Einde inhoudsopgave
Successiebelastingverordening 1908 [Curaçao]
Artikel 1A
Geldend
Geldend vanaf 29-12-2018. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 17-10-2018
- Bronpublicatie:
27-12-2018, Publicatieblad van Curaçao 2018, 83 (uitgifte: 28-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
29-12-2018, terugwerkend tot: 17-10-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-12-2018, Publicatieblad van Curaçao 2018, 83 (uitgifte: 28-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Curaçao
1.
In deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder levenspartner, de meerderjarige persoon die, gedurende een periode, op hetzelfde adres ingeschreven staat in de basisadministratie en samenwoont in een duurzame gemeenschappelijke huishouding, samen met de meerderjarige schenker dan wel erflater en die het leven samen delen als ware zij gehuwd. Er is sprake van een duurzame gemeenschappelijke huishouding indien levenspartners ten opzichte van elkaar een wederzijdse zorgplicht zijn aangegaan.
2.
In afwijking van het eerste lid, is er sprake van levenspartner, indien personen niet langer op hetzelfde adres in de basisadministratie ingeschreven staan, vanwege opname in een verpleeghuis of verzorgingshuis omwille van medische redenen of ouderdom van een van hen, voor zover na het einde van de inschrijving op hetzelfde woonadres ten aanzien van geen van beiden een derde persoon als levenspartner wordt aangemerkt.
3.
Een persoon kan op enig moment slechts één levenspartner of echtgenoot hebben.
4.
Levenspartners kunnen geen bloed- of aanverwanten van elkaar zijn, tenzij zij met elkaar een huwelijk in de zin van het Burgerlijke Wetboek zijn aangaan.
5.
Met een periode als bedoeld in het eerste lid wordt:
- a.
bij een verkrijging krachtens erfrecht, bedoeld zes maanden voorafgaand aan het overlijden dat aanleiding is tot heffing van successiebelasting, waarbij de maand van het overlijden niet wordt meegerekend;
- b.
bij een verkrijging bij wijze van schenking, bedoeld 24 maanden voorafgaand aan de schenking, waarbij de maand van de schenking niet wordt meegerekend.
6.
Er dient tussen de samenwonende levenspartners sprake te zijn van een duurzame lotsverbondenheid.
7.
Er is sprake van een levenspartner als bedoeld in het eerste en tweede lid indien er:
- a.
een schriftelijke verklaring van samenwonen tussen de personen is; of
- b.
een door een notaris opgestelde overeenkomst van samenwonen is; of
- c.
een in een notariële akte of uiterste wilsbeschikking opgenomen verklaring van het duurzaam samenwonen en het voeren van een gemeenschappelijke huishouding, als ware zij gehuwd is.
8.
Middels een schriftelijke verklaring van een levenspartner, onderbouwd met schriftelijke verklaringen van derden, kunnen personen die in een duurzame gemeenschappelijke huishouding samenwonen, maar waarbij de documenten, bedoeld in het zevende lid, niet zijn opgesteld, doch waarbij die personen voor langer dan 24 maanden op een en hetzelfde adres in de basisadministratie staan ingeschreven, worden aangemerkt als levenspartners.
9.
De documenten, bedoeld in zevende lid, alsmede de schriftelijke verklaring, bedoeld in het achtste lid, worden bij indiening van het aangiftebiljet aan de Inspecteur verstrekt.
10.
De Inspecteur beslist bij beschikking of de levenspartner, bedoeld in het tweede en achtste lid, wordt aangemerkt als levenspartner in de zin van deze landsverordening.
11.
Bij ministeriële regeling met algemene werking kunnen ter uitvoering van het tweede, zevende en achtste lid nadere regels worden vastgesteld.