Rechtsbescherming van ondernemers in aanbestedingsprocedures
Einde inhoudsopgave
Rechtsbescherming van ondernemers in aanbestedingsprocedures (R&P nr. VG7) 2013/6.4.1:6.4.1 Inleiding
Rechtsbescherming van ondernemers in aanbestedingsprocedures (R&P nr. VG7) 2013/6.4.1
6.4.1 Inleiding
Documentgegevens:
mr. A.J. van Heeswijck, datum 28-11-2013
- Datum
28-11-2013
- Auteur
mr. A.J. van Heeswijck
- JCDI
JCDI:ADS584794:1
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Aanbestedingsrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De Rechtsbeschermingsrichtlijnen bepalen dat overeenkomsten in een aantal specifiek genoemde gevallen door een onafhankelijke beroepsinstantie ‘onverbindend’ moeten kunnen worden verklaard of dat de ‘onverbindendheid’ van de overeenkomst het gevolg is van een besluit van een onafhankelijke beroepsinstantie.1 De Rechtsbeschermingsrichtlijnen laten de uitwerking van de sanctie van ‘onverbindendheid’ over aan lidstaten.2 Zij geven lidstaten nog mee dat ‘onverbindendheid’ van een overeenkomst niet automatisch mag intreden.3 Lidstaten genieten hierdoor keuzevrijheid bij de implementatie van de gevolgen van ‘onverbindendheid’. De wijze waarop de Nederlandse wetgever de gevolgen van ‘onverbindendheid’ heeft uitgewerkt, komt in paragraaf 4.2 aan de orde.
Lidstaten mogen de bevoegde beroepsinstantie de bevoegdheid toekennen om van het ‘onverbindend’ verklaren van de overeenkomst af te zien.4 In dat geval moeten alternatieve sancties worden opgelegd. De voorwaarden waaronder van het ‘onverbindend’ verklaren van een overeenkomst mag worden afgezien en de alternatieve sanctie komen in paragraaf 4.3 aan bod. In paragraaf 4.4 besteed ik tot slot aandacht aan de positie van de wederpartij van de aanbestedende dienst bij een overeenkomst die op één van de in de Aanbestedingswet 2012 genoemde gronden is vernietigd.