NJB 2021/3187:Alimentatie. Ingangsdatum. Het hof overweegt dat de alimentatie zal ingaan op de datum van de beschikking van de rechtbank, maar vermeldt in het dictum als datum van ingang de datum van de beschikking van het hof. Hoge Raad: 1. Kennelijke fout. Van een kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent in de zin van art. 31 Rv is sprake indien voor partijen en derden kenbaar is waarin de fout is gelegen. Daarvan is in deze zaak geen sprake. 2. Onbegrijpelijk oordeel. De overwegingen van het hof (dat en waarom er geen aanleiding is de alimentatie eerder te laten ingaan dan op de datum van de beschikking van de rechtbank), kunnen niet redengevend zijn voor de beslissing om de alimentatie niet eerder te laten ingaan dan op de datum van de beschikking van het hof. De Hoge Raad doet zelf af.

NJB 2021/3187

Alimentatie. Ingangsdatum. Het hof overweegt dat de alimentatie zal ingaan op de datum van de beschikking van de rechtbank, maar vermeldt in het dictum als datum van ingang de datum van de beschikking van het hof. Hoge Raad: 1. Kennelijke fout. Van een kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent in de zin van art. 31 Rv is sprake indien voor partijen en derden kenbaar is waarin de fout is gelegen. Daarvan is in deze zaak geen sprake. 2. Onbegrijpelijk oordeel. De overwegingen van het hof (dat en waarom er geen aanleiding is de alimentatie eerder te laten ingaan dan op de datum van de beschikking van de rechtbank), kunnen niet redengevend zijn voor de beslissing om de alimentatie niet eerder te laten ingaan dan op de datum van de beschikking van het hof. De Hoge Raad doet zelf af.

Documentgegevens:

HR 26-11-2021, ECLI:NL:HR:2021:1769

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 26 november 2021
Magistraten: Mrs. C.E. du Perron, S.J. Schaafsma, G.C. Makkink
Zaaknummer: 21/00691
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Vakgebied(en): Personen- en familierecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2021:1769, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑11‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:818, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑09‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑02‑2021
Wetingang: (art. 31 lid 1 en 4 Rv; art. 79 RO; art. 1:402 lid 1 BW)

Essentie

Alimentatie. Ingangsdatum. Het hof overweegt dat de alimentatie zal ingaan op de datum van de beschikking van de rechtbank, maar vermeldt in het dictum als datum van ingang de datum van de beschikking van het hof. Hoge Raad: 1. Kennelijke fout. Van een kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent in de zin van art. 31 Rv is sprake indien voor partijen en derden kenbaar is waarin de fout is gelegen. Daarvan is in deze zaak geen sprake. 2. Onbegrijpelijk oordeel. De overwegingen van het hof (dat en waarom er geen aanleiding is de alimentatie eerder ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.