Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Staten van Amerika
Artikel 16 Invaliditeitsuitkering
Geldend
Geldend vanaf 01-11-1990
- Bronpublicatie:
08-12-1987, Trb. 1987, 202 (uitgifte: 31-12-1987, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-1990
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-10-1990, Trb. 1990, 138 (uitgifte: 01-01-1990, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
Indien een onderdaan van één van de Verdragsluitende Staten of een in artikel 4, eerste lid, onder (b) of (c) bedoelde persoon, op het tijdstip waarop de arbeidsongeschiktheid met daarop volgende invaliditeit is ontstaan, onderworpen was aan de wetten van de Verenigde Staten en hij voordien in totaal ten minste twaalf maanden krachtens de Nederlandse wetten inzake invaliditeitsverzekering verzekerd is geweest, heeft hij recht op een uitkering vastgesteld volgens die Nederlandse wetten en berekend volgens de regels van het derde tot en met het zevende lid.
2.
Voor de toepassing van het eerste lid wordt een persoon geacht onderworpen te zijn aan de wetten van de Verenigde Staten wanneer hij krachtens deze wetten voor een uitkering verzekerd is of hem ten minste vier verzekeringskwartalen krachtens deze wetten zijn toegekend gedurende een tijdvak van acht kalenderkwartalen eindigend met het kalenderkwartaal waarin de arbeidsongeschiktheid met daarop volgende invaliditeit in de zin van de Nederlandse wetten is ontstaan.
3.
Het bedrag van de in het eerste lid bedoelde uitkering wordt berekend naar verhouding van de totale duur van de door de betrokkene na het bereiken van de 15-jarige leeftijd krachtens de Nederlandse wetten vervulde verzekeringstijdvakken tot de duur van het tijdvak gelegen tussen de datum waarop hij de 15-jarige leeftijd bereikte en de datum waarop zijn arbeidsongeschiktheid met daarop volgende invaliditeit is ontstaan.
4.
Indien de betrokkene, op het tijdstip dat de arbeidsongeschiktheid met daarop volgende invaliditeit is ontstaan, werknemer was of met een werknemer was gelijkgesteld, wordt de verschuldigde uitkering vastgesteld overeenkomstig de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) van 18 februari 1966. Indien dit niet het geval is, wordt de verschuldigde uitkering vastgesteld overeenkomstig de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AAW) van 11 december 1975.
5.
De volgende krachtens de Nederlandse wetten vervulde verzekeringstijdvakken worden in aanmerking genomen:
- a)
verzekeringstijdvakken gedurende arbeid vervuld krachtens de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering van 18 februari 1966 (WAO);
- b)
verzekeringstijdvakken gedurende zelfstandige arbeid vervuld krachtens de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet van 11 december 1975 (AAW);
- c)
tijdvakken van arbeid en daarmee gelijkgestelde tijdvakken die vóór 1 juli 1967 in Nederland zijn vervuld.