zie pagina 830 van het dossier
Rb. Noord-Nederland, 01-07-2016, nr. 18.850081-15
ECLI:NL:RBNNE:2016:3096
- Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
- Datum
01-07-2016
- Zaaknummer
18.850081-15
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBNNE:2016:3096, Uitspraak, Rechtbank Noord-Nederland, 01‑07‑2016; (Eerste aanleg - meervoudig, Op tegenspraak)
Hoger beroep: ECLI:NL:GHARL:2018:3737
- Vindplaatsen
IR 2016/120, UDH:IR/13467 met annotatie van Onder redactie van Tina van der Linden – Smit en Kea Kroeks – de Raaij
Uitspraak 01‑07‑2016
Inhoudsindicatie
Verdachte heeft gedurende vijf maanden meermalen gepoogd de winkelketen Jumbo te dwingen tot afgifte van een hoeveelheid bitcoins, waarbij verdachte heftige middelen heeft gebruikt. Naast het sturen van dreigmails, heeft verdachte twee explosieven bij een vestiging van de Jumbo geplaatst en een kaart met daarin een explosieve stof naar een vestiging van de Jumbo verzonden. De rechtbank veroordeelt verdachte tot een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf van acht jaar.
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18/850081-15
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 1 juli 2016 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
thans verblijvende in [naam PI] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
17 juni 2016.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. T. van der Goot, advocaat te Leeuwarden. Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. C.C. Westerling-Diderich.
Tenlastelegging
Aan verdachte is, na aanvulling als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:
1.
hij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de periode van
2 mei 2015 tot en met 9 oktober 2015 in de gemeente(n) Groningen en/of Veghel en/of Zwolle , althans in Nederland, deels op de openbare weg (te weten onder andere de [straatnaam 1] en/of de [straatnaam 2] ) (telkens) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of een of meer anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld (telkens) supermarktketen Jumbo te dwingen tot de afgifte van 2 .000, althans een hoeveelheid, bitcoins, in elk geval van enig goed, (telkens) geheel of ten dele toebehorende aan supermarktketen Jumbo of aan een derde, (telkens)
- aan, althans bestemd voor, (een vestiging van) die supermarktketen Jumbo, al dan niet via Jumbo.nl en/of Jumbo.com en/of Jumbowerkt.nl en/of Politie.nl, een e-mail en/of een meldformulier en/of een brief en/of een kaart heeft gestuurd waarin hij en/of zijn mededader(s) aankondigde(n) dat in/bij een vestiging van die supermarktketen Jumbo (onder andere aan/nabij de [straatnaam 3] ( [naam jumbo 1] )) een bom/explosief tot ontploffing gebracht zou worden (met (veel) slachtoffers tot gevolg) en/of
- via Jumbo.nl en/of Jumbo.com en/of Jumbowerkt.nl en/of Politie.nl, in een e-mail en/of een meldformulier heeft bericht dat aanvallen zouden worden uitgevoerd op de [naam familie] en/of op huizen van werknemers van die supermarktketen Jumbo en/of
- een bom/explosief (voorzien van tijdontstekingsmechanisme) heeft geplaatst in de directe nabijheid van de vestiging van die supermarktketen Jumbo aan/nabij de [straatnaam 1] te [pleegplaats 1] en/of
- een bom/explosief heeft geplaatst in de directe nabijheid van de vestiging van die
supermarktketen Jumbo aan/nabij de [straatnaam 4] te [pleegplaats 1] en die bom/dat explosief tot ontploffing heeft gebracht of laten komen en/of
- in een envelop met een (verjaardags)kaart een hoeveelheid explosieve stof, althans ingrediënten van een explosieve stof, heeft bijgesloten en die envelop/kaart heeft bezorgd of laten bezorgen bij de vestiging van die supermarktketen Jumbo aan/nabij de [straatnaam 5] te [pleegplaats 2] ,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf (telkens) niet is voltooid;
2 .
hij in of omstreeks de periode van 8 mei 2015 tot en met 9 mei 2015 te [pleegplaats 1] ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een ontploffing teweeg te brengen aan/bij de vestiging van supermarktketen Jumbo aan/nabij de [straatnaam 1] ,
met dat opzet met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, een bom/explosief (voorzien van tijdontstekingsmechanisme) heeft geplaatst in de directe nabijheid van die vestiging van die supermarktketen Jumbo, en daarvan
- gemeen gevaar voor die vestiging van die supermarktketen Jumbo en/of voor de daarin aanwezige inboedel/goederen en/of voor een of meer boven, althans in de directe nabijheid van, die vestiging gelegen woningen en/of de daarin aanwezige inboedel, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een of meer in die vestiging van die supermarktketen Jumbo en/of in die woning(en) aanwezige personen en/of voor een of meer in de directe nabijheid van die bom/dat explosief aanwezige personen, in elk geval levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te duchten was,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op of omstreeks 31 mei 2015 te [pleegplaats 1] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht aan/bij de vestiging van supermarktketen Jumbo aan/nabij de [straatnaam 4] ,
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) een bom/explosief (voorzien van
tijdontstekingsmechanisme) geplaatst in de directe nabijheid van die vestiging van die
supermarktketen Jumbo (te weten aan/nabij de [straatnaam 2] ) en die bom/dat explosief (vervolgens) tot ontploffing gebracht of laten komen,
terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor die vestiging van die supermarktketen Jumbo en/of voor de daarin aanwezige inboedel en/of voor een of meer boven, althans in de directe nabijheid van, die vestiging gelegen woningen en/of de daarin aanwezige inboedel, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een of meer in die vestiging van die supermarktketen Jumbo en/of in die woning(en) aanwezige personen en/of voor een of meer in de directe nabijheid van die bom/dat explosief aanwezige personen, in elk geval levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te duchten was;
4.
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2015 tot en met 1 juli 2015 te [pleegplaats 2] , althans in Nederland, ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een ontploffing teweeg te brengen in/aan/bij de vestiging van supermarktketen Jumbo aan/nabij de [straatnaam 5] ,
met dat opzet met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen, een envelop met een
(verjaardags)kaart en/of een hoeveelheid explosieve stof (althans ingrediënten van een explosieve stof) heeft bezorgd of laten bezorgen bij die vestiging van die supermarktketen Jumbo, en daarvan
- gemeen gevaar voor die vestiging van die supermarktketen Jumbo en/of voor de daarin aanwezige inboedel/goederen, in elk geval gemeen gevaar voor goederen en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een of meer in die vestiging van die supermarktketen Jumbo aanwezige personen en/of voor een of meer in de directe nabijheid van die bom/dat explosief aanwezige personen, in elk geval levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te duchten was,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Beoordeling van het bewijs
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd dat het onder 1, 2 , 3 en 4 ten laste gelegde kan worden bewezen, met dien verstande dat geen sprake is van medeplegen. De officier van justitie heeft gesteld dat de bewijsmiddelen in onderling verband moeten worden bezien.
Met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde, het geplaatste explosief bij de vestiging van Jumbo aan de [straatnaam 1] , heeft de officier van justitie naar voren gebracht dat het (mt)DNA-profiel van de aangetroffen hoofdhaar in de emmer - waarin zich het explosief bevond - matcht met het (mt)DNA-profiel van verdachte. Voorts is er - blijkens bankgegevens van verdachte en de verklaring van [getuige 1] - met de bankpas van verdachte op 23 april 2015 een literfles Aceton, een grondstof voor TATP, aangekocht. Daarnaast is door verdachte op 1 mei 2015 bij Blokker een witte kookwekker aangekocht, welke kookwekker soortgelijk is aan de kookwekker die gebruikt is bij het explosief aan de [straatnaam 1] .
Ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde, het opzettelijk een ontploffing teweeg brengen bij een vestiging van Jumbo aan het [straatnaam 4] , heeft de officier van justitie naar voren gebracht dat het explosief aan het [straatnaam 4] soortgelijk is aan het explosief dat is aangetroffen bij Jumbo aan de [straatnaam 1] . Daar komt bij dat uit de gevorderde pintransacties bij Blokker blijkt dat verdachte op 26 mei 2015 een Leifheit kookwekker heeft gekocht. Daarnaast heeft [getuige 2] bij de politie verklaard dat zij verdachte herkent op de beelden van het [straatnaam 4] . Ook heeft zij verklaard over een grijze kookwekker, een ontploffing in haar woning, flessen aceton, zoutzuur, het bijzondere water, de bitcoins, de paraplu en het TOR-netwerk. Tot slot heeft verdachte zelf aangegeven dat hij een grijze Leifheit kookwekker heeft gekocht en heeft hij bevestigd dat er een ontploffing in de woning van [getuige 2] is geweest.
Met betrekking tot de verjaardagskaart met explosieve stof die is gestuurd aan de vestiging van Jumbo te [pleegplaats 2] , het onder 4 ten laste gelegde, heeft de officier van justitie gesteld dat het DNA-profiel van verdachte matcht met de DNA-profielen aangetroffen tussen de postzegels en het onderliggend papier van de envelop, de soldeerverbinding op de kaart matcht met soldeertindraad die gevonden is in de woning waar verdachte verbleef en het DNA-profiel op het handvat en de stekker van de soldeerbout matcht met het DNA-profiel van verdachte. Bovendien is in de woning aan de [straatnaam 6] , waar verdachte regelmatig verbleef, een telefoon zonder batterij aangetroffen en exact dezelfde batterij die in die telefoon thuishoort, is in de bewuste verjaardagskaart aangetroffen.
