Gst. 2017/138
Verminderde verwijtbaarheid. Fictieve (minimum) draagkracht wordt voor de vaststelling van de hoogte van de bestuurlijke boete in beginsel bepaald op 10% van de toepasselijke bijstandsnorm. (Hoorn)
CRvB 16-05-2017, ECLI:NL:CRVB:2017:1816, m.nt. I.F. Stolze en J.C. de Wit
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
16 mei 2017
- Magistraten
Mrs. R.H.M. Roelofs, E.C.R. Schut, C.J. Borman
- Zaaknummer
15/6755 WWB
- Noot
I.F. Stolze en J.C. de Wit
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS927209:1
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid bijstand / Algemeen
Sociale zekerheid bijstand / Algemene bijstand
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2017:1816, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 16‑05‑2017
- Wetingang
(Art. 17, 18a Participatiewet, art. 475d lid 4 Rv)
Essentie
Verminderde verwijtbaarheid. Fictieve (minimum) draagkracht wordt voor de vaststelling van de hoogte van de bestuurlijke boete in beginsel bepaald op 10% van de toepasselijke bijstandsnorm. (Hoorn)
Samenvatting
Mate van verwijtbaarheid
Appellante heeft aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte is uitgegaan van gewone verwijtbaarheid. Onder de gegeven omstandigheden kan haar immers niet of nauwelijks een verwijt worden gemaakt van de late melding van haar detentie bij het college. […]
Anders dan de rechtbank, oordeelt de Raad dat onder de gegeven omstandigheden niet alleen niet van opzet of grove schuld van appellante ten aanzien van de overtreding van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.