank is van oordeel dat het onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerp, te weten de op de beslaglijst vermelde identiteitskaart, dient te worden verbeurd verklaard.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat het onder 2 bewezenverklaarde feit met betrekking tot dat voorwerp is begaan. Bovendien is het ongecontroleerde bezit van voormeld voorwerp in strijd met de wet.
8. Overige beslissing omtrent in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen
Teruggave aan verdachte
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten de op de beslaglijst vermelde horloges, dienen te worden teruggegeven aan verdachte.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is niet van enige samenhang met het onder 1 bewezen verklaarde feit gebleken.
9. Toepasselijke wettelijke voorschriften
10. Beslissing
De rechtbank:
verklaart bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 4.5 weergegeven;
verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij;
bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 5. vermelde feiten opleveren;
verklaart deze feiten strafbaar;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van TWEEËNDERTIG (32) DAGEN;
bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
veroordeelt verdachte tot het verrichten van HONDERDTWINTIG (120) UREN taakstraf in de vorm van een werkstraf, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door zestig (60) dagen hechtenis;
verklaart verbeurd: twee diamanten;
onttrekt aan het verkeer: valse Nederlandse identiteitskaart;
gelast de teruggave aan verdachte van:
- -
een goudkleurig horloge van het merk ‘Patek Phillipe’
- -
een goudkleurig horloge van het merk ‘Vacherin Constantin’;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van verdachte.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. K.G. Witteman, voorzitter,
mr. Ph. Burgers en mr. I.H. Lips, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. A.C. Diesfeldt,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 17 april 2012.
Mr. Witteman is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.