De ten aanzien van het onder 2 , 3 en 4 ten laste gelegde aangehaalde bewijsmiddelen, zo heeft de officier van justitie gesteld, gelden ook voor het onder 1 ten laste gelegde, omdat de feiten niet los van elkaar kunnen worden gezien. De feiten 2 , 3 en 4 zijn, naast zelfstandige strafbare feiten, ook gepleegd om winkelketen Jumbo te dwingen tot afgifte van 2 .000 bitcoins. Daarbij is sprake van samenloop. Namens winkelketen Jumbo is aangifte gedaan. Voorts is gebleken dat verdachte ten tijde van het versturen van de laatste dreigmelding op 9 oktober 2015 achter zijn computer zat, de TOR-browser heeft gedownload, een USB-stick heeft aangesloten, Notepad heeft geopend en vijf minuten later het systeem heeft afgesloten om deze een half uur later weer op te starten en alle snelkoppelingen te verwijderen. Bovendien zijn grondstoffen voor het maken van TATP aangetroffen in twee woningen waar verdachte veel verbleef, waarvoor geen plausibele verklaring is gegeven.
Het zwijgen van verdachte kan meewerken in de waardering van de overtuigingskracht van bewijs op basis van de Murray jurisprudentie. Gelet op de aard van de ten laste gelegde feiten en de voor verdachte zeer belastende omstandigheden die in zijn richting wijzen, mag van hem verwacht worden dat hij nader verklaart over hetgeen er is gebeurd. Aan het zwijgen van verdachte op essentiële punten kan dan ook betekenis worden toegekend.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte integraal moet worden vrijgesproken. Hij heeft daartoe aangevoerd dat uit de tekst van de tenlastelegging blijkt dat de bedreiger c.q. afperser van Jumbo een en dezelfde persoon is. Hierbij is cruciaal dat de dader op beeld staat. Vastgesteld moet worden dat geen van de getuigen verdachte heeft herkend van de beelden, dat verdachte geen raar loopje heeft in tegenstelling tot de dader op de beelden, dat op de beelden bij de dader geen tatoeages zijn te zien, terwijl de tatoeages van verdachte op zijn rechterarm goed zichtbaar zijn, dat de inbeslaggenomen paraplu niet dezelfde is als de paraplu op de beelden en dat de jas en de muts op de beelden geen gelijkenis vertonen met de inbeslaggenomen jas en muts. De persoon op de beelden kan verdachte niet zijn, zodat het fundament onder het bewijs wegvalt.
Ook als de feiten stuk voor stuk worden beoordeeld, ontbreekt bewijs, zo heeft de raadsman gesteld. Daartoe heeft hij onder meer aangevoerd dat uit sporenonderzoek weliswaar naar voren is gekomen dat er sporen van het DNA van verdachte zijn aangetroffen, maar dat dit geen dadersporen zijn. Dat DNA van verdachte is aangetroffen op het handvat en de stekker van een soldeerbout, aangetroffen in de woning aan de [straatnaam 7] , zegt helemaal niets over de betrokkenheid van verdachte bij de ten laste gelegde feiten, nu verdachte aan de [straatnaam 7] woonde. De sporen op de bombrief die gestuurd is naar de vestiging van Jumbo in [pleegplaats 2] betreffen onvolledige DNA-mengprofielen van minimaal twee donoren, waarbij het prominenter aanwezig DNA-profiel matcht met het DNA-profiel van verdachte. Het is dus niet zo dat hét DNA van verdachte op de bombrief is aangetroffen. Maar zelfs al zou dat wel het geval zijn, dan is het geen daderspoor. Het geven van een hand, het verstrekken van een envelop, het lenen van een postzegel, in alle gevallen betekent dit dat DNA van verdachte op de postzegel of de envelop kan geraken. De raadsman heeft daarbij verwezen naar een onderzoek door de universiteit van Indianapolis, welk onderzoek aantoont dat het vertrouwen in de bewijswaarde van DNA enige nuancering behoeft.
Met betrekking tot een aangetroffen hoofdhaardeel op de plaats delict [straatnaam 1] kunnen de conclusies van het NFI niet meewegen voor het bewijs. In de eerste plaats moeten de DNA-resultaten van het haardeel gerelativeerd worden, nu het hier gaat om een mtDNA-profiel, dat veel minder persoons onderscheidend is en waarvan de wetenschappelijke bewijskracht veel lager is. In de tweede plaats kan, gelet op de weg die het haardeel zou moeten hebben afgelegd, de wijze van veiligstellen (de emmer is met blote handen verplaatst, de deksel heeft uren open op straat gelegen, terwijl het regende en meerdere personen bij de emmer zijn geweest en de haar is pas bij het NFI aangetroffen en veiliggesteld, waarna deze geretourneerd is naar de politie en vervolgens weer naar het NFI is gestuurd voor DNA-onderzoek) en de daarmee gepaard gaande twijfel, onmogelijk bewijskracht aan dit haardeel worden toegekend.
Dat verdachte twee kookwekkers van het merk Leifheit heeft gekocht, wil niet zeggen dat hij deze wekkers heeft aangeschaft ten behoeve van de geplaatste explosieven. Nadat de door verdachte op 1 mei 2015 gekochte kookwekker kapot was gegaan, heeft verdachte op 26 mei 2015 een tweede kookwekker aangeschaft. Dit is niet belastend; uit dit dossier is naar voren gekomen dat een veelheid aan mensen twee kookwekkers heeft gekocht of in bezit heeft.Verdachte kan ook niet aan de fabricage van TATP worden verbonden. Voor TATP zijn een zuur, aceton en waterstofperoxide noodzakelijk. Aceton is nergens aangetroffen, terwijl de aangetroffen waterstofperoxide geen ander doel had dan het blonderen van haar en bovendien een veel te lage concentratie had om daarvan TATP te kunnen maken. Tot slot is azijnzuur aangetroffen. Voor TATP wordt volgens het NFI in de regel echter gebruik gemaakt van andere zuren, zoals zoutzuur, zwavelzuur en citroenzuur. Er zijn geen aanwijzingen dat er iets in de woning van [getuige 2] heeft plaatsgevonden dat met TATP te maken heeft. Alleen [getuige 2] heeft het over een ontploffing, terwijl dit incident na 1 augustus 2015 is geweest. Hierdoor ontbreekt elke relevantie met de feiten waar TATP aan de orde is.
Er is ook geen bewijs dat verdachte gebruik heeft gemaakt van het TOR-netwerk om dreigmails te versturen. Het enkele feit dat verdachte het TOR-netwerk gebruikt, is daarvoor niet redengevend. Een van de dreigmails is verzonden op 29 juli 2015 om 11.38 uur, op welk moment verdachte, volgens [getuige 2] en haar dochter, bij [getuige 2] was in verband met haar verjaardag. Het lijkt dan ook onmogelijk dat verdachte die mail verzonden heeft. Bovendien is gebleken dat verdachte ten tijde van het verzenden van de dreigmail via zijn mailadres niet was ingelogd. Verdachte kan ook de dreigmail van 9 oktober 2015 niet hebben verzonden. Onderzoek aan de in de woning aan de [straatnaam 7] aangetroffen computer heeft namelijk uitgewezen dat er op 9 oktober 2015 helemaal geen contact met het TOR-netwerk is geweest.
Het NFI heeft de soldeertin uit de koffer vergeleken met 131 willekeurige soldeertinmonsters, maar uit niets blijkt dat die 131 monsters een representatief beeld geven van de op de markt beschikbare monsters. De stelling van het NFI dat binnen Nederland geen regionale effecten worden verwacht in de soldeertinpopulatie, is zonder fundament.
Dat verdachte, die door meerdere getuigen wordt beschreven als iemand die absoluut niet handig is, niet in staat is om een spijker in de muur te slaan en nooit in de weer is geweest met iets dat op techniek of knutselen leek, ineens een vernuftig geprepareerde bom in elkaar zou hebben gezet, is een nauwelijks voor te stellen scenario.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven. Ieder bewijsmiddel is - ook in onderdelen - slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. De door verdachte op de terechtzitting van 17 juni 2016 afgelegde verklaring, voor zover inhoudende:
Ik heb op 1 mei 2015 en op 26 mei 2015 een Leifheit kookwekker gekocht. Ik maak regelmatig gebruik van het TOR-netwerk. Als mij iets wordt voorgedaan, ben ik in staat om dat na te maken.
2 . Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangever met bijlagen van Politie Noord-Nederland d.d. 20 oktober 2015, opgenomen op pagina 2393 e.v. van het dossier met nr. 2015131806 d.d. 26 februari 2015, inhoudende als verklaring van [naam aangever 1] :
Ik ben werkzaam bij Jumbo Supermarkten B.V. Ons hoofdkantoor is gevestigd in [pleegplaats 3] . Ik doe aangifte van bedreiging, afpersing en pogingen daartoe alsmede het opzettelijk
teweegbrengen van een ontploffing, gericht tegen Jumbo B.V.
Op 9 mei 2015 om 08.00 uur hoorde onze afdeling dat er een explosief geplaatst was bij de
[straatnaam 1] [huisnummer] in [pleegplaats 1] . Het voorval zou 's nachts hebben plaatsgevonden, in de nacht van 8 op 9 mei 2015. Dat explosief is niet afgegaan.
Op 2 juni 2015 werd ik gebeld door een operationeel manager die aangaf dat er een explosief was afgegaan tegen de gevel van het [straatnaam 4] in [pleegplaats 1] .
Op 5 juni 2015 werd door een medewerker van de afdeling klantenservice van ons Jumbo-hoofdkantoor in [pleegplaats 3] een Engelstalige brief in ontvangst genomen. De strekking van de inhoud van die brief was dat de geplaatste explosieven in [pleegplaats 1] een relatie hadden met deze brief en dat we gedwongen werden om 2000 bitcoins te betalen op een opgegeven bitcoinadres. Als we daaraan niet zouden voldoen dan zouden er nog meer bommen
worden geplaatst. Die bom werd The Mother of Satan genoemd.
