Rb. Amsterdam, 26-01-2017, nr. 13/659444-14
ECLI:NL:RBAMS:2017:537
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
26-01-2017
- Zaaknummer
13/659444-14
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBAMS:2017:537, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 26‑01‑2017; (Eerste aanleg - meervoudig)
Uitspraak 26‑01‑2017
Inhoudsindicatie
Bezit kinderporno
Partij(en)
RECHTBANK AMSTERDAM
VONNIS
Parketnummer: 13/659444-14 (Promis)
Datum uitspraak: 26 januari 2017
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] (Suriname) op [geboortedatum] 1974,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres
[adres 1] , [plaats 1] .
1. Onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 12 januari 2017.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie,
mr. S.M. Hoogerheide, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. E.A.A. Charry, naar voren hebben gebracht.
2. Tenlastelegging
2.1.
Aan verdachte wordt – kort gezegd – verweten dat hij in de periode van 4 november 2011 tot en met 26 februari 2013 kinderpornografisch beeldmateriaal (546 afbeeldingen en 48 films) in bezit heeft gehad en dat hij daarvan een gewoonte heeft gemaakt.
2.2.
De tekst van de integrale tenlastelegging is als bijlage 1 aan dit vonnis gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3. Voorvragen
De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde feit en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
4. Waardering van het bewijs
4.1.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
Verdachte had een aanzienlijke hoeveelheid kinderpornografische afbeeldingen en films op zijn Cosmos computer en een Toshiba harddisk staan. Deze bestanden zijn daar niet in één keer op terechtgekomen maar zijn op achtervolgende momenten binnengehaald. Daarbij is gebruik gemaakt van het e-mailadres van verdachte.
De verklaring van verdachte dat deze bestanden mogelijk door handelen van twee Duitse kamerhuurders op de betreffende computer en harddisk zijn terechtgekomen is ongeloofwaardig. Het is niet goed voorstelbaar dat verdachte van deze bij hem inwonende huurders geen andere gegevens heeft dan alleen de voornamen. Bovendien heeft verdachte wisselende verklaringen afgelegd over de periode waarin deze huurders in de woning zouden hebben verbleven. De vrouw van verdachte heeft weliswaar over Duitse huurders gesproken, maar deze zouden volgens haar rond 2010 alweer zijn vertrokken.
Alle kinderpornografische films en een deel van de kinderpornografische afbeeldingen, bevonden zich in zogenaamde ‘unallocated clusters’. Er zijn diverse manieren waarop deze bestanden daar terecht kunnen zijn gekomen. Het dossier bevat onvoldoende bewijs om aan te nemen dat verdachte ook deze bestanden bewust aanwezig heeft gehad. Met betrekking tot deze bestanden dient verdachte te worden vrijgesproken.
Verdachte heeft de overige 446 kinderpornografische afbeeldingen in bezit gehad, terwijl hij van dit in bezit hebben een gewoonte heeft gemaakt.
4.2.
Standpunt van de verdediging
Verdachte ontkent dat hij op de hoogte was van de kinderpornografische bestanden op zijn computer en harddisk. Ter terechtzitting heeft hij verklaard dat het e-mailadres dat gebruikt is om in te loggen bij [naam site] aan hem toebehoort en ook door hem wordt gebruikt. De gebruikersnaam waarbij op deze site is ingelogd, heeft verdachte wel eens aangewend voor het registreren op andere fora.
Verdachte en zijn vrouw hebben enige jaren lang illegaal twee Duitse huurders, genaamd [persoon 1] en [persoon 2] , in de woning gehad. Deze huurders maakten gebruik van één van de slaapkamers, terwijl zij de keuken en de badkamer met verdachte en zijn vrouw deelden. Verdachte heeft naast hun voornamen, geen andere informatie over deze huurders. De huurders konden ongehinderd gebruik maken van de computer van verdachte. Hoewel zij een eigen user-account hadden, waren het account van verdachte en het daarop aanwezige e-mailprogramma ook voor hen toegankelijk, omdat deze niet door wachtwoorden waren beveiligd. Verdachte vermoedt dat deze huurders verantwoordelijk zijn geweest voor het downloaden en opslaan van de kinderpornografische bestanden op zijn computer.
