Einde inhoudsopgave
Aanwijzing vorderen gegevens derdengeldenrekening notaris (2013A005)
2.1 Geheimhoudingsplicht en verschoningsrecht
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2013
- Bronpublicatie:
28-01-2013, Stcrt. 2013, 5111 (uitgifte: 28-02-2013, regelingnummer: 2013A005)
- Inwerkingtreding
01-03-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-01-2013, Stcrt. 2013, 5111 (uitgifte: 28-02-2013, regelingnummer: 2013A005)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Notaris
Strafprocesrecht / Voorfase
De notaris is op grond van artikel 22 Wna verplicht tot geheimhouding ten aanzien van al hetgeen waarvan hij uit hoofde van zijn werkzaamheid als zodanig kennis neemt. Deze geheimhoudingsplicht strekt zich volgens de Hoge Raad ook uit tot derdengeldenrekening van de notaris.1. Dezelfde geheimhoudingsplicht geldt voor de personen die onder zijn verantwoordelijkheid werkzaam zijn. In het Wetboek van Strafvordering is aan de notaris op grond van zijn geheimhoudingsplicht een verschoningsrecht toegekend in het geval de notaris als getuige wordt gehoord (artikel 218 Sv). Dit verschoningsrecht werkt door in de toepassing van andere dwangmiddelen en opsporingsbevoegdheden. Zo is de notaris niet verplicht aan een bevel uitlevering te voldoen, voor zover de uitlevering in strijd is met zijn geheimhoudingsplicht (artikel 96a lid 3 onder b Sv). Hetzelfde geldt voor het vorderen van gegevens (bijvoorbeeld artikel 126nd lid 2 Sv). Ook in de bepalingen voor doorzoeking wordt rekening gehouden met de bijzondere positie van de notaris op grond van zijn geheimhoudingsplicht (bijvoorbeeld artikel 98 lid 2 Sv).
Voetnoten
HR 18 december 1998, NJ 2000, 341 (Van Olst/Ontvanger).