Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/827
Feitelijk leiding geven aan het door een rechtspersoon begaan van bedrieglijke bankbreuk, meermalen gepleegd (art. 341 (oud), jo. art. 51 Sr). Bewijsklachten over 1. opzet op bedrieglijke verkorting van de rechten van de schuldeisers en 2. feitelijk leiding geven aan de B.V. door de verdachte. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 23-06-2020, ECLI:NL:HR:2020:1105
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 juni 2020
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
19/00557
- Conclusie
A-G mr. B.F. Keulen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Insolventierecht / Faillissement
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1105, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑06‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:458, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑05‑2020
Essentie
Feitelijk leiding geven aan het door een rechtspersoon begaan van bedrieglijke bankbreuk, meermalen gepleegd (art. 341 (oud), jo. art. 51 Sr). Bewijsklachten over 1. opzet op bedrieglijke verkorting van de rechten van de schuldeisers en 2. feitelijk leiding geven aan de B.V. door de verdachte. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 19/00557
Datum 23 juni 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 4 februari 2019, nummer 20/001757-16, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.