Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregels ontslag om bedrijfseconomische redenen 2020
3.4.3 Volgorde herplaatsing
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2020
- Redactionele toelichting
De dag van de datum van afkondiging is gezet op 01.
- Bronpublicatie:
01-09-2020, Internet 2020, www.uwv.nl (uitgifte: 01-09-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-09-2020, Internet 2020, www.uwv.nl (uitgifte: 01-09-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid werkloosheid / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
Uit de Ontslagregeling volgt dat de werkgever in beginsel vrij is te bepalen aan welke boventallige werknemer een herplaatsingsmogelijkheid als eerste wordt aangeboden. Daarbij mag de werkgever de werknemer selecteren die het meest geschikt is. Dat betekent dat als meerdere werknemers herplaatst kunnen worden op meerdere vacatures, het aan de werkgever is om te bepalen welke werknemer het meest geschikt is voor welke vacature.
Gelet op het bovenstaande is de werkgever bij de vraag aan wie hij een herplaatsingsmogelijkheid aanbiedt niet gebonden aan bijvoorbeeld anciënniteits- of afspiegelingsregels. Ook gaat UWV niet beoordelen welke werknemer het meest geschikt is voor een passende functie. Die beoordeling wordt aan de werkgever gelaten. Daarnaast gelden natuurlijk de regels van gelijke behandeling (bijvoorbeeld verbod op leeftijdsdiscriminatie) en mag er geen sprake zijn van willekeur. Ook hebben interne kandidaten voorrang op externe kandidaten. Van een werkgever wordt verlangd dat hij zich desgevraagd over zijn plaatsingsbeslissing verantwoordt. Hierbij spelen redelijkheidsargumenten een rol.
Die vrijheid van de werkgever om de functie aan te bieden aan de kandidaat die het meest geschikt is, wordt beperkt als een functie geheel vervalt en delen van die functie terugkomen in een nieuwe functie (de zogenoemde stoelendans). Dan moet de werkgever kort gezegd die functie aanbieden aan de werknemer die geschikt is op basis van de omgekeerde afspiegelingsvolgorde (zie paragraaf 3.4.4 voor een voorbeeld). De verplichting tot het aanbieden van de functie op basis van de hoogste afspiegelingsrechten geldt niet ten aanzien van werknemers die weliswaar niet als ‘geschikt’ zijn aangemerkt, maar wel als (door om- of bijscholing) ‘geschikt te maken’, zoals blijkt uit een arrest van de Hoge Raad van 13 juli 2018.1.
Voetnoten
Hoge Raad 13 juli 2018, ECLI:NL:HR:2018:1212 (ANWB).