Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/1060 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds Plus, het Cohesiefonds, het Fonds voor een rechtvaardige transitie en het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en de financiële regels voor die fondsen en voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie, het Fonds voor interne veiligheid en het Instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid
Artikel 33 Plaatselijke actiegroepen
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
24-06-2021, PbEU 2021, L 231 (uitgifte: 30-06-2021, regelingnummer: 2021/1060)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2021, PbEU 2021, L 231 (uitgifte: 30-06-2021, regelingnummer: 2021/1060)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
EU-recht / Financiering
1.
Plaatselijke actiegroepen ontwerpen de in artikel 31, lid 2, punt c), bedoelde strategieën en voeren deze uit.
2.
De beheerautoriteiten zien erop toe dat de plaatselijke actiegroepen inclusief zijn en dat deze hetzij één partner van de groep kiezen die in administratieve en financiële aangelegenheden als hoofdpartner optreedt, hetzij zich verenigen in een gemeenschappelijke rechtsstructuur.
3.
De volgende taken worden uitsluitend door de plaatselijke actiegroepen verricht:
- a)
opbouw van de capaciteit van lokale actoren om concrete acties te ontwikkelen en uit te voeren;
- b)
het opstellen van een niet-discriminerende en transparante selectieprocedure en van criteria, waardoor belangenconflicten worden vermeden en wordt gewaarborgd dat niet één belangengroep alleen de controle heeft over selectiebeslissingen;
- c)
het opstellen en publiceren van oproepen tot het indienen van voorstellen;
- d)
de selectie van concrete acties en de vaststelling van de steunbedragen, alsmede het voorleggen van voorstellen aan de instantie die verantwoordelijk is voor de definitieve verificatie van de subsidiabiliteit vóór goedkeuring;
- e)
de monitoring van de vorderingen met het bereiken van de doelstellingen van de strategie;
- f)
de evaluatie van de uitvoering van de strategie.
4.
Indien plaatselijke actiegroepen andere dan de in lid 3 bedoelde taken uitvoeren die onder de verantwoordelijkheid vallen van de beheerautoriteit, of van het betaalorgaan indien het Elfpo als hoofdfonds wordt gekozen, worden deze plaatselijke actiegroepen overeenkomstig de fondsspecifieke regels door de beheerautoriteit aangewezen als intermediaire instanties.
5.
De plaatselijke actiegroep kan een begunstigde zijn en concrete acties uitvoeren die in overeenstemming zijn met de strategie, mits de plaatselijke actiegroep ervoor zorgt dat de scheiding van functies wordt geëerbiedigd.