AB 2015/211
Rioolheffing. Aan art. 9 KRW komt geen rechtstreekse werking toe.
Rb. Oost-Brabant 14-04-2015, ECLI:NL:RBOBR:2015:2090, m.nt. P.E. Lindhout
- Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
- Datum
14 april 2015
- Magistraten
Mrs. Y.S. Klerk, F.M. Tadic, J. Nijenhof
- Zaaknummer
14_1839
- Noot
P.E. Lindhout
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS233907:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
EU-recht / Algemeen
Milieurecht / Afval
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBOBR:2015:2090, Uitspraak, Rechtbank Oost-Brabant, 14‑04‑2015
- Wetingang
Art. 9 Kaderrichtlijn Water
Essentie
Geen rechtstreekse werking artikel 9 KRW; Artikel 9 KRW bedeelt geen voldoende nauwkeurig recht toe. Geen duidelijke en onvoorwaardelijke grenzen beoordelingsruimte.
Samenvatting
De uitspraak behandelt een zaak waarin een rioolheffingsaanslag is opgelegd aan een woningbouwvereniging, hierna eiseres, die woningen beheert en exploiteert. Op grond van de Verordening Rioolheffing 2013 van de gemeente Someren is eiseres voor het eigendom van alle afzonderlijke woningen rioolheffing verschuldigd. Omdat eiseres zich met name beroept op artikel 9 van Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.