Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/523 tot vaststelling van het InvestEU-programma en tot wijziging van Verordening (EU) 2015/1017
Artikel 2 Definities
Geldend
Geldend vanaf 26-03-2021
- Bronpublicatie:
24-03-2021, PbEU 2021, L 107 (uitgifte: 26-03-2021, regelingnummer: 2021/523)
- Inwerkingtreding
26-03-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-03-2021, PbEU 2021, L 107 (uitgifte: 26-03-2021, regelingnummer: 2021/523)
- Vakgebied(en)
Corona (V)
EU-recht / Financiering
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- 1)
‘InvestEU-programma’: het InvestEU-fonds, de InvestEU-advieshub, het InvestEU-portaal en de blendingverrichtingen gezamenlijk;
- 2)
‘EU-garantie’: een door de begroting van de Unie verstrekte, algemene, onherroepelijke, onvoorwaardelijke en afroepbare begrotingsgarantie op grond waarvan de begrotingsgaranties overeenkomstig artikel 219, lid 1, van het Financieel Reglement van kracht worden door de inwerkingtreding van individuele garantieovereenkomsten met uitvoerende partners;
- 3)
‘beleidsterrein’: een aangewezen gebied voor ondersteuning door de EU-garantie als bepaald in artikel 8, lid 1;
- 4)
‘compartiment’: een deel van de EU-garantie gedefinieerd op basis van de oorsprong van de middelen waardoor het wordt gedekt;
- 5)
‘blendingverrichting’: een door de begroting van de Unie ondersteunde verrichting, waarbij niet-terugbetaalbare vormen van steun, terugbetaalbare vormen van steun, of beide, uit de begroting van de Unie worden gecombineerd met terugbetaalbare vormen van steun van instellingen voor ontwikkelingsfinanciering of andere openbare financiële instellingen, of van commerciële financiële instellingen en investeerders. Voor de toepassing van deze definitie mogen programma's van de Unie die worden gefinancierd uit andere bronnen dan de begroting van de Unie, zoals het EU-ETS-innovatiefonds, worden gelijkgesteld met uit de begroting van de Unie gefinancierde programma's van de Unie;
- 6)
‘EIB-groep’: de EIB, haar filialen en andere lichamen die zijn opgericht overeenkomstig artikel 28, lid 1, van Protocol nr. 5 betreffende de statuten van de Europese Investeringsbank, gehecht aan het VEU en het VWEU (de statuten van de EIB);
- 7)
‘financiële bijdrage’: een bijdrage van een uitvoerende partner in de vorm van eigen risicodragende capaciteit die op gelijke voet met de EU-garantie wordt verstrekt, of in een andere vorm die een efficiënte uitvoering van het InvestEU-programma mogelijk maakt en tegelijkertijd een passende afstemming van belangen waarborgt;
- 8)
‘bijdrageovereenkomst’: een rechtsinstrument waarin de Commissie en een of meer lidstaten de voorwaarden van de EU-garantie in het lidstaatcompartiment specificeren, als bepaald in artikel 10;
- 9)
‘financieel product’: een financieel mechanisme of een financiële regeling op grond waarvan de uitvoerende partner directe financiering of financiering via intermediairs aan eindontvangers verstrekt gebruikmakend van een van de in artikel 16 bedoelde soorten financiering;
- 10)
‘financierings- en investeringsverrichtingen’ of ‘financierings- of investeringsverrichtingen’: verrichtingen waarbij financiering aan eindontvangers op directe of indirecte wijze door middel van financiële producten wordt verstrekt, die door een uitvoerende partner in eigen naam worden uitgevoerd, die door de uitvoerende partner in overeenstemming met zijn interne regels, beleid en procedures worden verstrekt en die in de financiële staten van de uitvoerende partner worden verwerkt of, in voorkomend geval, in de opmerkingen bij die financiële staten worden vermeld;
- 11)
