RvdW 2021/28
Vervolg op ECLI:NL:HR:2017:3190. Middel over de vraag of verschenen personen bevoegd zijn om de benadeelde partij te vertegenwoordigen. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 01-12-2020, ECLI:NL:HR:2020:1909
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 december 2020
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
19/03941
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1909, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑12‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:1148, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑09‑2020
Essentie
Vervolg op ECLI:NL:HR:2017:3190. Middel over de vraag of verschenen personen bevoegd zijn om de benadeelde partij te vertegenwoordigen. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 19/03941
Datum 1 december 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 12 augustus 2019, nummer 21-000089-18, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1966,
hierna: de verdachte.
Conclusie
Conclusie A-G mr. D.J.M.W. Paridaens:
1. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, heeft bij arrest van 12 augustus 2019 de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.