O&A 2020/15
Onrechtmatige overheidsdaad; vrijheid van vereniging (art. 11 EVRM)
HR 06-12-2019, ECLI:NL:HR:2019:1908
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 december 2019
- Zaaknummer
18/02848
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Ondernemingsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Internationaal publiekrecht (V)
Accounting (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1908, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑12‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:809, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑07‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑09‑2018
- Wetingang
Art. 6:162 BW, art. 11 EVRM
Essentie
Onrechtmatige overheidsdaad; vrijheid van vereniging (art. 11 EVRM)
Partij(en)
OvRAN/Staat
Uitspraak
Deze procedure gaat over de zogenoemde ‘negatieve verenigingsvrijheid’. Dit is de door art. 11 EVRM gewaarborgde vrijheid om niet verplicht lid te zijn of te blijven van een vereniging. De vraag is of de wettelijke verplichting voor accountants om lid te zijn van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (hierna: NBA) in strijd is met deze ‘negatieve verenigingsvrijheid’.
In deze procedure vordert OvRAN (een door accountants opgerichte beroepsvereniging) te verklaren voor recht (i) dat bepalingen in de Wet op het accountantsberoep ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.