Op 6 juni 2015 om 12.30 uur kwam bij ons binnen dat bij Jumbo [naam jumbo 1] (aan de
[straatnaam 3] ) in [pleegplaats 1] een bommelding was. Als gevolg daarvan diende dat filiaal ontruimd te worden. Hierdoor hebben wij onze klanten naar buiten moeten sturen en heeft ons personeel vele uren het werk moeten onderbreken. Die winkel is de rest van de dag gesloten gebleven voor het publiek en het personeel kon pas na 22.00 uur weer naar binnen.
Op 1 juli 2015 werd in ons Jumbo-filiaal in [pleegplaats 2] , gevestigd aan de [straatnaam 5] , een
bombrief/envelop ontvangen. Dat bleek een felicitatiekaart te zijn. De winkel werd direct ontruimd en die brief werd door de EOD veilig gesteld.
Jumbo spellenfabriek in Noord Holland heeft als website: jumbo.nl. Jumbo.com is ons juiste mailadres, dat is de website van de Jumbo Supermarkten. Er is ook een aparte site: jumbowerkt.nl. Op 8 mei 2015 ontving het hoofdkantoor van de Jumbo te [pleegplaats 3] een dreigmail op Jumbowerkt.nl. In de mail werd gerefereerd aan een eerdere melding maar die kenden we toen nog niet omdat die bij Jumbo.nl binnen kwam. Op 11 mei 2015 en op 29 mei 2015 ontving eerdergenoemd hoofdkantoor in [pleegplaats 3] opnieuw een dreigmail van een onbekende persoon. Hij noemde zich [bijnaam] en had een fake-mailadres. Dat hebben wij nagetrokken. Op 6 juni 2015 ontving Jumbo [pleegplaats 3] weer een dreigmail, waarin dit keer 2000 bitcoins werd geëist. Op 3 juli 2015 (hierin wordt verwezen naar eerder genoemd felicitatiekaart in [pleegplaats 2] ), op 8 juli 2015 en op 27 juli 2015 ontving eerdergenoemd hoofdkantoor in [pleegplaats 3] opnieuw een dreigmail.
lk heb begrepen van mijn contactpersoon bij de politie dat er ook door de politie mails zijn ontvangen waarin gedreigd wordt om de Jumbo winkels aan te vallen. Na 29 juli 2015 werd er behalve naar winkels ook gedreigd richting personeel en de [naam familie] .
Door opzettelijk een ontploffing teweeg te brengen is de pui en de winkelruit van de Jumbo supermarkt aan het [straatnaam 4] in [pleegplaats 1] vernield en ontzet.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangever met bijlagen van Politie Noord-Nederland d.d. 30 november 2015, opgenomen op pagina 2423 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [naam aangever 1] :
In de dreigmail van 29 mei 2015 stond: "this is the adres for paying 2000 bitcoins
[bitcoins adres 1]
you have a little time left for you lose one store and costumers"
Op 1 juni 2015 ontving Jumbo Supermarkten B.V. onder het kopje "Ik heb een vraag aan het hoofdkantoor" een dreigbrief per mail1.met als afzender [bijnaam] . De inhoud van deze mail luidde: " you have second bomb in [pleegplaats 1] if you do not pay the bitcoins today we make sure that the next two boms will mak big damage i sent you 3 days ago new bitcoins adress for payment "
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van Politie Noord-Nederland
d.d. 19 november 2015, opgenomen op pagina 1455 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant:
Op 13 augustus 2015 kwam een melding binnen van jumbo.nl/puzzel en spellen leverancier. Enige tijd geleden hadden ze daar een mail binnengekregen en de inhoud daarvan ging over bitcoins. Ik heb ze gevraagd de betreffende mail door te sturen. Ik ontving van jumbo.nl/puzzel en spellen leverancier een mail met de volgende tekst.
"Oorspronkelijk bericht
Verzonden: zaterdag 2 mei 2015 23:15
Bericht: you must pay 2000 bitcoins to avoid bombing your stores you must pay before
tomorrow 1600 hour. if you do not pay we will every day set of a bomb"
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen met bijlagen van Politie Noord-Nederland d.d. 2 december 2015, opgenomen op pagina 1465 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant:
Op maandag 1 juni 2015 en zaterdag 6 juni 2015 kreeg het onderzoeksteam vanaf www.politie.nl een tweetal meldformulieren binnen.
Het meldformulier van 1 juni 2015 was afkomstig van ene " [naam persoon] ". De inhoud van de melding was in de Engelse taal opgesteld. Vrij vertaald meldde " [naam persoon] " dat er een bom lag buiten de Jumbo winkel in [pleegplaats 1] tussen het gebouw en de plek waar de fietsen staan. Het meldformulier van 6 juni 2015 was afkomstig van " [bijnaam] ". De inhoud van de melding was in de Engelse taal opgesteld. Vrij vertaald meldde " [bijnaam] " dat er een bom in de Jumbo [naam jumbo 1] lag en dat ze deze keer geen Leifheit timer hadden gebruikt doch een mobiele telefoon als ontsteking. De bom zou al in de winkel liggen en ze zullen doorgaan totdat Jumbo de bitcoins betaalt.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van Politie Noord-Nederland
d.d. 11 februari 2016, opgenomen op pagina 3119 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van twee verbalisanten:
Op 1 juni 2015 is er via het meldingsformulier van politie.nl onderstaande melding gedaan.
"there is a bomb at the jumbo store mentioned above it is laying at the outside between the building glass and the place where the buycicles are"
In de zogenaamde headers van dit bericht staan onder andere de volgende gegevens:
[ip adres]
User agent: [gegevens user agent]
Uit een who is bevraging is gebleken dat het [ip adres] toebehoort aan Freeproxy.net en gehost wordt bij het bedrijf Digital Ocean in Amsterdam. Freeproxy.net is een website die dienst doet als gratis http-proxy. Met de website freeproxy.net is het mogelijk om via freeproxy.net een willekeurige website te bezoeken waarbij het IP-adres van freeproxy.net te zien is voor de bezochte website, en dus niet het werkelijke IP-adres van de bezoeker. Voorts hebben wij vastgesteld dat freeproxy.net de user agent van de gebruikte browser ongemoeid laat. Tevens hebben wij vastgesteld dat de standaard configuratie van de TOR-browser bovenstaande user agent gebruikt en derhalve vinden wij het aannemelijk dat de website van freeproxy.net benaderd is via TOR.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van Politie Noord-Nederland
d.d. 27 juli 2015, opgenomen op pagina 841 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant:
Op 25 juli 2015 werd ik gebeld door de meldkamer politie eenheid Noord-Nederland met de mededeling dat er een dreigmail was ontvangen met betrekking tot de Jumbo's in [pleegplaats 2] .
Ik ontving een mail met onder andere de volgende tekst:
Type formulier: meldformulier
Ontvangen op: 2015-07-25T10:40:03.089
Beste collega,
Vanaf www.politie.nl is u een formulier toegestuurd.
De volgende gegevens zijn bij dit formulier vastgelegd:
Naam : [bijnaam]
Bericht : there is bomb hidden in a jumbo store in [pleegplaats 2] .ifjumbo does not pay 2000
bitcoins onthis adres [bitcoins adres 1] before
5pm there will be a big explosion.ifjumbo pays we will let you know
location of the bomb.if not we will detonate between 5/6 pm.
Uit headergegevens blijkt dat de mail verzonden is naar politie.nl via het [ip adres]
Via politie.nl zijn op 1 juni 2015 en 6 juni 2015 mails ontvangen met dreigingen ten aanzien van het concern Jumbo. Ook bij deze mails is onderzoek gedaan naar de headergegevens en ook bij deze mails bleek dat deze via het [ip adres] naar de politie waren gestuurd.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal met bijlage van Politie Noord-Nederland d.d. 6 oktober 2015, opgenomen op pagina 1127 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant:
Op woensdag 29 juli 2015, werd mij door een collega van Politie Oost-Nederland een mail toegezonden die in relatie stond tot de bommeldingen/afpersing van de Jumbo supermarktketen.
Date : Wed, 29 Jul 2015 11:37:38 +0200
From : "Formulier vanuit www.politie.nl [verzonden door: [naam e-mailadres] ]"
Melding : who ever made the little transactions with the bitcoins must be a fool or
think we are.is t is only a delay now.bombs will go off until there is
paid.there will be no warnings any more.you have the bitcoinadress until
the full amount is not there we will make sure bombs will go off in or
around jumbo stores.you will see soon
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal met bijlage van Politie Noord-Nederland d.d. 9 oktober 2015, opgenomen op pagina 1156 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant:
Op vrijdag 9 oktober 2015 werd mij door een collega een mail toegezonden die in verband stond met de bommeldingen/afpersing van de Jumbo supermarktketen:
Vanaf www.politie.nl is u een formulier toegestuurd.
