De faillissementspauliana
Einde inhoudsopgave
De faillissementspauliana (O&R nr. 75) 2012/5.4.3.1:5.4.3.1 Algemeen
De faillissementspauliana (O&R nr. 75) 2012/5.4.3.1
5.4.3.1 Algemeen
Documentgegevens:
mr. R.J. van der Weijden, datum 26-10-2012
- Datum
26-10-2012
- Auteur
mr. R.J. van der Weijden
- JCDI
JCDI:ADS378333:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Zie Toelichting Voorontwerp Insolventiewet, p. 222. Zie over het gebruik van het begrip 'redelijkheid en billijkheid' met betrekking tot de faillissementspauliana § 4.2.1.2 van dit hoofdstuk.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In het Voorontwerp Insolventiewet is met betrekking tot de mogelijkheid om verplicht verrichte rechtshandelingen te vernietigen een aantal ingrijpende wijzigingen voorgesteld. Art. 3.2.5 Voorontwerp bepaalt:
"De bewindvoerder kan een rechtshandeling die de schuldenaar binnen drie maanden voor het verzoek tot insolventverklaring verplicht heeft verricht, vernietigen, indien degene met of jegens wie de rechtshandeling werd verricht, wist of behoorde te weten dat de insolventverklaring van de schuldenaar niet te vermijden was en dat daarvan benadeling van een of meer schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden het gevolg zou zijn, tenzij er onder de gegeven omstandigheden voor het verrichten van de rechtshandeling een rechtvaardiging bestond."
Op de eerste plaats kent deze bepaling een aantal tekstuele aanpassingen ten opzichte van art. 47 Fw, waarmee geen materiële wijzigingen lijken te zijn beoogd. Zo is het niet meer de 'curator' maar de 'bewindvoerder' die een beroep op de faillissementspauliana doet, is 'faillissement' vervangen door 'insolventverklaring' en wordt niet meer gesproken van de 'voldoening door de schuldenaar aan een opeisbare schuld', maar van een 'rechtshandeling, die de schuldenaar (...) verplicht heeft verricht'. In verband met de laatstgenoemde wijziging is 'hij die de betaling ontving' veranderd in 'degene met of jegens wie de rechtshandeling werd verricht'. Daarnaast kent art. 3.2.5 Voorontwerp een aantal inhoudelijke wijzigingen ten opzichte van art. 47 Fw. Zo zijn er niet twee alternatieve maar twee cumulatieve subjectieve vereisten, geldt er een termijn waarbinnen de aangevochten rechtshandeling moet zijn verricht en is er een 'tenzij-clausule'. Een ander verschil ten opzichte van de huidige regeling van de faillissementspauliana, is dat de regeling van de faillissementspauliana in het Voorontwerp Insolventiewet ook van toepassing is in situaties waarin onder de Faillissementswet surseance van betaling zou zijn verleend. Dit is het gevolg van het feit dat de afzonderlijke procedures voor faillissement, surseance van betaling en schuldsanering van natuurlijke personen in het Voorontwerp Insolventiewet worden vervangen door één geïntegreerde insolventieprocedure.
Volgens de Commissie insolventierecht is de strekking van art. 3.2.5 Voorontwerp 'gedrag tegen te gaan waardoor een bepaalde schuldeiser zich in strijd met de redelijkheid en billijkheid aan de concursus creditorum probeert te onttrekken'.1Hoewel met art. 3.2.5 Voorontwerp strikt bezien ook kan worden opgekomen tegen benadeling door een vermindering van het eigen vermogen van de schuldenaar, lijkt de commissie met name te hebben gedacht aan benadeling als gevolg van een verstoring van de tussen schuldeisers bestaande rangorde. Dit is ook het type benadeling waarvan sprake is in verreweg de meeste gevallen waarin een verplicht verrichte rechtshandeling wordt vernietigd.