NJ 1919, p. 6
HR, 11-11-1918
HR 11-11-1918, ECLI:NL:HR:1918:189
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 november 1918
- Magistraten
Voorzitter: Mr. S. Gratama. Raden: Mrs. A. J. L. Nijpels, J. A. A. Bosch, A. P. L. Nelissen en J. Kosters.
- Zaaknummer
[11111918/NJ_1919,_p._6]
- Conclusie
Mr. Ledeboer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS119488:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1918:189, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑11‑1918
- Wetingang
(Sr art. 250bis.)
Samenvatting
Art. 250bis beoogt niet alleen de „openbare ontucht" te bestrijden en het houden van openbare huizen van ontucht strafbaar te stellen, doch heeft tevens ten doel straf te bedreigen tegen hem, die van het bevorderen van „niet openbare ontucht" een beroep of een gewoonte maakt.
Uit de bewezen verklaarde omstandigheden kon het Hof afleiden, dat beklaagde van het opzettelijk bevorderen van ontucht een beroep en een gewoonte maakte.
Voorgaande uitspraak
[p. 6 ►]
G. C. J. B. enz., requirante van cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van den 25 Juni 1918, waarbij in hooger ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.