Einde inhoudsopgave
De faillissementspauliana (O&R nr. 75) 2012/6.4.3.2
6.4.3.2 Gevolgen van de vernietiging
mr. R.J. van der Weijden, datum 26-10-2012
- Datum
26-10-2012
- Auteur
mr. R.J. van der Weijden
- JCDI
JCDI:ADS378341:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Voetnoten
Voetnoten
Zie Pari. Gesch. Wijziging Rv e.a.w. (Inv. 3, 5 en 6), p. 399.
Vgl. Damsteegt-Molier 2009, p. 149-150 en 155.
Zie hierover § 5.2.2 van dit hoofdstuk.
Zie Kortmann en Faber 1996-11, p. 152; Van Koppen 1998-1, p. 167; Faber 2005, nr. 328; Damsteegt-Molier 2009, p. 149 en Wessels 2010, nr. 3141. Vgl. ook HR 15 maart 1940, Nl 1940, 848, nt. EMM (De BoerlHaskerveenpolder).
Zie Damsteegt-Molier 2009, p. 149-150. In zijn relatie tot de curator geldt dat de overeenkomst is vernietigd, zodat van een tekortkoming in de nakoming geen sprake kan zijn.
Anders Van Koppen 1998-1, p. 268.
De vordering van art. 51 lid 3 Fw is een vordering uit onverschuldigde betaling (art. 6:203 e.v. BW).1 In de verhouding tussen de curator en de wederpartij van de schuldenaar is achteraf bezien van een geldige overeenkomst geen sprake en heeft de wederpartij dus zonder rechtsgrond gepresteerd.2 Afhankelijk van de vraag of de boedel is gebaat door het ontvangene, kwalificeert de vordering als een faillissementsvordering of een boedelvordering.3
In de verhouding tussen de schuldenaar en zijn wederpartij blijft de door de curator vernietigde overeenkomst gewoon geldig.4 Bevatte de vernietigde overeenkomst de titel voor de overdracht van een aan de schuldenaar toebehorend goed, dan behoort het goed in deze verhouding dus nog tot het vermogen van de wederpartij. Omdat de wederpartij het goed desalniettemin aan de boedel heeft moeten afstaan, kan hij jegens de schuldenaar - afhankelijk van de tussen hen bestaande rechtsverhouding - nakoming vorderen, tot ontbinding van de overeenkomst overgaan en/of (aanvullende) schadevergoeding vorderen. Bedacht moet worden dat deze vorderingen van de wederpartij niet bestaan in zijn verhouding tot de curator.5 Hij kan zich voor deze vorderingen dan ook niet verhalen op goederen die tot de faillissementsboedel behoren. Hij kan zich uiteraard wel verhalen op de buiten het faillissement gebleven goederen van de schuldenaar.6 Is het faillissement van de schuldenaar geëindigd, dan kan de wederpartij zich voor de bedoelde vorderingen op alle goederen van de schuldenaar verhalen.