De volgende gegevens zijn bij dit formulier vastgelegd:
Meldformulier, ontvangen op: Oct 9, 2015 3:20:31 PM
Melding : did you like the silence no bombs no trics no threads no cards just doing
business as usual you can keep it that way by paying 2000 bitcoins within
the next 24 hours if you refuse we will atack jumbo stores very hard and you can even expect atacks on the [naam familie] aswell as atacks on houses off
jumbo employees we make sure christmas will be hell on earth for you we have a plan to hit jumbo as hard as possible like i told you before we will not stop before you have paid we are not afraid off the police imagine what the public will say when people get really hurt or die they will say that jumbo prefers money over saftey off their customers we both know that you will pay at the end off the day if you do not pay within 24 hours we will raise the amount off bitcoins up to 4000 new bitcoinadress [bitcoins adres 2]
Volledige naam : [bijnaam]
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal bevindingen camerabeelden [straatnaam 7] [huisnummer] van Politie Noord-Nederland d.d. 11 oktober 2015, opgenomen op pagina 1171 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant:
Uit observaties is gebleken dat verdachte [verdachte] vermoedelijk verblijft op het adres [straatnaam 7] [huisnummer] te [plaats] . Op 9 oktober 2015 bekeek ik de opgenomen bewegende beelden van de cameraopstelling gericht op het adres [straatnaam 7] [huisnummer] te [plaats] met als doel vaststellen of verdachte [verdachte] op vrijdag 9 oktober omstreeks 15:20 uur (tijdstip melding) aanwezig was op het adres [straatnaam 7] [huisnummer] te [plaats] .
lk bekeek de beelden van vrijdag 9 oktober 2015 omstreeks 13:00 uur tot en met vrijdag
9 oktober 2015 omstreeks 15:25 uur.
Hierbij zag ik het volgende:
• Op vrijdag 9 oktober 2015 omstreeks 15:09 uur betrad verdachte de woning aan de [straatnaam 7] [huisnummer] via de voordeur.
• Op vrijdag 9 oktober 2015 omstreeks 15:23 uur verliet verdachte de woning aan de [straatnaam 7] [huisnummer] via de voordeur.
11. Een schriftelijk stuk, te weten een lijst met in beslag genomen goederen op het adres [straatnaam 7] [huisnummer] te [plaats] , opgenomen op pagina 2543 e.v. van voornoemd dossier, voor zover inhoudende:
A.02.01 systeemkast (HP AMD, desktop)
A.02.06.006 soldeertin
A.03.01.001 soldeerbout.2.
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van Politie Noord-Nederland
d.d. 4 februari 2016, opgenomen op pagina 3038 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant:
Voor goed A.02.01 trof ik relevante volgende sporen aan voor de periode rond de laatste melding van 9 oktober op of rond 15:20. Het systeem (Windows 7, geïnstalleerd op 2 mei 2015) is op of rond 9 oktober 15:12:22 opgestart. Ik zag dat op of rond 9 oktober 2015 15:13:53 een USB datadrager aangekoppeld werd met [serienummer] met naam 'Lexar USB Flash Drive'. Laatstgenoemde USB datadrager werd gekoppeld aan schijfletter 'F'. Op of rond 15:14:36 is er in Chrome via startpage.com gezocht naar `torbrowser'. Op of rond 15:14:47 werd het volgende bestand
gedownload vanaf torproject.org: torbrowser-install-5.0.3_en-US.exe, blijkens uit de Chrome geschiedenis. Op of rond 15:15:15 was deze download gereed. Vervolgens is op of rond 15:15:29 laatstgenoemde bestand uitgevoerd. Op of rond 15:18:05 zijn een tweetal snelkoppelingen aangemaakt (zowel op het Bureaublad als in het Startmenu) welke verwijzen naar 'F:\Tor Browser\Browser\firefox.exe'. Vervolgens is op of rond 15:18:58 notepad.exe opgestart. Op of rond 15:23 is het systeem afgesloten.
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van Politie Noord-Nederland
d.d. 6 augustus 2015, opgenomen op pagina 28 e.v. van het forensisch technisch onderzoek dossier, als bijlage C gevoegd bij voornoemd dossier (hierna ook: FO dossier), inhoudende als relatering van twee verbalisanten:
Op 9 mei 2015 werd een forensisch onderzoek naar sporen verricht in verband met het aantreffen van een geïmproviseerd explosief, nader aan te duiden als IED (Improvised Explosive Device) op zaterdag 9 mei 2015 te 00:17 uur.
De Jumbo supermarkt, perceel [straatnaam 1] [huisnummer] te [pleegplaats 1] , is gelegen op de begane grond van een (appartementen)complex. Boven genoemde supermarkt bevinden zich drie verdiepingen met bewoonde appartementen. Het IED was aangetroffen op de bestrating van de overkapte fietsenstalling voor de supermarkt.
In het emmertje zat een witte kookwekker van het merk Leifheit.
Door het NFI was een aantal nieuwe sporen(dragers) veiliggesteld en (afzonderlijk) verpakt weer ter beschikking gesteld. Die werden voorzien van een nieuwe SIN:
AAGW6144NL: haar (zonder wortel) aangetroffen op (deksel) emmertje.
In de aangetroffen IED zijn alle componenten aanwezig voor het teweeg brengen van een explosie. Uit inmiddels door het NFI ingesteld onderzoek is gebleken dat het aangetroffen wit kristalachtig poeder van ca. 145 gram inderdaad TATP is. Volgens van de EOD ontvangen informatie is de kracht van de explosie van 145 gram TATP te vergelijken met die van 5 tot 8 handgranaten.
Als de kookwekker niet geblokkeerd was geweest was het explosief bij verder goed functioneren na ca. 7,5 minuten na aantreffen ontploft. De kans dat hierbij dodelijk- en/of (zwaar) lichamelijk letsel zou zijn ontstaan lijkt ons zeer reëel.
TATP staat bekend als een zeer instabiele springstof. Een stoot, schok of een vonk ontstaan door statische elektriciteit kan de stof al tot ontploffing brengen. Een speciale ontsteker, zoals in dit geval het op een stroomcircuit aangesloten kerstboomlampje, is niet noodzakelijk om de stof te laten ontploffen.
14. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (hierna: het NFI) d.d. 16 februari 2016, opgemaakt door ing. J.L.W. Dieltjes en opgenomen op pagina 500 e.v. van het FO dossier, voor zover inhoudende:
Onderstaand onderzoeksmateriaal is onderworpen aan een mitochondriaal DNA-onderzoek:
AAGW6144NL#01 : een hoofdhaardeel
RABG8621NL : referentiemonster van de [verdachte]
Van het referentiemonster van de [verdachte] en het hoofdhaardeel zijn mtDNA-profielen verkregen, welke met elkaar zijn vergeleken. Hieruit wordt geconcludeerd dat het mtDNA-profiel van het hoofdhaardeel AAGW6144NL#01 matcht met het mtDNA-profiel van de [verdachte] RABG8621NL. Dit betekent dat het hoofdhaardeel
AAGW6144NL#01 van de [verdachte] afkomstig kan zijn, of van iemand die in de moederlijke lijn aan deze verdachte verwant is.
Om de bewijskracht van bovenstaande match te kunnen formuleren in verbale termen van
waarschijnlijkheid is het onderstaand hypothesepaar beschouwd.
Hypothese I: Hoofdhaardeel AAGW6144NL#01 is afkomstig van de [verdachte] , of van iemand die in moederlijke lijn aan de [verdachte] verwant is.
Hypothese II: Hoofdhaardeel AAGW6144NL#01 is afkomstig van een willekeurige persoon, niet in moederlijke lijn verwant aan de [verdachte] .
De resultaten van het vergelijkend mtDNA-onderzoek zijn veel waarschijnlijker als hypothese I waar is, dan als hypothese II waar is.
15. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte van Politie Noord-Nederland d.d. 4 juni 2015, opgenomen op pagina 2381 van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [naam aangever 2] :
Ik ben zelfstandig ondernemer en doe als franchiseondernemer bij Jumbo aangifte van vernieling middels een explosief. Het pand [straatnaam 4] [huisnummer] te [pleegplaats 1] huur ik van de Jumbo-organisatie. Van een bovenbuurman hoorde ik dat er op 31 mei 2015 een harde knal was geweest. Later is gebleken, dat er schade was aan mijn pand.
Op camerabeelden is te zien dat een manspersoon iets bij een raam legt van ons pand. Dat was omstreeks 23.45 uur. Het raamwerk zit aan de [straatnaam 8] . Op diezelfde camerabeelden is te zien dat omstreeks 23.56 uur het voorwerp tot ontploffing komt. Hierbij wordt het raamwerk vernield. Het glas scheurde en het aluminium kozijn raakte ontzet door de explosie.
16. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van Politie Noord-Nederland
d.d. 1 juli 2015, opgenomen op pagina 59 e.v. van het FO dossier, inhoudende als relatering van twee verbalisanten:
Uit het door ons ingestelde onderzoek stelden wij vast dat er een explosie had plaats gevonden ter hoogte van de derde winkelruit van rechts van de Jumbo, gevestigd in perceel [straatnaam 4] [huisnummer] te [pleegplaats 1] , aan de zijde van de [straatnaam 8] te [pleegplaats 1] . Uit het door ons verzamelde materiaal kon het volgende worden vastgesteld:
Op een afstand van ongeveer 10 centimeter van de aluminium gevel was op de straatstenen een IED tot ontploffing gekomen. Dit IED had onder andere uit de volgende onderdelen bestaan: 1 grijze kookwekker van het merk Leifheit, waarbij in de instelknop van deze kookwekker een schroef was gedraaid, die waarschijnlijk een elektrische verbinding tussen de 9 volt blokbatterij en de ontsteker tot stand had gebracht.
Door het teweegbrengen van deze explosie was schade ontstaan aan de aluminium pui, de daarin gevatte ruit en de daarboven gelegen luifel. Door het teweegbrengen van deze explosie was er levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor anderen te duchten geweest. Doordat door de dader een pakketje werd geplaatst, dat hij kennelijk onbeheerd achterliet, en dat 11 minuten nadien tot explosie kwam, bestond de mogelijkheid dat passerende voorbijgangers door de explosie en als gevolg daarvan weggeslingerde delen, gedood of zwaar gewond hadden kunnen worden. Om 23:54:52 uur fietste een fietser langs de plaats van het IED in de richting van het [straatnaam 4] . Om 23:56:39 uur kwam het IED tot ontploffing.
17. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van Politie Oost- Nederland d.d. 2 juli 2015, opgenomen op pagina 615 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als relatering van verbalisant:
Ik ben gecertificeerd en aangewezen als explosieven verkenner bij de politie eenheid Oost Nederland. Op 1 juli 2015 ben ik naar het filiaal van Jumbo aan de [straatnaam 5] [huisnummer]
te [pleegplaats 2] gegaan. Door de postbode was die morgen post bezorgd aan de balie welke in ontvangst was genomen door een medewerkster aan de balie. Zij had vervolgens een enveloppe opengemaakt die aan Jumbo was gericht. Er kwam toen wat wit poeder uit.
Ik trof een gele enveloppe aan met daar direct naast een verjaardagskaart. De enveloppe was voorzien van twee postzegels. In de kaart was te zien dat het een zogenaamde muziek verjaardagskaart was. Er bevonden zich een tweetal knopbatterijen in welke verbonden waren met een luidsprekertje midden op de kaart. Ik zag verder dat aan de geopende zijde van de kaart zich een platte batterij bevond (batterij van een telefoon). Aan de bovenzijde van de kaart zag ik een luciferdoosje zitten. Ik kon het luciferdoosje uit het omhulsel van het doosje trekken waarbij zichtbaar werd dat er een lampje in het doosje zat. Ik zag dat er zich in het doosje een soort kristalpoeder bevond. Dit kristalpoeder bevond zich ook deels los op de kaart en op het grijze tape. Ook op het lampje (een kerstlampje groen van kleur) bevond zich deze witte kristalpoeder.
18. Een deskundigenrapport afkomstig van het NFI d.d. 18 februari 2016, opgemaakt door dr. M. Koeberg en opgenomen op pagina 527 e.v. van het FO dossier, voor zover inhoudende:
Explosievenonderzoek naar aanleiding van het veiligstellen van een poststuk met daarin een mogelijk explosief in [pleegplaats 2] op 1 juli 2015.
Op grond van de onderzoeksresultaten wordt het volgende geconcludeerd:
Het witte kristallijne materiaal dat aanwezig was in de enveloppe betrof TATP. TATP is een gevoelige springstof.
De conceptuele werking van de oorspronkelijk aangetroffen constructie bestond uit het sluiten van een elektrisch circuit door het openen van de wenskaart. Eenmaal gesloten zou de spanning van de aanwezige extra batterij over het kerstboomlampje komen te staan. In een intact kerstboomlampje zou in dit geval de gloeidraad gaan gloeien, waarbij de hitte voldoende zou zijn om TATP in de directe omgeving te ontsteken, waarbij een ontploffing optreedt. Het gloeidraadje in het kerstboomlampje is echter niet (meer) intact en er is op basis van de foto's en het onderzoeksmateriaal niet vast te stellen of de TATP voldoende dicht bij het gloeidraadje aanwezig was. Hierdoor is niet zonder meer te zeggen of de oorspronkelijk aangetroffen constructie op de beschreven wijze had kunnen functioneren. Echter, een schok, stoot of slag kan genoeg zijn om TATP tot ontploffing te brengen. Een container met TATP (in dit geval een luciferdoosje in een wenskaart in een enveloppe) zonder ontsteker is daarom, naar mijn mening al deugdelijk te noemen. Immers alleen al door de container te laten vallen, te gooien of er op te slaan is ontploffing mogelijk. Het voorgaande overziend is ongeacht de werking van het kerstboomlampje de oorspronkelijk aangetroffen constructie met TATP te omschrijven als een deugdelijke constructie, dat wil zeggen dat deze kan ontploffen.
Bij het tot ontploffing komen van de TATP in de oorspronkelijk aangetroffen constructie, en de aanname dat de circa 2 gram TATP zich allemaal in het luciferdoosje bevond, zou binnen een straal van tientallen centimeters kans bestaan op ernstig lichamelijk letsel. Door de scherfwerking bestaat tot op enkele meters kans op lichamelijk letsel.
TATP is een springstof die, ook door mensen zonder chemische achtergrond, relatief
makkelijk te bereiden is. Recepten hiervoor zijn eenvoudig te vinden op internet. Primaire springstoffen, zoals TATP, kunnen zeer gemakkelijk tot ontsteking worden gebracht, bijvoorbeeld door middel van warmte, een vonk, wrijving of slag.
19. Een (herzien) deskundigenrapport afkomstig van het NFI d.d. 9 mei 2016, opgemaakt door dr. S. van Soest, los gevoegd bij voornoemd dossier, voor zover inhoudende:
Onderstaand onderzoeksmateriaal is onderworpen aan een DNA-onderzoek:
AADN9608NL#02: een postzegel met het onderliggende papier
AADN9608NL#04: een postzegel met het onderliggende papier
SIN Beschrijving DNA-profiel celmateriaal kan afkomstig zijn van
AADN9608NL#02 DNA-profiel van een man onbekende man A
AADN9608NL#04 DNA-profiel van minimaal één man onbekende man A
20. Een deskundigenrapport afkomstig van het NFI d.d. 6 november 2015, opgemaakt door dr. S. van Soest en opgenomen op pagina 425 e.v. van het FO dossier, voor zover inhoudende:
Onderstaand onderzoeksmateriaal is onderworpen aan een DNA-onderzoek:
RABG8621NL: referentiemonster wangslijmvlies van de [verdachte]
.
Van het referentiemonster RABG8621NL van [verdachte] is een DNA-profiel verkregen. In de aanvraag onderzoek van de Politie Eenheid Noord-Nederland is specifiek verzocht om het DNA-profiel van [verdachte] RABG8621NL te vergelijken met
het volgende DNA-profiel:
AADN9608NL#02: een postzegel met het onderliggende papier
Uit de resultaten van het vergelijkend DNA-onderzoek wordt geconcludeerd dat het DNA-
profiel van [verdachte] RABG8621NL matcht met het DNA-profiel van het celmateriaal in de bemonstering AADN9608NL#02. Dit betekent dat het celmateriaal in dit sporenmateriaal afkomstig kan zijn van [verdachte] . De kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen man matcht met dit DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard.
Dit betekent eveneens dat onbekende man A (in deze zaak) en [verdachte] één en
dezelfde man kunnen zijn. Tevens betekent dit dat alle DNA-profielen in deze zaak waarmee
het DNA-profiel van onbekende man A matcht of overeenkomt ook matchen of overeenkomen met [verdachte] .
21. Een deskundigenrapport afkomstig van The Maastricht Forensic Institute (hierna: TMFI) d.d. 7 juni 2016, opgemaakt door dr. P.J. Herbergs, los gevoegd bij voornoemd dossier, voor zover inhoudende:
Bemonstering Mogelijke donor van celmateriaal
Postzegel met het Het prominenter aanwezige DNA-profiel matcht met het DNA-profiel van verdachte
onderliggende papier [verdachte]
(AADN9608NL#02)
Postzegel met het Het prominenter aanwezige DNA-profiel matcht met het DNA-profiel van verdachte
onderliggende papier [verdachte]
(AADN9608NL#04)
22. Een deskundigenrapport afkomstig van het NFI d.d. 21 december 2015, opgemaakt door dr.ir. A.J.J. van Es en opgenomen op pagina 478 e.v. van het FO dossier, voor zover inhoudende:
SIN Omschrijving
AAHT4424NL soldeerbout
AAHT4425NL soldeertin
AAIP4863NL3.drukwerk (wenskaart)
AAIU9060NL luidspreker en elektronica uit drukwerk (wenskaart)
Vergelijkend onderzoek tussen de soldeertin (AAHT4425NL) en de soldeerbout en tin
in de koffer (AAHT4424NL) met de door de dader aangebrachte soldeerverbindingen
in de bombrief te [pleegplaats 2] (AAIP4863NL).
Geconcludeerd kan worden dat de resultaten van het onderzoek tenminste waarschijnlijker zijn wanneer de soldeerverbinding S5 in [AAIU9060NL] afkomstig is van de bron soldeertindraad R2 afkomstig uit de koffer [AAHT4424NL] dan wanneer de soldeerverbinding S5 afkomstig is van een willekeurige andere bron soldeertin.
23. Een deskundigenrapport afkomstig van het NFI d.d. 2 maart 2016, opgemaakt door
dr.ir. A.J.J. van Es, los gevoegd bij voornoemd dossier, voor zover inhoudende:
De soldeertin [AAHT4424NL-R2] is in sporenelementsamenstelling vergeleken met
de verzameling van 131 willekeurige soldeertin monsters. Op deze manier wordt een
inschatting gemaakt van de kans op een toevallige overeenkomst in sporenelement-samenstelling en daarmee de bewijskracht van de gevonden overeenkomst.
Wanneer de elementsamenstelling (18 elementen) van de soldeertin [AAHT4424NL-R2] wordt vergeleken met de metingen van de 131 monsters in de soldeertinverzameling dan blijkt dat deze duidelijk is te onderscheiden van alle 131 soldeertin monsters.
Binnen Nederland worden geen regionale effecten verwacht in de soldeertin populatie. Soldeertin is geen lokaal product en distributie van soldeertin zal gespreid over Nederland plaats vinden.
Conclusie:
Het blijkt dat de soldeertin samenstelling van [AAHT4424NL-R2], waarvoor een overeenkomst is gevonden met een soldeerverbinding in [AAIU9060NL], duidelijk verschilt van alle 131 willekeurige soldeertin monsters (aangetroffen bij mensen thuis). De kans op een toevallige overeenkomst is daarmee kleiner dan 1/131.
De bewijskracht van de overeenkomst verandert hiermee van “tenminste waarschijnlijker” naar “veel waarschijnlijker”.
