Einde inhoudsopgave
Gezamenlijk Verdrag inzake de veiligheid van het beheer van bestraalde splijtstof en inzake de veiligheid van het beheer van radioactief afval
Artikel 13 Keuze van de vestigingsplaats van geplande faciliteiten
Geldend
Geldend vanaf 18-06-2001
- Bronpublicatie:
05-09-1997, Trb. 1999, 164 (uitgifte: 03-09-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
18-06-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-06-2001, Trb. 2001, 111 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Straling
Milieurecht / Energie
Energierecht (V)
1.
Elke Verdragsluitende Partij neemt passende maatregelen om te waarborgen dat procedures worden vastgelegd en uitgevoerd voor een geplande faciliteit voor het beheer van radioactief afval:
- i.
om alle relevante met de locatie samenhangende factoren te evalueren die van invloed zouden kunnen zijn op de veiligheid van een dergelijke faciliteit gedurende de operationele levensduur daarvan en op de veiligheid van een eindbergingsfaciliteit na de sluiting ervan;
- ii.
om alle eventuele effecten vanuit het oogpunt van veiligheid te evalueren die een dergelijke faciliteit zou kunnen hebben op personen, de samenleving en het milieu, rekening houdend met de eventuele ontwikkeling van de toestand van de vestigingsplaats van eindbergingsinstallaties na de sluiting daarvan;
- iii.
om informatie over de veiligheid van deze faciliteit toegankelijk te maken voor het publiek;
- iv.
om Verdragsluitende Partijen in de nabijheid van deze faciliteit te raadplegen, voor zover zij gevolgen van de installatie zouden kunnen ondervinden, en desgewenst algemene gegevens over de faciliteit te verstrekken aan die Verdragsluitende Partijen teneinde hen in staat te stellen zelf eventuele effecten van de faciliteit op hun eigen grondgebied te evalueren vanuit het oogpunt van veiligheid.
2.
Elke Verdragsluitende Partij neemt hierbij passende maatregelen om zeker te stellen dat deze faciliteiten geen onaanvaardbare effecten hebben op andere Verdragsluitende Partijen door de vestigingsplaats van de faciliteiten te kiezen in overeenstemming met de algemene veiligheidseisen van artikel 11.