RvdW 2017/1060
Ondercuratelestelling; medische verklaring noodzakelijk?; art. 8 EVRM; aanbevelingen Comité van Ministers RvE niet bindend.
HR 06-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2562
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 oktober 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron
- Zaaknummer
17/00322
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Gezondheidsrecht / Individuele gezondheidszorg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2562, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑10‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:654, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑06‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑01‑2017
- Wetingang
Art. 8 EVRM; art. 1:378 BW; art. 799 Rv
Essentie
Ondercuratelestelling; medische verklaring noodzakelijk?; art. 8 EVRM; aanbevelingen Comité van Ministers RvE niet bindend.
De wet bevat ten aanzien van een verzoek tot ondercuratelestelling niet de verplichting om een verklaring van een deskundige over te leggen. Het is vaste rechtspraak dat ter vrije beoordeling van de rechter staat of deze een onderzoek door een medisch deskundige noodzakelijk acht alvorens te beslissen tot ondercuratelestelling. Hij hoeft tot het gelasten van een zodanig onderzoek niet over te gaan indien hij op grond van de overgelegde stukken en de verklaringen ter zitting tot de overtuiging is gekomen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.