De conclusie kan daarom nu als volgt worden geformuleerd:
Voor een van de soldeerverbindingen in [AAIU9060NL] (elektronica afkomstig uit
wenskaart [AAIP4863NL]) zijn de resultaten van het onderzoek veel waarschijnlijker wanneer deze soldeerverbinding afkomstig is van een bron soldeertindraad (R2) afkomstig uit de koffer [AAHT4424NL] dan wanneer deze soldeerverbinding afkomstig is van een willekeurige andere bron soldeertin niet afkomstig van [AAHT4424NL] of [AAHT4425NL].
24. Een deskundigenrapport afkomstig van het NFI d.d. 16 februari 2016, opgemaakt doordr. S. van Soest en opgenomen op pagina 494 e.v. van het FO dossier, voor zover inhoudende:
Onderstaande onderzoeksmateriaal is onderworpen aan een DNA-onderzoek.
AAHT4424NL#02 bemonstering van het handvat en stekker van een soldeerbout in een
koffer
Er is aangenomen dat de bemonstering AAHT4424NL#02 celmateriaal bevat van twee
personen en dat deze personen onderling niet verwant zijn. Onder deze aannames zijn de
resultaten van het DNA-onderzoek beschouwd onder het volgende hypothesepaar:
hypothese I: De bemonstering bevat celmateriaal van [verdachte] en één willekeurige
onbekende persoon.
hypothese II: De bemonstering bevat celmateriaal van twee willekeurige onbekende
personen.
De bevindingen van het vergelijkend DNA-onderzoek zijn meer dan 1.000.000 keer
waarschijnlijker als hypothese I waar is, dan als hypothese II waar is.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
Op de aan de Jumbo-vestiging te [pleegplaats 2] verstuurde verjaardagskaart met daarin een explosieve stof (hierna ook: de bombrief) is op de envelop - tussen twee postzegels en het onderliggende papier - celmateriaal aangetroffen, waarvan het verkregen DNA-profiel matcht met het DNA-profiel van verdachte. Het NFI heeft in haar rapport geconcludeerd dat de kans dat het DNA-profiel van een willekeurig andere persoon dan verdachte matcht met het aangetroffen DNA-profiel op de envelop, één op de één miljard is. Ook contra-onderzoek door het TMFI heeft dit resultaat opgeleverd. De rechtbank gaat op grond hiervan ervan uit dat op de bombrief celmateriaal van verdachte is aangetroffen. Dat het celmateriaal van verdachte door middel van secundaire overdracht daarop is terechtgekomen, zoals de verdediging heeft gesteld, is niet uitgesloten, maar de kans daarop acht de rechtbank in dit geval klein. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat secundair overgedragen DNA door het verrichten van andere handelingen ook weer snel van handen zal verdwijnen. De suggestie van de verdediging dat het DNA van verdachte via de handen van verdachte en de dader op de bombrief, precies ter hoogte van de plaats waar de postzegels zijn geplakt, terecht is gekomen, zou dan ook betekenen dat de postzegels op de bombrief zijn geplakt zeer kort nadat verdachte met de dader in aanraking is geweest en verdachte welhaast bij het plakken aanwezig moet zijn geweest. In dat licht had het dan ook op de weg van verdachte gelegen om het verweer op dit punt nader toe te lichten en niet te volstaan met de enkele stelling dat er sprake zou kúnnen zijn van overdraagbaarheid.
De betrokkenheid van verdachte bij het versturen van de bombrief blijkt bovendien ook uit andere bewijsmiddelen. Zo is uit onderzoek door het NFI naar voren gekomen dat het veel waarschijnlijker is wanneer de soldeerverbinding in de bombrief afkomstig is van de soldeertindraad aangetroffen in een koffer die gevonden is in de woning waar verdachte verbleef, dan wanneer de soldeerverbinding afkomstig is van een willekeurige andere bron. De door het NFI onderzochte willekeurige soldeertin monsters wijken op veel punten af van de soldeerverbinding in de bombrief. De rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan dit onderzoek, waarvan het NFI heeft gezegd dat dit onderzoek als representatief is te beschouwen, waarbij is overwogen dat er geen sprake is van regiogebonden samenstelling van soldeertin. Daar komt nog bij dat op het handvat en de stekker van de soldeerbout, die zich in dezelfde koffer als de soldeertindraad bevond, celmateriaal is aangetroffen dat volgens het NFI van verdachte afkomstig zou kunnen zijn. De bewijswaarde hiervan is door het NFI in hypotheses aangegeven, waarbij de bevindingen van het vergelijkend DNA-onderzoek meer dan één miljoen keer waarschijnlijker is als de bemonstering van het handvat en de stekker celmateriaal van verdachte en één willekeurig andere persoon bevat dan als de bemonstering celmateriaal bevat van twee willekeurige personen. Dat verdachte de soldeerbout wellicht heeft vastgepakt omdat hij nu eenmaal in de woning verbleef, zoals de verdediging heeft gesteld, verklaart nog niet dat er DNA van hem is aangetroffen op de stekker van de soldeerbout, wat eerder wijst op gebruik, welk gebruik verdachte nu juist heeft ontkend.
Op grond van het voorgaande is naar het oordeel van de rechtbank vast komen te staan dat verdachte de zogenoemde bombrief heeft gefabriceerd en verzonden.
Uit onderzoek is vervolgens gebleken dat de samenstelling van het explosief in de bombrief soortgelijk is aan het explosief dat is aangetroffen bij de [straatnaam 1] in [pleegplaats 1] . Ook hier is DNA-materiaal aangetroffen dat te herleiden is naar verdachte. Bij het incident bij de [straatnaam 1] is gebruik gemaakt van een emmer die was afgesloten met een deksel. Aan de onderkant van het deksel is een hoofdhaardeel aangetroffen, dat na onderzoek een mtDNA-profiel heeft opgeleverd dat matcht met het mtDNA-profiel van verdachte. Ook de bewijswaarde hiervan is in hypotheses aangegeven, waarbij het NFI heeft gerapporteerd dat de resultaten van het vergelijkend mtDNA-onderzoek veel waarschijnlijker zijn als het hoofdhaardeel afkomstig is van verdachte of van iemand die in de moederlijke lijn aan verdachte verwant is, dan als het hoofdhaardeel afkomstig is van een willekeurig persoon, niet in de moederlijke lijn verwant aan verdachte. Dat hier sprake is geweest van een onzorgvuldig onderzoek, zoals de verdediging heeft gesteld, is niet aannemelijk geworden.
Zowel bij het explosief dat is geplaatst bij de [straatnaam 1] als bij het explosief dat is ontploft nabij het [straatnaam 4] te [pleegplaats 1] is gebruik gemaakt van een Leifheit kookwekker. Uit onderzoek is komen vast te staan, en door verdachte is ook erkend, dat hij twee soortgelijke kookwekkers heeft gekocht en wel op 1 mei 2015, een week voordat een explosief aan de [straatnaam 1] is geplaatst, en op 26 mei 2015, vijf dagen voordat de explosie nabij het [straatnaam 4] heeft plaatsgevonden.
De rechtbank komt op grond hiervan tot het oordeel dat verdachte ook degene is geweest die de twee explosieven heeft gemaakt die bij de twee [pleegplaats 1] Jumbo-vestigingen zijn geplaatst. Dat verdachte niet in staat is om explosieven in elkaar te zetten, zoals de verdediging heeft gesteld, acht de rechtbank niet aannemelijk. Uit de rapporten van het NFI komt naar voren dat de in de explosieven gebruikte TATP ook door mensen zonder chemische achtergrond relatief gemakkelijk en zonder speciale apparatuur te bereiden is en dat beschrijvingen van hoe deze te maken eenvoudig op het internet zijn te vinden. De rechtbank acht in dit verband van belang dat verdachte zelf tijdens de terechtzitting heeft verklaard dat hij in staat is iets na te maken, als hem dat wordt voorgedaan.
Nu er geen aanwijzingen zijn dat de explosieven door een ander dan door de maker daarvan bij de twee Jumbo-vestigingen zijn geplaatst, gaat de rechtbank ervan uit dat verdachte de explosieven ook heeft geplaatst. Hierbij merkt de rechtbank op dat zij de verdediging kan volgen in haar stelling dat verdachte niet op de beelden van de ontploffing nabij het [straatnaam 4] kan worden herkend. Dit heeft, wat de rechtbank betreft, te maken met de slechte kwaliteit van de beelden, de hoek van waaruit is gefilmd en de afscherming van het gezicht van de dader met een paraplu. De rechtbank is echter van oordeel dat niet valt uit te sluiten dat het wél verdachte is die op de beelden is te zien. Opvallend is in dit verband dat op de beelden is te zien dat de paraplu aan één zijde beschadigd is en dat onder verdachte een paraplu in beslag is genomen, waarvan één balein beschadigd is, wat bij het uiteenklappen van de paraplu eenzelfde stand oplevert.4.
