Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen
Einde inhoudsopgave
Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen (VDHI nr. 122) 2014/3.4:3.4 Twee basisvormen van splitsing: zuivere splitsing en afsplitsing
Grensoverschrijdende juridische splitsing van kapitaalvennootschappen (VDHI nr. 122) 2014/3.4
3.4 Twee basisvormen van splitsing: zuivere splitsing en afsplitsing
Documentgegevens:
mr. E.R. Roelofs, datum 01-04-2014
- Datum
01-04-2014
- Auteur
mr. E.R. Roelofs
- JCDI
JCDI:ADS435796:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De Nederlandse wetgeving betreffende juridische splitsing kent twee basisvormen van splitsing: zuivere splitsing en afsplitsing (artikel 2:334a lid 1 BW). Zuivere splitsing en afsplitsing vormen de basis voor meerdere (sub-)vormen van splitsing, welke zullen worden behandeld in paragraaf 3.8. De Nederlandse wetgeving omvat alle vormen van splitsing die de Zesde richtlijn kent.
De definitie van zuivere splitsing is opgenomen in artikel 2:334a lid 2 BW. Zuivere splitsing wordt omschreven als:
‘de rechtshandeling waarbij het vennogen van een vennootschap die bij de splitsing ophoudt te bestaan onder algemene titel overeenkomstig de aan de akte van splitsing gehechte beschrijving wordt verkregen door twee of meer andere rechtspersonen’.
De zuivere splitsing als opgenomen in artikel 2:334a lid 2 BW is een implementatie van artikel 1 Zesde richtlijn. De verkrijgende vennootschappen bij de splitsing kunnen reeds bestaan – in dat geval is sprake van een splitsing door overneming in de zin van artikel 1 lid 1 Zesde richtlijn – of in het kader van de splitsing worden opgericht – in dat geval is sprake van een splitsing door oprichting van nieuwe vennootschappen in de zin van artikel 1 lid 2 Zesde richtlijn. Een combinatie van beide vormen van splitsing – splitsing door overneming en splitsing door oprichting van nieuwe vennootschappen – is eveneens mogelijk. Ook deze vorm van splitsing valt onder de reikwijdte van de Zesde richtlijn (artikel 1 lid 3 Zesde richtlijn).
Afsplitsing is gedefinieerd in artikel 2:334a lid 3 BW. Afsplitsing is:
‘de rechtshandeling waarbij het vennogen of een deel daarvan van een vennootschap die bij de splitsing niet ophoudt te bestaan onder algemene titel overeenkomstig de aan de akte van splitsing gehechte beschrijving wordt verkregen door een of meer andere rechtspersonen waarvan ten minste één overeenkomstig het bepaalde in deze of de volgende afdeling lidmaatschapsrechten of aandelen in zijn kapitaal toekent aan de leden of aan aandeelhouders van de splitsende vennootschap of waarvan ten minste één bij de splitsing door de splitsende vennootschap wordt opgericht.’
Bij afsplitsing houdt de (afsplitsende vennootschap niet op te bestaan, in tegenstelling tot bij zuivere splitsing. De afsplitsing vindt eveneens haar basis in de Zesde richtlijn (artikel 25 Zesde richtlijn), zij het dat in de Zesde richtlijn geen extensieve regeling is gegeven voor afsplitsing. Slechts de bepalingen omtrent zuivere splitsing worden van overeenkomstige toepassing verklaard op afsplitsing.