Einde inhoudsopgave
Wet financiële markten BES
Artikel 1:5 (taakstelling de Nederlandsche Bank)
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2012
- Bronpublicatie:
01-12-2011, Stb. 2011, 612 (uitgifte: 20-12-2011, kamerstukken: 32784)
- Inwerkingtreding
01-07-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-05-2012, Stb. 2012, 240 (uitgifte: 12-06-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Financiële dienstverlening / Financieel toezicht
1.
Prudentieel toezicht is gericht op de soliditeit van financiële ondernemingen en het bijdragen aan de stabiliteit van de financiële sector.
2.
De Nederlandsche Bank heeft op de grondslag van deze wet, in het bijzonder de artikelen 3:9, eerste en tweede lid, onderdelen a en b, 3:16 tot en met 3:21, 3:27 tot en met 3:29, 3:44 tot en met 3:48, 4:5 en hoofdstuk 8, tot taak prudentieel toezicht op financiële ondernemingen uit te oefenen.
3.
De Nederlandsche Bank heeft voorts tot taak te beslissen omtrent de toelating van de in artikel 2:1, eerste lid, genoemde financiële ondernemingen tot de financiële markten en, met uitzondering van het ingevolge artikel 1:6, tweede lid, aan de Autoriteit Financiële Markten opgedragen gedragstoezicht, ten aanzien van die ondernemingen toezicht uit te oefenen op de naleving van het bij of krachtens deze wet bepaalde. Tevens heeft zij tot taak toezicht uit te oefenen op de naleving van de bij of krachtens de artikelen 2:21 tot en met 2:23 gestelde regels.