NJ 1929, p. 1269
De Veendammer Hypotheekbank. Aanduiding v. d. medeplegers in de dagvaarding. Bewijskracht van door den griffier afgegeven extracten uit minuten. Begrippen: „vervreemding beneden de waarde" en „ter bedriegelijke verkorting van de rechten" in art. 348 Sr.
HR 27-05-1929, ECLI:NL:HR:1929:190
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 mei 1929
- Magistraten
Mrs. Jhr. de Savornin Lohman, Jhr. Feith, Taverne, van Dijck, Kranenburg.
- Zaaknummer
[271929/NJ_1929,_p._1269]
- Conclusie
Conclusie van den Procureur-Generaal.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS151146:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1929:190, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑05‑1929
- Wetingang
Essentie
De Veendammer Hypotheekbank. Aanduiding v. d. medeplegers in de dagvaarding. Bewijskracht van door den griffier afgegeven extracten uit minuten. Begrippen: „vervreemding beneden de waarde" en „ter bedriegelijke verkorting van de rechten" in art. 348 Sr.
Samenvatting
De telastlegging, dat requirant zou hebben gehandeld te zamen en in vereeniging „met één of meer andere personen” laat den requirant in zoover geenszins in onzekerheid omtrent datgene, waarvan hij wordt beschuldigd, ook al komt in de dagvaarding een nadere aanduiding van vorenbedoelde persoon of personen niet voor. Geen nietigheid der dagvaarding.
Extracten uit minuten, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.