Besluit additieven in levensmiddelen BES
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van het Landsbesluit additieven in levensmiddelen, zoals gewijzigd bij het Aanpassingsbesluit openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (27-09-2010, Stb. 366). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
15-09-2010, Stb. 2010, 655 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 07-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
In dit besluit wordt verstaan onder:
- a.
additieven:
levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen;
- b.
quantum satis:
een hoeveelheid van een additief toegevoegd aan eet- en drinkwaren overeenkomstig goede productiemethoden, die niet groter is dan voor het beoogde doel nodig is, onder de voorwaarde dat de consument niet wordt misleid;
- c.
onverwerkte eet- of drinkwaar:
een eet- of drinkwaar die geen behandeling heeft ondergaan welke een ingrijpende wijziging veroorzaakt in de oorspronkelijke staat daarvan, met dien verstande dat die eet- of drinkwaar gesneden, verdeeld, uitgebeend, gehakt, gepeld, geschild, gewassen, gemalen, schoongemaakt, diepgevroren, ingevroren, gekoeld, ontkorst, gedopt, verpakt of niet-verpakt kan zijn;
- d.
conserveermiddelen:
stoffen die de houdbaarheid van eet- en drinkwaren vergroten door deze te beschermen tegen bederf door micro-organismen;
- e.
anti-oxidanten:
stoffen die de houdbaarheid van eet- en drinkwaren vergroten door deze te beschermen tegen bederf door oxidatie;
- f.
draagstoffen:
stoffen, met inbegrip van oplosmiddelen die als draagstoffen fungeren die gebruikt worden om een additief op te lossen, te verdunnen, te dispergeren of op een andere wijze fysisch te wijzigen zonder de technologische functie daarvan te veranderen en zonder zelf enig technologisch effect uit te oefenen ten einde de verwerking, de toepassing of het gebruik van het additief te vergemakkelijken;
- g.
voedingszuren:
stoffen die de zuurtegraad van eet- en drinkwaren verhogen of er een zure smaak aan geven;
- h.
zuurteregelaars:
stoffen die de zuurte of alkaliteit van eet- en drinkwaren veranderen of regelen;
- i.
antiklontermiddelen:
stoffen die de neiging van afzonderlijke deeltjes van eet- en drinkwaren om aan elkaar te kleven verkleinen;
- j.
antischuimmiddelen:
stoffen die schuimvorming verhinderen of verminderen;
- k.
vulstoffen:
stoffen die het volume van een eet- of drinkwaar vergroten zonder noemenswaardig tot de beschikbare energiewaarde ervan bij te dragen;
- l.
emulgatoren:
stoffen die een homogene menging van twee of meer onmengbare fasen in een eet- of drinkwaar mogelijk maken of instandhouden;
- m.
smeltzouten:
stoffen die de kaaseiwitten in gedispergeerde vorm omzetten en zodoende een homogene verdeling van vet en andere bestanddelen bewerkstelligen;
- n.
verstevigingsmiddelen:
stoffen die de vezels van fruit en groeten stevig of knapperig maken of houden, of een wisselwerking met geleermiddelen aangaan om een gel te vormen of te verstevigen;
- o.
smaakversterkers:
stoffen die de karakteristieke smaak of geur van een eet- of drinkwaar versterken;
- p.
schuimmiddelen:
stoffen die het mogelijk maken een homogene dispersie van een gasvormige fase in een vloeibare of vaste eet- of drinkwaar te vormen;
- q.
geleermiddelen:
stoffen die een eet- of drinkwaar vorm geven door de vorming van een gel;
- r.
glansmiddelen:
stoffen, met inbegrip van glijmiddelen die, wanneer zij worden aangebracht op het oppervlak van een eet- of drinkwaar, daaraan een glanzend uiterlijk geven, of daarop een beschermende deklaag vormen;
- s.
bevochtigingsmiddelen:
stoffen die uitdroging van eet- en drinkwaren beletten door de gevolgen van een lage luchtvochtigheid tegen te gaan, of de oplossing van een poeder in een waterig medium bevorderen;
- t.
gemodificeerde zetmelen:
stoffen die door één of meer chemische behandelingen worden verkregen uit zemelen, die een fysische of enzymatische behandeling kunnen hebben ondergaan, en die met zuur of loog mogen zijn verdund of gebleekt;
- u.
verpakkingsgassen:
gassen, met uitzondering van lucht die vóór, tijdens of na het in de verpakking brengen van een eet- of drinkwaar in die verpakking worden gebracht;
- v.
drijfgassen:
gassen met uitzondering van lucht die een eet- of drinkwaar uit zijn recipiënt drukken;
- w.
rijsmiddelen:
stoffen of mengels van stoffen die gas vrijmaken en daardoor het volume van deeg of beslag vergroten;
- x.
complexvormers:
stoffen die chemische complexen vormen met metaalionen;
- y.
stabilisatoren:
stoffen die het mogelijk maken de fysisch-chemische toestand van een eet- of drinkwaar in stand te houden door een homogene dispersie van twee of meer onmengbare stoffen in een eet- of drinkwaar in stand te houden, of een karakteristieke kleur van een eet- of drinkwaar te stabiliseren, fixeren of intensiveren;
- z.
verdikkingsmiddelen:
stoffen die de viscositeit van een eet- of drinkwaar vergroten;
- aa.
meelverbeteraars:
stoffen, met uitzondering van emulgatoren, die aan meel of deeg worden toegevoegd om de bakeigenschappen te verbeteren.
2.
Dit besluit is niet van toepassing op:
- a.
stoffen die gebruikt worden voor de behandeling van drinkwater;
- b.
producten die pectine bevatten en die verkregen worden uit gedroogde appelpulp, schillen van citrusvruchten of een mengsel daarvan, door middel van een behandeling met verdund zuur, gevolgd door een gedeeltelijke neutralisatie met natrium- of kaliumzouten;
- c.
kauwgombasis;
- d.
witte of gele dextrine, geroost of gedextrineerd zetmeel, zetmeel dat gemodificeerd is door een behandeling met zuur of base, gebleekt zetmeel, fysisch gemodificeerd zetmeel en zetmeel dat behandeld is met enzymen die zetmeel afbreken;
- e.
ammoniumchloride;
- f.
bloedplasma;
- g.
voedingsgelatine;
- h.
eiwithydrolysaten en hun zouten;
- i.
melkeiwit, caseïnaten en caseïne;
- j.
gluten;
- k.
aminozuren en hun zouten, met uitzondering van glutaminezuur, glycine, cysteïne en cystine en hun zouten voorzover zij geen functie als additief hebben;
- l.
inuline;
- m.
niet in de bijlagen genoemde enzymen.
3.
De in dit besluit genoemde maximumconcentraties hebben, tenzij in dit besluit anders is bepaald, betrekking op eet- en drinkwaren zoals die verhandeld worden.