De raadsman heeft betoogd dat het wellicht vreemd overkomt dat verdachte zo weinig informatie kan verstrekken over zijn voormalige huurders, maar dat niet kan worden gezegd dat daarom het verhaal van verdachte onjuist is. Hoewel het bewijs overweldigend is, moet er rekening mee worden gehouden dat verdachte er niet van op de hoogte is geweest dat er kinderpornografische afbeeldingen op zijn computer stonden. Aldus dient vrijspraak te volgen.
4.3.
Oordeel van de rechtbank
Op 26 februari 2013 heeft een doorzoeking plaatsgevonden in de woning van verdachte. Na onderzoek van de in beslag genomen computers en gegevensdragers bleken op de Cosmos computer en een Toshiba harddisk in totaal 546 kinderpornografische afbeeldingen en 48 kinderpornografische films aanwezig.
Eerder onderzoek had uitgewezen dat op 6 januari 2012 de gebruiker ‘ [naam] ’ zich met gebruikmaking van het e-mailadres van verdachte had geregistreerd op de internetsite [naam site] , een site die onmiskenbaar gericht was op het verspreiden van kinderporno. De op deze site geplaatste berichten bevatten voornamelijk links naar kinderpornografisch beeldmateriaal en communicatie over dergelijk beeldmateriaal.
Na onderzoek van het op de Cosmos computer aanwezige e-mailprogramma Thunderbird is gebleken dat het aangetroffen kinderpornografische materiaal in overwegende mate gekoppeld kan worden aan e-mailberichten gericht aan het e-mailadres van verdachte.
De rechtbank acht op grond van het bovenstaande bewezen dat het kinderporno- grafisch materiaal door toedoen van verdachte op zijn Cosmos computer en Toshiba harddisk is terechtgekomen. De verklaring van verdachte, dat mogelijk twee, gedurende enkele jaren bij hem en zijn vrouw inwonende, Duitse studenten hiervoor verantwoordelijk moeten worden gehouden, schuift de rechtbank als ongeloofwaardig ter zijde. Verdachte heeft op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt dat gedurende de ten laste gelegde periode daadwerkelijk andere personen bij hem en zijn vrouw hebben ingewoond. Verdachte heeft geen informatie verstrekt op basis waarvan zijn verklaring dat anderen (ongemerkt) zijn computer en e-mail hebben gebruikt voor het downloaden van kinderporno kan worden verifieerd. Indien inderdaad twee huurders gedurende enige jaren in zijn woning zouden hebben verbleven, – gedurende welke jaren verdachte minimaal een jaar werkloos is geweest – met gemeenschappelijk gebruik van de (open) keuken, douche en computer, is ondenkbaar dat verdachte geen enkele kennis heeft van zelfs de meest basale informatie over deze huurders. Verdachte weet niet meer over deze huurders te vertellen dan enkel hun sekse en hun –zeer gangbare – voornamen, ‘ [persoon 2] ’ en ‘ [persoon 1] ’. Bovendien heeft verdachte wisselend verklaard over de periode waarin deze personen in huis zouden hebben verbleven. In zijn eerste verklaring bij de politie stelde verdachte dat zij daar tot enkele weken voor de doorzoeking nog woonden, terwijl hij ter terechtzitting heeft verklaard dat zij ruim een jaar eerder al waren vertrokken. De verklaring van verdachte komt bovendien niet overeen met de verklaring van zijn echtgenote, die heeft verklaard dat de huur al in 2010 was beëindigd.
Blijkens een proces-verbaal van bevindingen van 11 januari 2015 waren van de 546 kinderpornografische afbeeldingen 446 ‘accessible’ en 100 ‘deleted’. Voorts waren alle 48 kinderpornografische films ‘deleted’. Deze bestanden zijn door het verwijderen in de ‘unallocated clusters’ terecht gekomen.