‘fondsen in gedeeld beheer’: fondsen die voorzien in de mogelijkheid om een deel van die fondsen toe te wijzen aan de voorziening voor een onder het lidstaatcompartiment van het InvestEU-fonds vallende begrotingsgarantie, namelijk het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO) en het Cohesiefonds die ingesteld moeten worden door een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds voor de jaren 2021 tot en met 2027, het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+) dat ingesteld moet worden door een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees Sociaal Fonds Plus (de ‘ESF+-verordening voor 2021–2027’), het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur (EMFAF) dat ingesteld moet worden door een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 508/2014, en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) dat moet worden ingesteld door een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en van Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad (de ‘verordening inzake strategische GLB-plannen’);
- 12)
‘garantieovereenkomst’: een rechtsinstrument waarin de Commissie en een uitvoerende partner de voorwaarden bepalen waaronder financierings- en investeringsverrichtingen met het oog op dekking door de EU-garantie worden voorgesteld, de EU-garantie voor die verrichtingen wordt verleend, en die verrichtingen in overeenstemming met deze verordening worden uitgevoerd;
- 13)
‘uitvoerende partner’: een in aanmerking komende tegenpartij zoals een financiële instelling of een andere financiële intermediair waarmee de Commissie een garantieovereenkomst heeft gesloten;
- 14)
‘belangrijk project van gemeenschappelijk Europees belang’: een project dat voldoet aan alle criteria die zijn vastgesteld in de mededeling van de Commissie betreffende criteria voor de beoordeling van de verenigbaarheid met de interne markt van staatssteun ter bevordering van de verwezenlijking van belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang of een latere herziening van die mededeling;
- 15)
‘adviesovereenkomst’: een rechtsinstrument waarin de Commissie en de adviespartner de voorwaarden voor de uitvoering van de InvestEU-advieshub specificeren;
- 16)
‘adviesinitiatief’: technische bijstand en adviesdiensten die investeringen ondersteunen, met inbegrip van activiteiten voor capaciteitsopbouw, die worden uitgevoerd door adviespartners, door externe dienstverleners in opdracht van de Commissie, of door uitvoerende agentschappen;
- 17)
‘adviespartner’: een in aanmerking komende tegenpartij zoals een financiële instelling of een andere entiteit waarmee de Commissie een adviesovereenkomst heeft gesloten met het oog op het uitvoeren van een of meer andere adviesinitiatieven dan de adviesinitiatieven die door externe dienstverleners in opdracht van de Commissie of door uitvoerende agentschappen worden uitgevoerd;
- 18)
‘investeringsplatform’: een special purpose vehicle, een beheerde rekening, een contractuele regeling voor medefinanciering of risicodeling, of een met andere middelen ingestelde regeling, die entiteiten gebruiken om bij te dragen aan de financiering van een aantal investeringsprojecten, en waartoe kunnen behoren:
- a)
een nationaal of subnationaal platform voor diverse investeringsprojecten op het grondgebied van een bepaalde lidstaat;
- b)
een grensoverschrijdend, meerlanden-, regionaal of macroregionaal platform voor partners uit diverse lidstaten, regio's of derde landen die geïnteresseerd zijn in investeringsprojecten in een bepaald geografisch gebied;
- c)
een thematisch platform voor investeringsprojecten binnen een bepaalde sector;
- 19)
‘microfinanciering’: microfinanciering als omschreven in de relevante bepalingen van de ESF+-verordening voor 2021–2027;
- 20)
‘nationale stimuleringsbank of -instelling’: een juridische entiteit die beroepsmatig financiële activiteiten verricht en van een lidstaat of een entiteit van een lidstaat op centraal, regionaal of lokaal niveau de opdracht heeft gekregen om ontwikkelings- of stimuleringsactiviteiten te verrichten;
- 21)
‘kleine en middelgrote onderneming’ of ‘kmo’: een micro-, kleine of middelgrote onderneming in de zin van de bijlage bij Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie (1);
- 22)
‘kleine midcaponderneming’: een entiteit die geen kmo is en die maximaal 499 werknemers in dienst heeft;
- 23)
‘sociale onderneming’: een sociale onderneming als omschreven in de relevante bepalingen van de ESF+-verordening voor 2021–2027;
Voetnoten
Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PB LÂ 124 van 20.5.2003, blz. 36).