Einde inhoudsopgave
Besluit Deelnemingsvrijstelling
6.2.1 Artikel 13ba, tweede lid, onderdeel a, Wet Vpb; storting gevolgd door aflossing
Geldend
Geldend vanaf 21-09-2024
- Bronpublicatie:
19-09-2024, Stcrt. 2024, 29714 (uitgifte: 20-09-2024, regelingnummer: 2024-20865)
- Inwerkingtreding
21-09-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-09-2024, Stcrt. 2024, 29714 (uitgifte: 20-09-2024, regelingnummer: 2024-20865)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Deelnemingsvrijstelling
Op grond van artikel 13ba, eerste lid en tweede lid, onderdeel a, Wet Vpb wordt een afwaardering van een schuldvordering teruggenomen als de met de schuldvordering corresponderende schuld door de schuldenaar wordt voldaan door het uitgeven van aandelen, winstbewijzen, lidmaatschapsrechten of bewijzen van deelgerechtigdheid. Ook bij een samenstel van rechtshandelingen kan sprake zijn van een situatie als bedoeld in artikel 13ba, tweede lid, onderdeel a, Wet Vpb. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als een belastingplichtige een afgewaardeerde schuldvordering in vreemde valuta heeft op een schuldenaar en op enig moment tegen uitreiking van aandelen contanten worden gestort in de schuldenaar, waarna de schuld aan de belastingplichtige wordt afgelost.
Volledigheidshalve merk ik op dat artikel 13ba Wet Vpb alleen aan de orde komt als de eerder genomen afwaardering niet al op grond van het totaal- en jaarwinstbeginsel teruggenomen moet worden.