De aanwezigheid van afbeeldingen of films in ‘unallocated clusters’ kan zonder bijkomende omstandigheden niet worden aangemerkt als het in bezit hebben van dit materiaal, nu niet is voldaan aan het vereiste element van beschikkingsmacht. Dit is wellicht anders wanneer de gebruiker van de computer of gegevensdrager over de technische kennis en mogelijkheden zou beschikken om deze bestanden weer zichtbaar te maken. Daarvan zou kunnen blijken wanneer op de computer daartoe bestemde software zou zijn geïnstalleerd. In het onderhavige geval is hiervan echter niet gebleken.
Nu de bestanden verwijderd zijn, kan worden aangenomen dat deze bestanden op enig moment wel te openen en voor verdachte zichtbaar zijn geweest. Voor bewezenverklaring van het in het bezit hebben van de bestanden is echter vereist dat verdachte de beelden gedurende een zekere periode beschikbaar voor zich heeft gehouden. Het dossier biedt geen duidelijkheid met betrekking tot de vraag hoeveel tijd er heeft gezeten tussen de binnenkomst van het betreffende bestand en het verwijderen daarvan. Het kan daarom niet worden uitgesloten dat verdachte de bestanden onmiddellijk na binnenkomst als ongewenst heeft verwijderd.
Met de officier van justitie is de rechtbank zodoende van oordeel dat verdachte dient te worden vrijgesproken waar het betreft de bestanden in de ‘unallocated clusters’.
5. Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in bijlage 2 opgenomen bewijsmiddelen bewezen het feit zoals opgenomen in bijlage 3.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
6. Strafbaarheid van het feit
Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
7. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
8. Motivering van de straffen en maatregel
8.1.
Eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het door haar bewezen geachte feit zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 140 uren, subsidiair 70 dagen hechtenis en een gevangenisstraf van 4 maanden, voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.
8.2.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft er op gewezen dat de strafzaak een grote druk op verdachte legt en hem vele slapeloze nachten heeft bezorgd. Hoewel hij het feit ontkent is hij bereid om zich te houden aan hem op te leggen bijzondere voorwaarden.
8.3.
Oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft gedurende een zekere periode met regelmaat kinderpornografische afbeeldingen binnengehaald en op zijn computer en een losse harde schijf bewaard.
Bij de vervaardiging van kinderpornografisch materiaal worden kinderen seksueel misbruikt. Dergelijk misbruik kan zeer nadelige en langdurige psychische, emotionele en lichamelijke gevolgen hebben voor de betrokken kinderen en zij kunnen hierdoor ernstig worden geschaad in hun verdere ontwikkeling. Door het downloaden van door anderen vervaardigde kinderpornografische afbeeldingen, heeft verdachte er toe bijgedragen dat deze verwerpelijke praktijken in stand worden gehouden en bevorderd.
De ernst en verwerpelijkheid van het bezit van kinderpornografisch materieel is ook door de wetgever onderstreept. Uit artikel 22b Wetboek van Strafrecht volgt immers dat in beginsel een taakstraf voor dit feit niet passend wordt geacht en dat deze alleen kan worden opgelegd, indien tevens een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel wordt opgelegd.
Op grond van de oriëntatiepunten voor de straftoemeting en LOVS-afspraken, zoals die gelden binnen de rechtbank Amsterdam, is een taakstraf van 240 uur en een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan een deel voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden, uitgangspunt. De rechtbank constateert dan ook dat de eis van de officier van justitie bijzonder mild is en bovendien geen rekening houdt met het bepaalde in artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank zal dan ook ten nadele van verdachte van deze eis afwijken.
Verdachte ontkent het feit en heeft aldus geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn gedrag en evenmin inzicht willen geven in zijn beweegredenen om kinderpornografisch materiaal te verzamelen. Ook het over verdachte opgemaakte reclasseringsadvies van 27 februari 2015 geeft hieromtrent geen duidelijkheid. De reclassering adviseert bij bewezenverklaring een verplicht reclasseringstoezicht, een ambulante behandeling bij De Waag of soortgelijke instelling en een verplichting om de politie op gezette tijden zijn computer en andere gegevensdragers te laten controleren.
