AB 2013/259
Ambtshalve toetsing. Ambtshalve toetsing door nationale rechter van oneerlijk karakter van contractueel beding. De nationale rechter mag, zoals dit op grond van het nationale recht is toegestaan, niet volstaan de hoogte van de in dat beding bepaalde boete te matigen.
HvJ EU 30-05-2013, ECLI:EU:C:2013:341, m.nt. R. Ortlep en M.J.M. Verhoeven (Brusse en Gabarito/Jahani)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
30 mei 2013
- Magistraten
A. Tizzano, M. Ilešič, E. Levits, M. Safjan, M. Berger
- Zaaknummer
C-488/11
- Noot
R. Ortlep en M.J.M. Verhoeven
- LJN
CA2493
- Roepnaam
Brusse en Gabarito/Jahani
- JCDI
JCDI:ADS914757:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen / Europees bestuursrecht
EU-recht / Algemeen
Vermogensrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
EU-recht / Rechtsbescherming
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Huurrecht / Huur van woonruimte
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2013:341, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 30‑05‑2013
- Wetingang
Essentie
Ambtshalve toetsing. Ambtshalve toetsing door nationale rechter van oneerlijk karakter van contractueel beding. De nationale rechter mag, zoals dit op grond van het nationale recht is toegestaan, niet volstaan de hoogte van de in dat beding bepaalde boete te matigen.
Samenvatting
Gelet op het voorgaande moet op de eerste vraag dus worden geantwoord dat de richtlijn aldus moet worden uitgelegd dat zij, afgezien van de bedingen waarin dwingende wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen van nationaal recht zijn overgenomen, wat door de nationale rechter dient te worden nagegaan, van toepassing is op een huurovereenkomst voor woonruimte, gesloten tussen een verhuurder ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.