Uitvoeringswet der bepalingen van de artikelen 33, 36, 37 en 38 der herziene akte omtrent de Rijnvaart
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2002
- Bronpublicatie:
06-12-2001, Stb. 2001, 584 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken: 27878)
- Inwerkingtreding
01-01-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-12-2001, Stb. 2001, 621 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
De rechtbanken nemer kennis van:
- 1°
de binnen hun arondissement gepleegde in artikel 34 I der herziene Rijnvaart-akte bedoelde overtredingen;
- 2°
van de in art. 34 II van de akte bedoelde burgerlijke vorderingen, voor zover de betaling van de verschuldigde rechten binnen hun arondissement moest zijn geschied, of de schade binnen hun arondissement is toegebracht.
2.
Indien de onder 1° en 2° bedoelde overtredingen en burgerlijke vorderingen kantonzaken betreffen, worden de zaken behandeld en beslist door de kantonrechter van de rechtbank.