Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de bestrijding van strafbare feiten verbonden met elektronische netwerken
Artikel 15 Voorwaarden en waarborgen
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2004
- Bronpublicatie:
23-11-2001, Trb. 2004, 290 (uitgifte: 30-11-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-11-2001, Trb. 2004, 290 (uitgifte: 30-11-2004, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / ICT
Internationaal strafrecht / Internationale misdrijven
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
Iedere Partij ziet erop toe dat de invoering, uitwerking en toepassing van de in deze Afdeling bedoelde bevoegdheden en procedures onderworpen zijn aan de voorwaarden en waarborgen vervat in haar nationale recht, dat een passende bescherming moet bieden aan de rechten van de mens en de vrijheden, waaronder rechten uit hoofde van de verplichtingen die zij is aangegaan ingevolge het Verdrag van de Raad van Europa van 1950 tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, het Internationaal Verdrag van de Verenigde Naties van 1966 inzake burgerrechten en politieke rechten, en andere toepasselijke internationale mensenrechteninstrumenten, met inachtneming van het proportionaliteitsbeginsel.
2.
Deze voorwaarden en waarborgen omvatten, waar aangewezen met het oog op de aard van de betrokken procedure of bevoegdheid, onder andere rechterlijk of ander onafhankelijk toezicht, de gronden waarop de bevoegdheid kan worden toegepast en een beperking van de reikwijdte en van de duur van deze bevoegdheid of procedure.
3.
Voor zover dat in overeenstemming is met het algemeen belang, in het bijzonder een goede rechtspleging, geeft iedere Partij zich rekenschap van de gevolgen van de in deze Afdeling vervatte bevoegdheden en procedures voor de rechten, verantwoordelijkheden en legitieme belangen van derden.