De rechtbank stelt verder vast dat de onder 1 ten laste gelegde dreigmails daderinformatie bevatten. Er wordt verwezen naar eerder geplaatste explosieven en de verjaardagskaart, de gebruikte explosieve stof TATP en een Leifheit kookwekker. De dader maakt daarbij telkens gebruik van de Engelse taal, - op één geval na - van de naam [bijnaam] en van fictieve e-mailadressen. Naar het oordeel van de rechtbank kan het niet anders dan dat verdachte als maker en plaatser van de explosieven deze dreigmails heeft gestuurd. Verdachte heeft erkend dat hij gebruik maakt van het TOR-netwerk. Hoewel dit op zichzelf wellicht niet redengevend is, acht de rechtbank wel relevant dat verdachte bekend is met de wijze waarop anoniem contact kan worden gelegd en gebruik kan worden gemaakt van dit netwerk. Uit onderzoek is immers gebleken dat op 9 oktober 2015 tussen 15.12 uur en 15.23 uur gebruik is gemaakt van de computer in de woning aan de [straatnaam 7] , de TOR-browser is gedownload, een specifieke USB-stick is aangesloten en Notepad is opgestart, terwijl op 15.20 uur, derhalve binnen die tijdsspanne, een dreigmail naar Jumbo is gestuurd. Ter terechtzitting is aan de orde gekomen dat verdachte degene is geweest die op dat moment gebruik maakte van die computer.5.De desbetreffende USB-stick is niet aangetroffen en verdachte heeft - ook ter terechtzitting van 17 juni 2016 - geen antwoord willen geven op de vraag waar deze USB-stick is gebleven. Opmerkelijk in dit verband is dat, naast de USB-stick, ook andere aan verdachte in gebruik gegeven gegevensdragers/laptops niet zijn aangetroffen, dan wel - naar zijn zeggen - kapot zijn gegaan.6.Opvallend is daarbij dat verdachte eerst op de terechtzitting van 17 juni 2016 een verklaring heeft afgelegd over de wijze waarop de roze laptop zou zijn verdwenen. Deze verklaring acht de rechtbank niet geloofwaardig.
Dat op 9 oktober 2015 rond 15.20 uur geen verbinding is gemaakt met het TOR-netwerk en verdachte de dreigmail, die wel via dit netwerk is verzonden, dus niet kan hebben verstuurd, zoals de verdediging heeft gesteld, is een conclusie die niet uit de resultaten van het onderzoek kan worden getrokken. Uit onderzoek is gebleken dat niet is vast te stellen of op dat moment verbinding is gemaakt met het TOR-netwerk. Het is dus heel wel mogelijk dat er wel verbinding is gemaakt en dit is naar het oordeel van de rechtbank ook aannemelijk, nu niet valt in te zien waarom anders de TOR-browser wordt gedownload, slechts enkele minuten gebruik wordt gemaakt van de computer en een uur later, nadat het systeem weer is opgestart, alle snelkoppelingen, waaronder die naar het TOR-netwerk, weer worden verwijderd. Blijkbaar had verdachte de dreigmail zo voorbereid dat hij in slechts enkele minuten na het opstarten van het systeem met gebruikmaking van data op de USB-stick de dreigmail kon versturen. Dit maakt dat ook het verweer van verdachte dat hij op de verjaardag van [getuige 1] niet in de gelegenheid was om de op die dag verzonden dreigmail te versturen, moet worden verworpen, nu verdachte zich kort kan hebben afgezonderd van de rest van de verjaardagsvisite.
Tot slot is het opvallend dat verdachte zijn handelingen tijdelijk stillegt nadat de politie bij [getuige 1] komt in verband met de resultaten van het onderzoek naar de Leifheit kookwekkers.
De rechtbank is van oordeel dat op grond van de opgenomen bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang bezien, alle ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen zijn. Vast is komen te staan dat alle feiten aan elkaar gerelateerd zijn en dat sprake is van één dader. Op grond van de bewijsmiddelen acht de rechtbank bewezen dat verdachte deze dader is.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht het onder 1, 2 , 3 en 4 ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij op verschillende tijdstippen in de periode van 2 mei 2015 tot en met 9 oktober 2015 in de gemeenten Groningen en Veghel en Zwolle , deels op de openbare weg, te weten onder andere de [straatnaam 1] en de [straatnaam 2] , telkens ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld supermarktketen Jumbo te dwingen tot de afgifte van 2 .000 bitcoins, toebehorende aan supermarktketen Jumbo,
- aan (een vestiging van) die supermarktketen Jumbo, al dan niet via Jumbo.nl of Jumbo.com of Jumbowerkt.nl of Politie.nl, een e-mail en/of een meldformulier of een brief heeft gestuurd waarin hij aankondigde dat in/bij een vestiging van die supermarktketen Jumbo, onder andere aan/nabij de [straatnaam 3] ( [naam jumbo 1] ), een bom/explosief tot ontploffing gebracht zou worden met (veel) slachtoffers tot gevolg en
- via Politie.nl in een e-mail en/of een meldformulier heeft bericht dat aanvallen zouden worden uitgevoerd op de [naam familie] en op huizen van werknemers van die supermarktketen Jumbo en
- een bom/explosief (voorzien van tijdontstekingsmechanisme) heeft geplaatst in de directe nabijheid van de vestiging van die supermarktketen Jumbo aan de [straatnaam 1] te [pleegplaats 1] en
- een bom/explosief heeft geplaatst in de directe nabijheid van de vestiging van die
supermarktketen Jumbo aan [straatnaam 4] te [pleegplaats 1] en die bom/dat explosief tot ontploffing heeft gebracht of laten komen en
- in een envelop met een verjaardagskaart een hoeveelheid explosieve stof heeft bijgesloten en die envelop/kaart heeft laten bezorgen bij de vestiging van die supermarktketen Jumbo aan de [straatnaam 5] te [pleegplaats 2] ,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf telkens niet is voltooid;
2 .
hij in de periode van 8 mei 2015 tot en met 9 mei 2015 te [pleegplaats 1] , ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om opzettelijk een ontploffing teweeg te brengen aan/bij de vestiging van supermarktketen Jumbo aan de [straatnaam 1] , met dat opzet een bom/explosief voorzien van tijdontstekingsmechanisme heeft geplaatst in de directe nabijheid van die vestiging van die supermarktketen Jumbo, en daarvan
- gemeen gevaar voor die vestiging van die supermarktketen Jumbo en voor de daarin aanwezige inboedel/goederen en voor een of meer boven die vestiging gelegen woningen en de daarin aanwezige inboedel en
- levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een of meer in die woningen aanwezige personen en voor een of meer in de directe nabijheid van die bom/dat explosief aanwezige personen te duchten was,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op 31 mei 2015 te [pleegplaats 1] opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht aan/bij de vestiging van supermarktketen Jumbo aan het [straatnaam 4] , hebbende verdachte een bom/explosief voorzien van tijdontstekingsmechanisme geplaatst in de directe nabijheid van die vestiging van die supermarktketen Jumbo, te weten aan de [straatnaam 2] , en die bom/dat explosief vervolgens tot ontploffing gebracht of laten komen, terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor die vestiging van die supermarktketen Jumbo en voor de daarin aanwezige inboedel en
- levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een of meer in de directe nabijheid van die bom/dat explosief aanwezige personen te duchten was;
4.
hij op 1 juli 2015 te [pleegplaats 2] , ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om opzettelijk een ontploffing teweeg te brengen in de vestiging van supermarktketen Jumbo aan de [straatnaam 5] , met dat opzet een envelop met een verjaardagskaart en een hoeveelheid explosieve stof heeft laten bezorgen bij die vestiging van die supermarktketen Jumbo,
en daarvan
- gemeen gevaar voor die vestiging van die supermarktketen Jumbo en/of voor de daarin aanwezige inboedel/goederen en
- gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een of meer in die vestiging van die supermarktketen Jumbo aanwezige personen en voor een of meer in de directe nabijheid van die bom/dat explosief aanwezige personen te duchten was,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
1. poging tot afpersing, meermalen gepleegd;
2 . poging tot opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is;
3. opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is;
4. poging tot opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
Ten aanzien van de strafbaarheid van verdachte heeft de rechtbank gelet op het rapport d.d.
8 april 2016, opgemaakt door J. Marx, psychiater en C.T.H.M. Salet, GZ-psycholoog, welke deskundigen verdachte hebben geobserveerd in het Pieter Baan Centrum (hierna: het PBC).
Omdat verdachte niet mee heeft willen werken aan het onderzoek, kunnen beide deskundigen geen uitspraak doen over de aan- of afwezigheid van persoonlijkheidsproblematiek en de toerekeningsvatbaarheid.
De rechtbank acht verdachte derhalve strafbaar, nu ten opzichte van verdachte ook overigens geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.
Strafmotivering
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1, 2 , 3 en 4 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 jaar.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft, in verband met de bepleite vrijspraak, geen standpunt omtrent de strafmaat ingenomen.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting en de over hem opgemaakte rapportages, het hem betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft gedurende vijf maanden meermalen gepoogd de winkelketen Jumbo te dwingen tot afgifte van een hoeveelheid bitcoins, waarbij verdachte heftige middelen heeft gebruikt. Naast het sturen van dreigmails, heeft verdachte twee explosieven bij een vestiging van Jumbo geplaatst en een kaart met daarin een explosieve stof naar een vestiging van Jumbo verzonden. Verdachte heeft gebruik gemaakt van TATP, een springstof die - zo blijkt uit de rapportages van het NFI - zeer gemakkelijk tot ontsteking kan worden gebracht, bijvoorbeeld door middel van warmte, een vonk, wrijving of slag. Eén van de geplaatste explosieven is ook daadwerkelijk direct naast een Jumbo-vestiging ontploft. Uit de rapportages van het NFI blijkt de kracht van de explosieven. Als de door verdachte verzonden verjaardagskaart was ontploft, zou binnen een straal van tientallen centimeters kans bestaan op ernstig lichamelijk letsel en, door de scherfwerking, op enkele meters kans op lichamelijk letsel. De explosieve constructie bij de [straatnaam 1] had een kracht van
5-8 handgranaten en als deze explosieve constructie bij de [straatnaam 1] tot ontploffing was gekomen, had binnen een straal van enkele tot meerdere meters zelfs kans op dodelijk letsel bestaan en tot op enkele tientallen meters kans op (zwaar) lichamelijk letsel. Dat er geen slachtoffers zijn gevallen en de schade - door ontploffing van één van de geplaatste explosieven - gelukkig beperkt is gebleven tot beschadiging van een winkelpui, is zeker niet aan verdachte te danken.
