Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2015/2219 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor opleiding op het gebied van rechtshandhaving (Cepol) en tot vervanging en intrekking van Besluit 2005/681/JBZ van de Raad
Artikel 29 Fraudebestrijding
Geldend
Geldend vanaf 24-12-2015
- Bronpublicatie:
25-11-2015, PbEU 2015, L 319 (uitgifte: 04-12-2015, regelingnummer: 2015/2219)
- Inwerkingtreding
24-12-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2015, PbEU 2015, L 319 (uitgifte: 04-12-2015, regelingnummer: 2015/2219)
- Vakgebied(en)
Politierecht / Algemeen
EU-recht / Instituties
1.
Met het oog op een betere bestrijding van fraude, corruptie en alle andere onwettige activiteiten krachtens Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad (1) treedt Cepol tussen 1 juli en 31 december 2016 toe tot het Interinstitutioneel Akkoord van 25 mei 1999 betreffende de interne onderzoeken verricht door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (2) en stelt het op basis van het model in de bijlage bij dat akkoord onmiddellijk passende regels op voor al zijn personeelsleden.
2.
De Europese Rekenkamer is bevoegd om bij alle begunstigden van subsidies, contractanten en subcontractanten die van Cepol EU-middelen hebben ontvangen, controles op stukken en controles ter plaatse te verrichten.
3.
OLAF kan overeenkomstig de bepalingen en procedures van Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 en Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad (3) onderzoeken verrichten, waaronder controles en inspecties ter plaatse om vast te stellen of er sprake is van fraude, corruptie of andere onwettige activiteiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad in verband met een door Cepol toegekende subsidie of overeenkomst.
4.
Onverminderd de leden 1, 2 en 3 worden in werkafspraken met organen van de Unie, autoriteiten en opleidingsinstellingen van derde landen, internationale organisaties en private partijen, contracten, subsidieovereenkomsten en subsidiebesluiten van Cepol bepalingen opgenomen die de Europese Rekenkamer en OLAF uitdrukkelijk de bevoegdheid verlenen de in de leden 2 en 3 bedoelde controles en onderzoeken te verrichten, overeenkomstig hun respectieve bevoegdheden.
Voetnoten
Verordening (EU, Euratom) nr. 883/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 september 2013 betreffende onderzoeken door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (Euratom) nr. 1074/1999 van de Raad (PB L 248 van 18.9.2013, blz. 1).
Interinstitutioneel akkoord van 25 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Commissie van de Europese Gemeenschappen betreffende de interne onderzoeken verricht door het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) (PB L 136 van 31.5.1999, blz. 15).
Verordening (Euratom, EG) nr. 2185/96 van de Raad van 11 november 1996 betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden (PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2).