Einde inhoudsopgave
Netcode elektriciteit
Artikel 3.18
Geldend
Geldend vanaf 14-09-2021
- Bronpublicatie:
09-09-2021, Stcrt. 2021, 40916 (uitgifte: 13-09-2021, regelingnummer: ACM/UIT/544783)
- Inwerkingtreding
14-09-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-09-2021, Stcrt. 2021, 40916 (uitgifte: 13-09-2021, regelingnummer: ACM/UIT/544783)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Distributie
1.
De synchrone productie-eenheid is in staat bij variërende spanning maximaal een hoeveelheid blindvermogen te leveren dat gekenschetst wordt door een verhouding van blindvermogen tot maximumcapaciteit, als bedoeld in artikel 17, tweede lid, onderdeel a, van de Verordening (EU) 2016/631 (NC RfG):
- a.
gelijk aan 0,33 bij een spanning van 0,9 pu tot 1,05 pu; en
- b.
dat bepaald wordt door het lineaire verloop tussen respectievelijk 0,33 en 0,0 bij een spanning tussen 1,05 pu en 1,1 pu.
2.
De synchrone productie-eenheid is in staat bij variërende spanning maximaal blindvermogen op te nemen dat gekenschetst wordt door een verhouding van blindvermogen tot maximumcapaciteit, als bedoeld in artikel 17, tweede lid, onderdeel a, van de Verordening (EU) 2016/631 (NC RfG):
- a.
gelijk aan 0,33 bij een spanning van 0,95 pu tot 1,1 pu; en
- b.
dat bepaald wordt door het lineaire verloop tussen respectievelijk 0,0 en 0,33 bij een spanning tussen 0,9 en 0,95 pu.
3.
In aanvulling op het eerste lid is het toegestaan het werkzame vermogen, zoveel als met het oog op de begrenzing door de maximale stroom technisch nodig is, te verminderen ten gunste van het leveren van blindvermogen binnen het deel van het U-Q/Pmax-profiel dat begrensd wordt door het lineaire verloop tussen respectievelijk 0,2 en 0,33 bij een spanning tussen 0,90 pu en 0,95 pu en het profiel overeenkomstig het eerste lid.
4.
De synchrone productie-eenheid is op grond van het eerste tot en met het derde lid in staat blindvermogen te leveren of op te nemen binnen en inclusief de grenzen van het rood gemarkeerde U-Q/Pmax-profiel in onderstaand diagram.
5.
De synchrone elektriciteitsproductie-eenheid is in staat om na een storing zo snel mogelijk de hoeveelheid werkzaam vermogen van voor de storing te leveren.