Einde inhoudsopgave
Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds
Artikel 408 Overleg
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2021
- Bronpublicatie:
30-12-2020, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-04-2021, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Douane (V)
1.
Een Partij kan door middel van een desbetreffend schriftelijk verzoek de andere Partij verzoeken om overleg over alle aangelegenheden uit hoofde van artikel 355, lid 3, en de hoofdstukken 6, 7 en 8. De klagende partij vermeldt in haar schriftelijk verzoek de redenen en de grondslag voor het verzoek, de maatregelen waarom het gaat alsmede de bepalingen die volgens haar van toepassing zijn. Het overleg moet onverwijld na de indiening van het verzoek om overleg door een Partij beginnen, en in elk geval uiterlijk 30 dagen na de datum van indiening van het verzoek, tenzij de Partijen een langere termijn overeenkomen.
2.
De Partijen treden in overleg teneinde een voor beide Partijen bevredigende oplossing voor de aangelegenheid te bereiken. Tijdens het overleg verstrekt elke Partij de andere Partij voldoende informatie waarover zij beschikt teneinde een volledige beoordeling van de aan de orde gestelde aangelegenheden mogelijk te maken. Elke Partij streeft ernaar de deelname te waarborgen van medewerkers van haar bevoegde autoriteiten die deskundig zijn ter zake van de aangelegenheid waarover het overleg plaatsvindt.
3.
Bij aangelegenheden die verband houden met artikel 355, lid 3, of met de multilaterale overeenkomsten of instrumenten als bedoeld in hoofdstukken 6, 7 of 8, houden de Partijen rekening met de beschikbare informatie van de IAO of van de bevoegde organen of organisaties die zijn opgericht in het kader van de multilaterale milieuovereenkomsten. In voorkomend geval winnen de Partijen gezamenlijk advies in bij die organisaties of hun organen, of bij elke andere deskundige die of elk ander orgaan dat zij geschikt achten.
4.
In voorkomend geval kan elke Partij de standpunten van de in artikel 13 bedoelde interne adviesgroepen verzamelen of ander deskundig advies inwinnen.
5.
Alle door de Partijen bereikte oplossingen worden openbaar gemaakt.