Bij de bepalen van de straf en de hoogte daarvan neemt de rechtbank ten gunste van verdachte dat de zaak inmiddels enigszins gedateerd is en dat verdachte nooit eerder voor enig strafbaar feit is veroordeeld.
De rechtbank zal aan verdachte een gevangenisstraf opleggen van 120 dagen, waarvan 113 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren, zoals door de reclassering geadviseerd. Anders dan de officier van justitie ziet de rechtbank wel het belang van een verplicht reclasseringscontact en een behandeling. De processuele opstelling van verdachte waarbij het feit ontkent, maakt nog niet dat hij geen baat kan hebben bij deze bijzondere voorwaarden. Verdachte heeft zich ter terechtzitting ook bereid verklaard om hieraan mee te werken. Ten tijde van het opstellen van het reclasseringsadvies was verdachte woonachtig in [plaats 2] . Inmiddels woont verdachte weer in [plaats 1] , zodat de rechtbank zal bepalen dat het reclasseringstoezicht en de behandeling bij De Waag in beginsel bij de betreffende locaties in Amsterdam kunnen plaatsvinden. Een proeftijd van drie jaren is noodzakelijk omdat de ervaring leert dat bij zedendelicten inzicht en verandering de nodige tijd vergen.
De geadviseerde voorwaarde dat verdachte op gezette tijden zijn computer en andere gegevensdragers door de politie moet laten controleren, ziet op gedrag dat in feite neerkomt op het – op ingrijpende en veelomvattende wijze – meewerken aan door de politie uit te oefenen dwangmiddelen en is, zoals is overwogen in de uitspraak van de Hoge Raad van 23 februari 2016 (ECLI:NL:HR:2016:302) niet toegestaan. De rechtbank zal deze voorwaarde daarom niet opnemen.
Omdat de rechtbank, in afwijking van de eis van de officier van justitie, tevens een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf zal opleggen, zal zij de gevorderde taakstraf enigszins matigen.
Onttrekking aan het verkeer
Onder verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
- 290 dvd’s (D13-1/ in zwarte map, itemnummer 4476444);
- 44 dvd’s (D-25, itemnummer 4476415);
- computer, merk: Cosmos (D-1, itemnummer 4476525);
- harddisk, merk: Toshiba (itemnummer 4476430).
Nu met betrekking tot deze voorwerpen, opgevat als een gezamenlijkheid van voorwerpen, het bewezen geachte is begaan en zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang, worden deze voorwerpen onttrokken aan het verkeer.
9. Toepasselijke wettelijke voorschriften
10. Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Een gewoonte maken van een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 120 (honderdtwintig) dagen.
Beveelt dat een gedeelte, groot 113 (honderddertien) dagen, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 3 (drie) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast, indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet aan de volgende algemene voorwaarden houdt.
Stelt als algemene voorwaarden:
- Veroordeelde zal zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maken aan een strafbaar feit;
- Veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- Veroordeelde zal medewerking verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
De tenuitvoerlegging kan tevens worden gelast, indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet aan de volgende bijzondere voorwaarden houdt.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
- Veroordeelde dient zich te melden bij Reclassering Nederland, [adres 2] te Amsterdam. Veroordeelde moet zich gedurende, door de reclassering bepaalde perioden, blijven melden zo frequent als de reclassering dit nodig acht. Daarbij zal veroordeelde zich houden aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft;
- Veroordeelde wordt verplicht zich te laten behandelen bij de forensische psychiatrische polikliniek De Waag of soortgelijke forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven.
Geeft aan Reclassering Nederland opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Veroordeelt verdachte voorts tot een taakstraf bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid van 100 (honderd) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 50 (vijftig) dagen.
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
- 290 dvd’s (D13-1/ in zwarte map, itemnummer 4476444);
- 44 dvd’s (D-25, itemnummer 4476415);
- computer, merk: Cosmos (D-1, itemnummer 4476525);
- harddisk, merk Toshiba (itemnummer 4476430).
Dit vonnis is gewezen door
mr. S.P. Pompe, voorzitter,
mrs. M.A.E. Somsen en R.A.J. Hübel, rechters,
in tegenwoordigheid van B. de Hoogh, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 26 januari 2017.