NJB 2020/2903:Uitleg petitum. Partijdebat. Een verhuurder stelt vorderingen in tot betaling van contractuele boeten wegens overtreding van huurbepalingen. Tijdens de comparitie in hoger beroep stelt de voorzitter van het hof een bepaalde vordering aan de orde. De advocaat van de verhuurder bevestigt dat die vordering ziet op outlet-activiteiten. Hoge Raad: In het licht van het partijdebat is onbegrijpelijk dat het hof aan deze bevestiging zonder meer de gevolgtrekking heeft verbonden (zonder dit aan de advocaat te verduidelijken) dat die vordering daarmee níet zag op onbevoegd aangebrachte wijzigingen aan het gehuurde. Dat de vordering ziet op outlet-activiteiten sluit immers niet uit dat deze ook ziet op andere overtredingen van bepalingen van de huurovereenkomst, zoals de kantonrechter de vordering had uitgelegd en zoals de huurder de daarop betrekking hebbende grieven had begrepen