Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de toetreding van de Helleense Republiek tot het Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, alsmede tot het Protocol betreffende de uitlegging daarvan door het Hof van Justitie, zoals deze zijn gewijzigd bij het Verdrag inzake de toetreding van het Koninkrijk Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-04-1989
- Bronpublicatie:
25-10-1982, Trb. 1983, 24 (uitgifte: 10-02-1983, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-1989
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-03-1989, Trb. 1989, 45 (uitgifte: 01-01-1989, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
Verdrag van 25 oktober 1982
Preambule
De Hoge Verdragsluitende Partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,
Overwegende dat de Helleense Republiek, door lid te worden van de Gemeenschap, zich verplicht heeft om toe te treden tot het Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken en tot het Protocol betreffende de uitlegging van dat Verdrag door het Hof van Justitie, zoals deze zijn gewijzigd bij het Verdrag inzake de toetreding van het Koninkrijk Denemarken, Ierland en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, en te dien einde onderhandelingen met de Lid-Staten van de Gemeenschap te beginnen om daarin de noodzakelijke aanpassingen aan te brengen,
Hebben besloten dit Verdrag te sluiten en hebben te dien einde als hun gevolmachtigden aangewezen:
Zijne Majesteit de Koning der Belgen:
Jean Gol,
Vice-eerste Minister,
Minister van Justitie en institutionele hervormingen;
Hare Majesteit de Koningin van Denemarken:
Erik Ninn-Hansen,
Minister van Justitie;
De President van de Bondsrepubliek Duitsland:
Hans Arnold Engelhard,
Bondsminister van Justitie;
Dr. Günther Knackstedt,
Ambassadeur van de Bondsrepubliek Duitsland in Luxemburg;
De President van de Helleense Republiek:
Georges-Alexandre Mangakis,
Minister van Justitie;
De President van de Franse Republiek:
Robert Badinter,
Zegelbewaarder,
Minister van Justitie;
De President van Ierland:
Seân Doherty,
Minister van Justitie;
De President van de Italiaanse Republiek:
Clelio Darida,
Minister van Justitie;
Zijne Koninklijke Hoogheid de Groothertog van Luxemburg:
Colette Flesch,
Vice-president van de Regering,
Minister van Justitie;
Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden:
J. de Ruiter,
Minister van Justitie;
Hare Majesteit de Koningin van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannie en Noord-Ierland:
Peter Lovat Fraser, Esquire,
Solicitor-general voor Schotland,
Departement van de Lord Advocate;
Die, in het kader van de Raad bijeen, na overlegging van hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten,
Omtrent de volgende bepalingen overeenstemming hebben bereikt:
Verdragpartijgroep