Einde inhoudsopgave
Wet extern klachtrecht
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 15-03-2005
- Bronpublicatie:
03-02-2005, Stb. 2005, 71 (uitgifte: 22-02-2005, kamerstukken: 28747)
- Inwerkingtreding
15-03-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-02-2005, Stb. 2005, 116 (uitgifte: 01-01-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Klachtbehandeling
Bestuursprocesrecht / Nationale ombudsman
Wet van 3 februari 2005 tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met een regeling over de behandeling van klachten over bestuursorganen door een ombudsman, alsmede daarmee samenhangende wijziging van de Wet Nationale ombudsman, de Gemeentewet, de Provinciewet, de Waterschapswet en de Wet gemeenschappelijke regelingen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging hebben genomen, dat het, gelet op de artikelen 78a, derde lid, en 107, tweede lid, van de Grondwet wenselijk is de Algemene wet bestuursrecht aan te vullen met bepalingen inzake de behandeling van klachten door een ombudsman, alsmede dat het wenselijk is te voorzien in een landelijk dekkend stelsel van externe klachtvoorzieningen en in verband daarmee wijzigingen aan te brengen in de Wet Nationale ombudsman, de Gemeentewet, de Provinciewet, de Waterschapswet en de Wet gemeenschappelijke regelingen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: