Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/502
Erfrecht. Procesrecht. Voordracht tot opheffing vereffening nalatenschap door rechter-commissaris aan rechtbank (art. 4:209 BW); stukken in geding gebracht? Overlegging bescheiden (art. 22 Rv).
HR 21-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:662
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 april 2023
- Magistraten
Mrs. M.J. Kroeze, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, A.E.B. ter Heide, K. Teuben
- Zaaknummer
22/00680
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Erfrecht / Algemeen
Erfrecht / Gevolgen erfopvolging
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:662, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑04‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1140, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑12‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑04‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑03‑2022
- Wetingang
Art. 4:209 BW; art. 22 Rv
Essentie
Erfrecht. Procesrecht. Voordracht tot opheffing vereffening nalatenschap door rechter-commissaris aan rechtbank (art. 4:209 BW); stukken in geding gebracht? Overlegging bescheiden (art. 22 Rv).
Samenvatting
Art. 4:209 BW bepaalt onder meer dat indien de geringe waarde der baten van een nalatenschap daartoe aanleiding geeft, de kantonrechter op verzoek van de vereffenaar of een belanghebbende de opheffing van de vereffening kan bevelen. Op een verzoek tot opheffing wordt de verzoeker gehoord of behoorlijk opgeroepen, alsmede voor zover zij bestaan en bekend zijn, de erfgenamen, de vereffenaar en de boedelnotaris. Indien een rechter-commissaris is benoemd, komt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.