Verdachte heeft zich dusdoende schuldig gemaakt aan ernstige feiten met een grote impact op de betrokkenen, zoals ook blijkt uit de ter terechtzitting voorgelezen slachtofferverklaring. Medewerkers en klanten waren angstig en ongerust en vroegen zich af of zij wel veilig konden werken of winkelen. De directie en aandeelhouders van Jumbo maakten zich ongerust over de veiligheid van klanten en medewerkers. Het heeft geleid tot verhoogde alertheid en tot een groot aantal ontruimingen van winkelpanden van Jumbo. Ook meer in het algemeen is door het handelen van verdachte in de samenleving angst en onrust veroorzaakt. Deze angst en onrust is door verdachte over een langere periode in stand gelaten en met het opnieuw plaatsen c.q. versturen van explosief materiaal en het verzenden van elke nieuwe dreigmail doelbewust weer aangewakkerd. Daarbij heeft verdachte alleen het eigen financieel gewin voor ogen gehad. Verdachte heeft daarnaast met zijn handelen meerdere bedrijven gedupeerd. Doordat één van de explosieven is ontploft, is schade toegebracht aan het desbetreffende winkelpand. Doordat verdachte explosieven heeft geplaatst en verstuurd en doordat hij in zijn dreigmails aankondigde dat in vestigingen van Jumbo een bom zou afgaan, zijn gebouwen ontruimd en heeft met name Jumbo allerlei voorzorgsmaatregelen moeten nemen, hetgeen een forse kostenpost heeft opgeleverd.
Gelet op de ernst van deze feiten is naar het oordeel van de rechtbank slechts een gevangenisstraf van lange duur op zijn plaats.
De rechtbank heeft tevens acht geslagen op het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 20 mei 2016 waaruit blijkt dat hij, weliswaar langer dan vijf jaar geleden, eerder onherroepelijk is veroordeeld voor onder meer afpersing, waarvoor hem destijds een gevangenisstraf van tien jaar is opgelegd.
In het reclasseringsrapport van 6 november 2015 staat te lezen dat verdachte problemen heeft op meerdere gebieden. Hij heeft geen vaste woon- of verblijfplaats, geen opleiding, geen werk, geen inkomen en hij heeft schulden. Verdachte heeft zelf verklaard, zo blijkt uit het trajectconsult van 26 oktober 2015, dat hij ten tijde van het ten laste gelegde kampte met psychische problemen en verslaafd was aan alcohol en drugs.
Omdat verdachte de feiten ontkent en niet mee heeft willen werken aan een onderzoek door het PBC, hebben de reclassering en het PBC niets kunnen zeggen over de toerekeningsvatbaarheid, het recidivegevaar en de noodzaak voor een behandeling.
Alles overwegende ziet de rechtbank geen enkele reden om af te wijken van de eis van de officier van justitie.
Inbeslaggenomen goederen
De rechtbank is van oordeel dat de inbeslaggenomen voorwerpen, te weten 1 zwarte paraplu, 2 sleutels en 1 zwarte jas, moeten worden teruggegeven aan verdachte nu het belang van strafvordering zich daartegen niet verzet.
Benadeelde partij
Jumbo Supermarkten B.V. heeft zich voor de aanvang van de terechtzitting als benadeelde partij in het strafproces gevoegd door middel van indiening van het voorgeschreven formulier bevattende de opgave van een vordering tot vergoeding van door haar geleden schade ten gevolge van de aan verdachte onder 1, 2 , 3 en 4 ten laste gelegde en bewezen verklaarde feiten alsmede de gronden waarop deze berusten.
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde en bewezen verklaarde feit heeft Fair Play Centers B.V. zich als benadeelde partij gesteld.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat beide vorderingen zullen worden toegewezen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, nu hij voor vrijspraak heeft gepleit, betoogd dat de benadeelde partijen in de vordering niet-ontvankelijk moeten worden verklaard. Ten aanzien van de vordering van Fair Play Centers B.V. heeft de raadsman subsidiair gesteld dat deze benadeelde partij niet rechtstreeks is getroffen in een belang dat door de overtreden strafbepaling wordt beschermd.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat een deel van de door Jumbo Supermarkten B.V. gestelde schade voldoende aannemelijk is geworden en in zodanig verband staat met de door verdachte gepleegde strafbare feiten, dat deze aan hem als een gevolg van zijn handelen kan worden toegerekend. De rechtbank acht de vordering, die niet dan wel onvoldoende door verdachte en diens raadsman is weersproken, derhalve gegrond en voor toewijzing vatbaar tot een bedrag van € 72.207,00, te vermeerderen met de wettelijke rente.
Dit bedrag is als volgt samengesteld:
Jumbo [naam jumbo 2] ( [straatnaam 4] [pleegplaats 1] ):
◦ herstelwerkzaamheden € 1.281,00
Jumbo Maripaan Groep ( [naam jumbo 1] [pleegplaats 1] ):
◦ loonkosten 7 juni € 1.511,00
◦ loonkosten nazorg 50% € 857,00
€ 2 .368,00
Hoofdkantoor
◦ extra surveillance rondes door Trigion (7x) € 9.576,00
◦ 6 telefoonrecorders € 2 .328,00
◦ crisisondersteuning ISP € 38.200,00
◦ vervanging security manager € 18.454,00
€ 68.558,00
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering moet worden verklaard, nu dat deel van de vordering geen rechtstreeks verband houdt met de bewezen verklaarde feiten dan wel onvoldoende is onderbouwd. De rechtbank zal niet overgaan tot schorsing van het onderzoek om de hoogte van dat deel van de schade alsnog te doen aantonen. Dit zal namelijk leiden tot een onevenredige belasting van het strafgeding.
Anders dan de raadsman heeft gesteld, is naar het oordeel van de rechtbank ook aan Fair Play Centers B.V. door het onder 1 bewezen verklaarde rechtstreeks schade toegebracht. Eén van de casino’s van Fair Play Centers B.V. bevindt zich in de [naam stadion] , waar ook een vestiging van Jumbo is gevestigd. Op 6 juni 2015 is, nadat er was gedreigd dat in deze vestiging van Jumbo een bom zou afgaan, ook dit casino ontruimd. Als gevolg van deze ontruiming zijn de gevorderde kosten ontstaan. De rechtbank acht de vordering van € 18.230,55, te vermeerderen met de wettelijke rente, derhalve gegrond en voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank acht daarnaast oplegging van de schadevergoedingsmaatregel aangewezen nu verdachte jegens de benadeelde partijen naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade.
Toepassing van wetsartikelen
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:
Verklaart het onder 1, 2 , 3 en 4 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 8 jaar.
Beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Gelast de teruggave van de in beslag genomen goederen aan verdachte -nadat dit vonnis onherroepelijk is geworden- te weten:
- 1 zwarte paraplu;
- 2 sleutels;
- 1 zwarte jas.
(ten aanzien van alle feiten)
Wijst de vordering van de benadeelde partij Jumbo Supermarkten B.V. toe tot na te melden bedrag en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 72.207,00 (zegge: tweeënzeventigduizend tweehonderd zeven euro), te vermeerderen met de wettelijke rente over € 1.281,00 vanaf 31 mei 2015, over € 2 .368,00 vanaf 7 juni 2015 en over € 68.558,00 vanaf 9 oktober 2015.
Bepaalt dat de benadeelde partij Jumbo Supermarkten B.V. voor het overige in haar vordering niet-ontvankelijk is en dat dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer Jumbo Supermarkten B.V., te betalen een bedrag van € 72.207,00 (zegge: tweeënzeventigduizend tweehonderd zeven euro), te vermeerderen met de wettelijke rente over € 1.281,00 vanaf
31 mei 2015, over € 2 .368,00 vanaf 7 juni 2015 en over € 68.558,00 vanaf 9 oktober 2015, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 359 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer Jumbo Supermarkten B.V., daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat van dit bedrag komt te vervallen.
(ten aanzien van feit 1)
Wijst de vordering van de benadeelde partij Fair Play Centers B.V. toe en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van € 18.230,55 (zegge: achttienduizend tweehonderd dertig euro en vijfenvijftig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 juni 2015.
Veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer Fair Play Centers B.V., te betalen een bedrag van € 18.230,55 (zegge: achttienduizend tweehonderd dertig euro en vijfenvijftig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 juni 2015, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van
126 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Bepaalt daarbij dat, indien verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer Fair Play Centers B.V., daarmee de verplichting van verdachte om aan de benadeelde partij dit bedrag te betalen komt te vervallen en omgekeerd, dat, indien verdachte aan de benadeelde partij het opgelegde bedrag heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat van dit bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.L. Stuiver, voorzitter, mr. F. de Jong en mr. M. Haisma, rechters, bijgestaan door A.W. ten Have-Imminga, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 1 juli 2016.
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 01‑07‑2016
zie voor SIN proces-verbaal d.d. 19 november 2015, opgenomen op pagina 126 e.v. van het FO dossier
zie proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 22 juli 2015, opgenomen op pag. 84 e.v. van het FO dossier
proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 oktober 2015, opgenomen op pagina 323 e.v. van het dossier
de ter terechtzitting voorgedragen en overgelegde pleitnota
proces-verbaal van verhoor B.N. [getuige 2] d.d. 10 oktober 2015, opgenomen op pagina 2010 e.v. van het dossier en proces-verbaal van verhoor J.J.G. [verdachte] d.d. 12 oktober 2015, opgenomen op pagina 2102 e.v. van het dossier